woensdag 29 december 2010

Muziek: The Shirts - Tell Me Your Plans

Ik wil een nieuw jaar. Ik ben klaar met het oude. Er zit niet veel meer in. Henk komt nog, vrijdag, maar dat is het dan. Wat kan er verder nog gebeuren? En persoonlijk vind ik dat er te weinig gebeurde. Te weinig om later mezelf, als ik oud mag zijn, nostalgisch te warmen aan de gedachte van 2010. Sterker, vooruitziend, denk ik dat als ze me vragen zouden naar 2010, zal ik waarschijnlijk mopperen over een verloren WK finale, en dat is gewoon... teleurstellend. Dat is niet het woord dat direct in m'n gedachten schiet, maar vooruit, het geeft een impressie.

Maar ik denk niet erg in jaren, misschien zal het daarom niet zo'n probleem zijn straks. Ik moet ik mijn hoofd eerst rekensommetjes maken om uit te denken wat er in elk jaar is gebeurd. 1999? Toen werd ik 12 omdat ik in 1987 geboren ben, toen zat ik in groep 7 en in groep 8, en dus werd ik dat jaar kampioen met voetbal. Hoeve D1! Ik zou dat team nog wel voor je kunnen uitschrijven, met opstellingen, topscorers, trainers, leiders, wasmoeders. FIFA 99 (het computerspel) was goed, maar ik speelde toen nog FIFA 98, m'n neef had 99. Nick Hornby merkte ooit eens op (in Pitch Fever) dat voetbalfanatiekelingen denken in seizoenen, in plaats van kalenderjaren, en hij heeft een punt. Hoewel het niet exclusief is voor voetbal. School werkt ook zo. Hoewel groep 7 geen belletjes doet rinkelen. Ik zou waardeloos zijn bij spelprogramma's met specifieke jaren als thema. Gelukkig ziet het er voorlopig niet naar uit dat ik een bekende Nederlander word, dus dat is dan een geluk.

Maar er zijn meer mensen die goed moeten kunnen vertellen over vervlogen tijden. Opa's bijvoorbeeld, of eeuwig vrijgezel gebleven oude ooms. Die horen over 50 jaar hun kleinkinderen, neefjes of nichtjes te kunnen vertellen over de winter van 2010, toen opa (of oom) Kaas op eerste kerstdag de besneeuwde wei van de ouderlijke boerderij inliep om foto's te maken met de nieuwe fotocamera, enkel om er al na enkele foto's achter te komen dat de accu het opgeeft. Maar toch maakte die gekke ome Kaas zijn wandeling af, zijn laarzen verdwenen soms helemaal in de sneeuw, stel je eens voor, kinderen! Nu lijkt het nog een dom, simpel verhaal. Maar als Nederland in 2060 voor de helft onder water staat en een subtropisch klimaat heeft, dan maakt die oude Kaas helemaal de blits bij de kinderen die allemaal apparaatjes hebben met accu's die nooit opraken. Mijn doel voor 2060 is gezet, ik moet dit bewaren tot het zover is. Nu nog voor het komende jaar. Maar voorlopig, voor de korte termijn: een goede jaarwisseling allemaal. Guten Rutsch!


"Please, tell me your plans
No, don't tell me your plans
'Cause I'll just get in your way"



PS. Guten Rutsch is Duitse voor "goe-de jaar-wis-sel-ing". Zo veel bondiger en beter: het jaar uit roetsen, zoef! Voor wie niet weet wie ik met Henk bedoel, zie een blog van januari 2010, en denk op zijn minst even aan Hem, aan Henk, op oudjaarsdag, maar zoek Hem het liefst op. En The Shirts waren zojuist te zien in top 2000 a go-go, en plannen horen bij nieuwe jaren. Een Hans-Teeuwen-sje: "Voilá: het verband!" (ken je hem (nog)? Het verband tussen een unieke zin met het woord 'pier' en fistfukken? Als ik een prijs had werd het een prijsvraag...)

zaterdag 25 december 2010

Muziek: The Tallest Man on Earth - Burden of Tomorrow

Kerstavond is voorbij. Ik zit met een laptop op schoot in een lege woonkamer voor een langzaam dovende houtkachel. Door een koptelefoon knarst The Tallest Man On Earth woorden mijn hoofd binnen, terwijl een broodmaaltijd en verscheidene fijne biertjes zich in mijn buik aan het verteren zijn en een klungelige kerkdienst (niet om weer terug te grijpen naar nostalgie, maar dat kinderkoor is wel eens beter geweest) en twee familiefilms zich nog laten verwerken tussen mijn oren.

Kerstavond is de thuisavond van de kerst, bij ons dan. Daar waar ik vandaan kom hoor je de eerste kerstdag (morgen, of vandaag eigenlijk, op de klok kijkende) naar de Ster van Twente te gaan, het hoogtepunt van het piratenjaar, en een big deal en trekpleister in deze regio. Maar op de één of andere manier heb ik me er nog altijd van weten te mijden. Vorig jaar ben ik samen met vrienden, op advies van een man die, zeker weten, had gezien op internet dat daar zát te doen was, afgereisd naar Hengelo om daar te gaan stappen. Nadat de taxichauffeur ons had afgezet in een verbazingwekkend stil en donker Hengelo, dwaalden we een kwartier lang door lege straten langs gesloten zaken. Uiteindelijk zagen we een barretje dat geopend was. Wat bleek was dat de Turkse uitbater een avondje had georganiseerd voor familie en vrienden. Maar, waarschijnlijk om dat we er zo reddeloos verdwaald en teleurgesteld uitzagen, waren we welkom om een biertje terwijl we bedachten wat we met de rest van onze avond zouden doen. Een vriend van de barman was een taxichauffeur die deze avond dienst had, en deze man bracht ons uiteindelijk naar een café in Enschede waar we de nacht doorbrachten op een dieet van bier, hardrock en Jägermeister.

Het leek geen sensationele manier om eerste kerstnacht door te brengen, maar de dag erop hoorden we dat grote groepen mensen de toegang waren ontzegd bij het eerder genoemde piratenfeest, om de doodeenvoudige reden dat de locatie uitpuilde van bezoekers. Daarbij vergeleken was het zitten aan een bar in een dunbevolkt café onder het genot van bier en rockmuziek absoluut geen straf. Ik heb nog weinig besef wat de komende eerste kerstnacht gaat inhouden, hoewel ik al wel een vermoeden heb dat dit jaar wederom de Het Piratenfeest (Die Ster Van Twente) niet de locatie is zijn waar ik eindigen zal. Het is altijd weer een verrassing en dat heeft ook wel iets. Je maakt je eigen kerst, en na een dag van spelletjes en televisie, waaronder het onvermijdelijke monopoly en Sissy, is alles met bier, harde muziek en vrienden een welkome afwisseling.

"Oh but rumor has it that I wasn't born,
I just walked in one frosty morn.
Into the vision of some vacant mind."



PS. Deze zanger uit Zweden maakt liedjes op gitaar in de traditie van Bob Dylan. Luister door de vreemde stem heen en je hoort erg, erg fijne dingen. En links en rechts fraaie teksten als het bovenstaande. "Er wordt gezegd dat ik niet geboren werd, ik kwam gewoon op een ijzige morgen binnenlopen". Verzin dat eens. En maak er maar eens chocola van, om met Finkers te spreken. Wat het te maken heeft met eerste kerstdag? Pffffffffffff. Geen idee. Geniet van je kerst.

woensdag 22 december 2010

Muziek: AC/DC - Mistress For Christmas

"Ga je kerstinkopen doen?" Vroeg de kapster (een mooie blonde die de grote spiegel voor ons eer aandeed) toen ze afgelopen vrijdag mijn haar weer in model bracht. Ik wacht altijd enkele weken te lang met mijn kappersbezoek, wat veel haargel kost en afkeurende blikken van moeder en zusters oplevert. Wat als gevolg heeft dat ik "doe maar mooi kort" antwoord op de vraag bij de kapper of wat er gebeuren mag. Wat weer leidt tot een tevreden opmerking van m'n vader: "I-j bunt d'r mooi glad onderhen kom'n!"

Kerstinkopen. Voordat ik klaar was met bedenken wat die in mijn geval in zouden zijn geweest, zei ik nee. Wat koop je als kerstmis eraan komt? Als ik hier, nu, ons huis doorloop, merk ik dat er nagenoeg geen aanwijzingen zijn dat het over een paar dagen kerst is, de kalender op de wc niet meegerekend. Maar hier vier ik geen feestdagen, geen enkele. Thuis (thuisthuis zoals dat in studentenjargon heet, het oudershuis) ontdekte ik afgelopen weekend al een kerstboom en enkele bloemstukjes, aangeschaft, opgetuigd en geschikt door mijn moeder, met hier en daar een helpende hand van haar dochters. Mijn vader en ik hebben nog prehistorische kerstlichtjes-voor-buiten opgehangen voor het huis, maar deze lieten al snel het leven. En daarmee stierf mijn bijdrage aan de kerstdecoraties een stille dood.

Dus misschien had ik beter naar m'n bevallige kapster kunnen luisteren, en had ik het weekend moeten gebruiken om kerstinkopen te doen. Een Kerstman die danst op "I Feel Good", kerstkaarten met een beschonken rendier erop, de kerstsingle van Cage Against The Machine met 4 minuten en 33 seconden stilte. Iets, wat me niet zal doen overkomen als Scrooge, die ouwe kerstmis-hatende krent. Maar het is nog niet te laat, ik kan nog iets doen om te zorgen dat kerstmis 2010 niet geheel zonder mijn bijdrage tot stand kwam. Het kan nog, een geheel eigen kerstinkoop. Of het ervan komt, weet ik nu nog niet, maar evengoed kan ik het volgende aanbieden: ik wens eenieder die dit leest een prettig kerstfeest. Lief zijn voor elkaar! Tot slot heeft AC/DC nog een kerstwens met de wereld te delen:

"I want a mistress for christmas"



PS. Cage Against The Machine is een initiatief dat in Engeland ontstond om de winnaar van X-factor van de nummer 1 plaats af te houden tijdens kerstmis. Nummer 1 met kerstmis, dat is een big deal in Engeland. 4'33, zoals het nummer heet, is een bestaand nummer van een serieus genomen componist. Grote Engelse artiesten kwamen naar een studio om ruim vier en een halve minuut stil te zijn. Helaas is het plan mislukt, en staat er een X-Factor-knul op één deze week. Het nummer werd op 13 december jl. in DWDD door een pianist volledig ten gehore gebracht, en dat leverde 4,33 minuut vreemde en mogelijk legendarische televisie op. Jan Mulder zien zitten zwijgen. Kijk en huiver:

zaterdag 18 december 2010

Muziek: Drive-By Truckers - Two Daughters and a Beautiful Wife

Er zijn nadelen aan het niet geloven in, of het twijfelen aan een god en een hemel. Hoewel ik mezelf beschouw als eerder een agnost als een atheïst (het verschil: als agnost ben je overtuigd van het idee dat je niet kunt weten of er een hogere macht is; als atheïst ben je ervan overtuigd dat er niet iets kan bestaan als een hogere macht. Laat het verschil tot je doordringen), vind ik dat je er nooit rekening mee kunt houden dat er na dit leven een tijd komt dat het beter is als dit leven dat je nu hebt. Voor zover je weet is het de enige vorm van leven die je ooit zult meemaken. Zelfmoord, vanuit dat principe, is dan ook nooit een optie, voor wie niet geloofd in een hiernamaals.

Maar toch geloof ik in de kracht van een god, en een hemel. Niet als iemand die je echt helpen kan, of als een wereld waar echt alles beter is dan hier, en waarvan de werkelijke slechteriken worden afgevoerd naar een hellevuur enzovoort. Maar stel je voor een vriend, die altijd luistert, alles begrijpt en nooit iets zal doorvertellen. Want dat is eigenlijk alles wat bidden behelst. Als de trouwste vriend, de beste ouders of de meeste wijze mentor niet te vertrouwen is, geen tijd heeft of er niet is, dan is Hij er nog. Iets kwijt kunnen zonder dat het directe of zelfs indirecte gevolgen heeft, dat iets dat iedereen nodig heeft. Alles opkroppen is als eindeloos rennen, je verzuurt tot je er permanente schade aan over houdt. Dat is een gegronde reden, denk ik, om te geloven in een god. Zoals een hemel er is om je vertrouwen te geven voor het geval je voor een keuze staat, waarbij de goede keuze niet de makkelijkste is. Want als je dan hier niet beloond wordt, dan daar (daarboven) toch zeker wel.

Ik ga niet uit van een hemel, of een god, of karma. In het bestaan ervan, om precies te zijn. Ik denk dat alles op het hier en nu aankomt, op mij en de mensen om me heen. Ik hoop dat er altijd een vriend, en pa of een ma, of zelfs een barman of -vrouw is die wil luisteren zonder te oordelen of toe te geven aan de neiging om de bewuste biecht te delen met anderen. Dat is misschien het fundament van het atheïsme: het vertrouwen dat we hier en nu alles hebben wat we nodig hebben. En het is sowieso onderdeel van het zjin van een goede barman, een goede barman van een echt café: luisteren, en nooit oordelen, ook al vertelt dezelfde man voor de honderdste keer hoe je een Scania R400 (die is een snel google-resultaat, pin me er niet op vast) het beste achterwaarts een boerenerf op draait. Een goede barman vertelde ons ooit, toen we zeurden naar verhalen over zijn meest uitzonderlijke klanten, dat je ze altijd in hun waarde moest laten. Hij begreep het: barmannen van tegenwoordig weten meer geheimen dan alle pastoors, priesters en dominees bij elkaar. God mag weten, luisteren is een vak.

"When he reached the gates of heaven
He didnt understand
He knew that folks were coming over
Or was it all a dream?
Was it all a crazy dream?

He saw them playing there before him
What were they doing there?
It felt like home, It must be alright
Or was just a dream?
Was it just a crazy dream?"



PS. Serieuzer dan dit wordt het niet. Potver. Ik begon met alleen dit nummer, watskeburt?, om met de Jeugd (van Tegenwoordig) te spreken? Sorry. Maar Drive-by Truckers zijn de mensen waar iedere verloren Neil Young, Eagles, of Lynyrd Skynyrd-fan even naar zou moeten luisteren. Erg fijn.

maandag 13 december 2010

Muziek: Boh Foi Toch - Loat mi-j Gaon

"Kiek em goan!" Naast liefde voor het boerenleven, liefdesverhalen en competitiestrijd (wie krijgt hem?) is leedvermaak een van de grootste motivaties om Boer zoekt Vrouw te kijken.

Boeren die het omgaan met vrouwen verleerd zijn of nooit geleerd hebben zijn weliswaar niet de diegenen die de meeste brieven krijgen, maar wel die waar het meest over gesproken wordt. De meest herhaalde scene van vorig seizoen is ongetwijfeld die waarin boer Wietse nalaat een van zijn vrouwen te helpen met haar zware koffer. Het is ongetwijfeld een van de redenen waarom Yvon dit jaar, zonder dat ze daarvoor genoeg brieven hebben gekregen, de drie vastgeroeste broers blijft volgen. Via internet, dat wel dan.

Wat dat betreft heeft Boer zoekt Vrouw sterke overeenkomsten met Beauty and the Nerd, waar wereldvreemde computerfreaks gekoppeld worden aan, op hun manier, even wereldvreemde barbies. De onbeholpenheid, die scoort. John de Wolf en Bart Chabot op de dansvloer, niemand wilde dat zien omdat ze zo fenomenaal die foxtrot beheersten. America's Funniest Home Videos is bijna enkel gebaseerd op dieren niet weten wat lichtweerkaatsing is (een kat die een gevecht op leven en dood voert met z'n spiegelbeeld, dat is een klassieker).

Maar eerlijkheid gebied te zeggen dat ik ook geen enkel verstand heb van de omgang met vrouwen met als doel meer dan het uitwisselen van informatie. Het is al jaren een populair onderwerp in Sinterklaasgedichten hier thuis. Zusjes die een schoonzus eisen, ouders die een schoondochter willen, ze wezen fijntjes op het feit dat ik langs het voetbalveld of aan de biljarttafel mijn ware waarschijnlijk niet vinden zal. Maar de dansvloer blijkt met enige regelmaat ook geen goede ondergrond voor mijn vrouw-aansprekende kwaliteiten, wat deze ook mogen zijn. Misschien had ik toch ervoor moeten kiezen om boer te worden. Had Yvon nog kunnen helpen.

"Ik bun gin gulden, gin kwartjen en ok gin stuver weerd
Mi-jzelf verkopen nae dat heb ik nooit eleerd
Zeuk i-j een scholder dan bu'j bi-j mien verkeerd
Ik bun gin prins en kröppel is mien peerd"

PS. Helaas, er is nog niet iemand die dit fenomenale nummer op YouTube heeft gezet, dus moet je bas, zang, gitaar, drums en harmonica maar indenken bij bovenstaande titel en tekst. Of koop die cd's, ze zijn het waard.

"Ik ben geen prins en kreupel is mijn paard"

Dat zijn zinnen die van Xander de Buisonjé een bazelende peuter maken. Die liedjes maakte waarvan je zegt: "rijmelarij van likmevestje" (Gouden Holland Casino reclame, daar is dan wel weer een filmpje van, zie hieronder. "weet waar je kansen liggen", tja, weet dat)

donderdag 2 december 2010

Muziek: Novastar - Wrong

"MEXICOOO!" Kabbam, kabbam, kabbam! "Twee d'r af!" Ik hoor het niet zo vaak meer, het geluid van een spelletje Mexico dat met volle overtuiging wordt gespeeld. Het getik van biljartballen, met een eventuele klopje op tafel uit waardering voor een mooi punt, dat is het wel de laatste tijd.

In een dorp bestaande uit een rotonde, een kerk en een café zou je denken dat deze drie (of minstens één van deze) punten de spil van de lokale gemeenschap zouden zijn. En dat zijn of waren ze ook. Alles is uiteindelijk met die kerk begonnen, daar is letterlijk het hele dorp omheen gebouwd. Maar de religieuze toewijding van de dorpelingen uit zich niet meer in de kerkgang, zoveel is wel duidelijk. De rotonde is vrij jong (lang was er een kruising plus stoplicht, maar rotondes schoten in de jaren negentig als paddenstoelen uit de grond, dus ook ons dorp moest eraan geloven), en is als verzamelplaats niet erg geschikt. Natuurlijk is er nog de school voor kinderen en hun ouders, en het sportcomplex voor voetballers, volleyballers, judoka's, tennissers, ruiters en amazones en al hun supporters.

Blijft over het café, maar het is niet het druk-bezochte knooppunt van het sociale verkeer in het dorp dat je zou verwachten. Tenminste, nú is het dat niet, niet helemaal. Toen ik klein was, Disney-tekenfilm-kijkend klein, stelde ik me bij een café iets voor van het café van Belle en het Beest, met onstuimig veel bier, gebrul en gevecht. Nu zijn Disneyfilms geen realistisch referentiekader, maar mijn ouders hadden hun café-gaande leeftijd achter zich gelaten. Hoewel ik niet denk dat ze me aan de hand hadden meegenomen als ze waren gegaan. Tekenfilm kijkende kinderen horen te slapen wanneer je naar het café gaat, je hoort niet naar het café te gaan wanneer je kinderen tekenfilms kijken.

Maar toen ik eindelijk zelf café-ganger werd, na eerst een tijd gesleten te hebben in een handvol bierketen, was 'tok' (moet ik dat nog uitleggen? Tok = TegenOver de Kerk?) wel degelijk het bruisende middelpunt voor jongvolwassenen in ons dorp. Naast het feit dat het café het vertrekpunt van de taxibussen naar discotheken, zomerfeesten en uitgaansstraten in grotere oorden, maar er was genoeg te doen om er een avond te blijven hangen. Onder de bezielende leiding van een wat zonderlinge jonge barkeeper bleven we komen. Hij zorgde dat niemand zonder drinken zat, en dat we door dronken ("I-j hebt d'r spiekers in zitt'n"). Om de beurt werden er platen in de computer gezet. "Make Me Smile" van Steve Harley and Cockney Rebel, dat was een goeie.

En als praten en ouwehoeren en muziek luisteren begon te vervelen, waren er nog voldoende dingen te doen. Jawel, spelletjes! Zoals: het eerder genoemde Mexico, het legendarische en beruchte kurkenspel, eenendertigen, kastjestoten op het biljart, tien-over-rood, gewoon biljarten en later was er poker. Er werden dingen georganiseerd. Er waren darttoernooien toen Barney en Co Stompé nog bekende Nederlanders waren. Soms werd de draaitafel tevoorschijn getoverd, en waren enkele muziekfanaten zonder verdere aanleiding een avond DJ. Sommige jongens probeerden elkaar af te troeven in het gokken uit de automaten, waarbij ze met een kennersblik strategische analyses deden. Persoonlijk heb ik er nooit veel vertrouwen in gehad, dat ze in het Engels "one armed bandits' heetten, dat beloofde niet veel goeds, in mijn ogen. Maar sommigen waren overtuigt: "Nu heb ik 'm door, echt!"

Hoewel het omslagpunt moeilijk is aan te wijzen, werd het rustiger in het café. Er zijn factoren genoeg die een rol hebben kunnen spelen in de afname van het cafébezoek. Mensen werden ouder (ook in de zin van ouder, van een kind), bier werd duurder, de zonderlinge jonge barkeeper verdween, de computer met alle goede nummers ging kapot, het rookverbod kwam, de crisis kwam, nieuwe jonge klanten kwamen er niet. Maar waar het echt aan ligt? Misschien is het thuis zitten wel zo veel beter geworden, en maakt RTL echt zulke leuke programma's. Ik weet het niet.

Uiteindelijk is het gevolg dat ik nu kijk wie er dit keer is komen opdagen als ik het café binnenkom. Dat terwijl ik ook al eens rondgekeken wie er nog niet was. De vanzelfsprekendheid is eraf, denk ik, en dat merk ik ook aan mezelf. Ik blijf thuis langer voor de kachel zitten voordat ik de fiets uit de schuur haal. Maar als ik ga, en dat is nog vaak genoeg, dan kan ik toch slecht wegkomen, ook als het rustig is. Vooral zondagavond is het fijn. Was het eerder een avond waar het afscheid van het weekend moeilijk viel, tegenwoordig is het de fijnste avond om in het café te zijn. Er is iets om op terug te kijken, het weekend. Het voetbal, het uitgaan, met de grapjes, verhalen en uitspraken die daar van zijn afgeleid. De energie en ongedurigheid van vrijdag en zaterdagavond zijn weg, en dus maakt het niet uit dat het wat rustiger is. Zoals de NOS de samenvattingen uitzendt, zo is voor ons de zondagavond de afsluiter. Zondagavond is om terug te kijken.

"so, where did we go wrong?
was it somewhere along this trip to Miami?
where did we go wrong?
was it somewhere along this trip to Miami?"



PS. Novastar was met Wrong een echte hit in het café, ver voordat het dit jaar opnieuw werd uitgebracht. Die eerste zin van het refrein, da's een geweldige meezinger. Nooit gewezen dat die die tweede zin dan over Miami ging, dat kwam er nooit helemaal zo uit. Who cares?

Ter informatie: even over de eerste regel. Het gaat te ver om er compleet over uit te weiden, maar wat je moet weten is dat Mexico (of Mexikaantje) een dobbelspel is. Wie verliest, verliest een punt (ieder begint met zes punten). Wordt Mexico gegooid (een 1 en een 2), dan gaan er twee punten af bij de verliezer. Dit is uiteraard een feestje voor de andere spelers, die dit vieren door hard en lang 'Mexico' te roepen, en daarbij te springen met hun krukken of stoelen. Vreemd genoeg is dat bij mijn weten nog nooit verkeerd afgelopen. De verliezer betaalt een rondje, uiteraard.

vrijdag 26 november 2010

Muziek: Die Ärzte - 3-Tage-Bart

Het komt nog voor, 's vrijdagsmiddags, dat mijn moeder haar kennersblik op mijn kin richt en vraagt: "Wanneer heb je je voor het laatst geschoren?" (eigenlijk is het vaak: "Wanneer he-j oe veur 't letste schoorn?", maar zoals je ziet is Twents op papier lang niet zo prettig als 'live') Ook m'n zusjes (of zussen, hoe zeg je dat als er een ouder is en de ander jonger? Aangezien ze allebei kleiner zijn houd ik het op zusjes) hebben regelmatig commentaar op mijn grillige scheerpatroon. Hoewel ze daarbij mijn moeders retorische vraag achterwege laten. "Je moet je scheren, broertje!" (Broertje?!? Heeft het dan niet per se met leeftijd of lengte te maken?)

Het is niet dat ik bewust bezig ben een snor of baard te kweken. Verre van. Het onderhoud van een juiste baard of snor lijkt me meer moeite dan de boel kort houden, en dat kan niet de bedoeling zijn. Want dat is het hem. Mijn ochtenden zijn kort, en dan moet je prioriteiten stellen. Ontbijt is onontbeerlijk; het verband tussen mijn gemoedstoestand en de inhoud van mijn maag valt waarschijnlijk perfect in een formule te vangen. Het sturen van m'n haren in dezelfde richting en het voorkomen van een kadaverlucht uit m'n mond en oksels zijn meestal de enige sanitaire maatregelen waar ik 's ochtend aan toe kom.

Maar de echte reden is denk ik dat het me niet erg veel schelen kan. Dus scheer ik me zodra ik merk dat een nog langere baard niet een, twee, drie te verwijderen is met mes of apparaat. En als ik me dan pas geschoren heb ben ik even heel tevreden met de gladde huid en de lucht van aftershave. Dat duurt om en nabij vijf minuten, en dan is het weg. Er is meer nodig voor een dagelijkse scheerbeurt, denk ik.

"Die Accessoires Sind Schon Perfekt,
Doch Eins Hast Du Noch Nicht Gecheckt
Die Glatte Haut Dort Im Gesicht,
Nein, Darauf Steh'N Die Frauen Nicht

Keine Frage, Dir Fehlt Der 3-Tage-Bart"



Reserve-clip:

"Had ik maar een baard als erwin.
Liep ik vast in één keer recht op.
Zou ik ook een motor kopen.
Eentje die dan past bij zon kop.
Kon ik uren blijven rijden
En dat stond dan niet raar.
Want met zon baard als erwin heb je het goed voor mekaar."

donderdag 25 november 2010

Muziek: Boh Foi Toch - Beernd van Kuperi-j

Nog even en dan begint het weer: Boer zoekt vrouw. Aan het thuisfront wordt er bijna evenzeer naar uitgekeken als New Kids Turbo. En dat wil wat zeggen, aangezien er een complete touringcar vol mensen eropuit trekt om de film te gaan zien. Ik zag de Duitse Bauer sucht Frau, en dat was een beetje te gelikt zo nu en dan, compleet met rozenblaadjes, hartvormige chocolaatjes en Westlife op de achtergrond. Zo zoet als Kirschschnaps. Hopen dat Yvon Jaspers er nog de nuchtere kijk op houdt. Ondanks haar zelfontworpen servies met heel (héél) veel frutsels erop geschilderd.

Een boer die ook in aanmerking zou komen op met de KRO een vrouw te zoeken is de man bezongen in het bovenstaande lied: Beernd van Kuperi-j. Op z'n Hollands: Bernard van de Kuiperij. Hans Keuper van Boh Foi Toch is een sterk verteller, en in dit lied schetst hij het beeld van een nuchtere, bedeesde, vrijgezelle boer die een meisje aanspreekt op straat. Hij valt met de deur in huis:
"goeindag, mien deern, bun i-j nog vri-j? Mien naam is Beernd van Kuperi-j."
Een goede openingszin, zonder meer, waarin hij zich in een klap voorstelt en informeert naar de burgerlijke staat van het meisje. Zoals je merkt zit onze Beernd er kort op, zo blijkt ook uit de volgende zin:
"Ik heb ne mooie boerderi-j, den is van oe, a'j trouwt met mi-j."

Want je ziet, Beernd heeft tijd gehad om hier over na te denken, zo lijkt het. Hij heeft 50 koeien en een hond, boert goed, zijn ouders wonen apart, dus er is voor twee plaats genoeg. Maar het is niet strikt zakelijk bij Beernd: als ze komt, krijgt ze zijn liefde, z'n hart, doet hij voor haar alles wat hij kan. Want hij voelt zich soms zo alleen, geen meisje durft het met hem aan.

Op het eind schetst hij een beeld van een dagdroom die hij heeft: in het voorjaar samen langs wei, hand in hand. Daarna, bij de beek in het gras, "Vleegt onze lieve in de brand". Terwijl de kalveren door de wei dartelen en de vogels hoog over vliegen, weet hij zichzelf geen raad. Zolang heeft hij hier naar gezocht. Hij kan zich niet voorstellen ooit genoeg van haar te krijgen.

Het is een beeld dat al veel te zien was bij boeren van Boer Zoekt Vrouw. Boeren met een goed bedrijf, de ouders het huis uit en met als enige kompanen z'n koeien en z'n hond. Als ze zo voor zichzelf kunnen pleiten als Beernd, misschien hoeft het dan niet zo te zijn.

Omdat ie zo mooi is, de hele tekst:
"Goeindag mien deern bun i-j nog vri-j
Mien naam is Beernd van Kuperi-j
Ik heb ne mooie boerderi-j
Den’s ok van ow a’j trouwt met mi-j
Ik heb good melk op al miene grond
Der is veur twee plaatse zat
‘k Heb viefteg beeste en een hond
Mien va en moo woont ampart
A’j bi-j mien komt geef ik mien lief
Geef ik mien hart

Ik zag ow aover straote gaon
I-j kwamen kort an mi-j veurbi-j
Mag ik wal efkes bi-j ow staon
Mien naam is Beernd van Kuperi-j
Ik heb ow hier nog nooit ezeen
I-j komt hier zeker neet vandan
Ik veule mi-j mangs zo alleen
Gin deerntjen wög ‘t met mi-j an
Ik doo veur ow a’j bi-j mie komt
Al wat ik kan

In ‘t veurjaor gao’w dan langs den es
Wi-loopt daor samen hand in hand
En bi-j de bekke in ‘t grös
Vleegt onze lieve in de brand
De kalvere stoeft haost deur den draod
De kieften reert hoog an de loch
Ik wette met mi-jzelf gin raod
Ik heb zolang hiernao ezocht
Ik kriege van ow jo neet genog
Nee nooit genog

Goeindag mien deern bun i-j vri-j
Mien naam is Beernd van Kuperi-j"



PS. Pas nog hebben we Boh Foi Toch bekeken in Hengevelde. Keuper geeft speeches tussen de nummers door waar, om met Finkers te spreken, 'geen chocola van te maken is'. De man komt diep uit het Gelderse, is me vertelt. Maar de nummers zijn schitterend.

Update 28-2-2011:
Het seizoen van BZV is afgelopen, en ik zeg er niet echt een Beernd tussen. Gijsbert kwam er nog het dichtst bij in de buurt: boer alleen met zijn hond en koeien. En "Onze lieve in de brand", het lijkt verdacht veel op "sex on fire". Bijna een letterlijke vertaling. Ik denk dat Kings of Leon nog een kleine donatie moet maken aan het adres van de heer Keuper. Of zou het toeval zijn?

maandag 15 november 2010

Muziek: Plan B - The Recluse

Er zijn café's, bioscopen, discotheken, theaters. Er zijn voetbalvelden, squashbanen, biljarttafels, kilometers asfalt om over hard te lopen. Er zijn honden, paarden, koetjes en kalfjes, katten en kippen. Er zijn vrienden, ouders, grootouders. Er zijn blonde haren, blauwe ogen, lachende monden. Er is werk, er zijn euro's om verdiend te worden. Er is school, een vak om te leren en een diploma te behalen. Er zijn redenen om naar buiten te gaan.

Maar soms lijkt het allemaal niet belangrijk of leuk genoeg. Hier zijn ook wel dingen. Vooral nu het water met bakken uit de hemel komt, is het goed toeven binnen. TNT bezorgde al kilo's boeken hier, en uren aan muziek, films en tv-series kwamen door kabels mijn laptop binnen gestroomd. Er is veel meer muziek dan radiostations je laten horen, er zijn meer films en series dan er in bioscopen en op tv te zien zijn en er zijn meer boeken te lezen dan er in het boekenpakket op school zat. Er zijn websites die je haarfijn uit willen liggen wat je wel moet zien, horen en lezen en vooral wat niet. Je moet er doorheen, al deze (soms betweterige) uiteenzettingen over wat goed is en waarom dan wel, maar dan blijft er met wat geluk toch iets over wat lijkt op een eigen smaak en mening. The World Wide Web kan je wereld een stuk wijder maken.

Maar soms is het web iets te wijd. Als alle goede muziekjes, boeken, films en series zijn binnengehaald en verteerd zijn, houdt het internet niet op. Het gaat gewoon verder. En om een of andere reden wil je toch weten waar het op houdt. Er domme irritante spelletjes die verrassend verslavend zijn, er zijn filmpjes met waterskiënde honden, met baby's met de evil look. Dan is er nog de twaalf procent van het internet dat uit porno bestaat. Het internet lijkt niet op te houden. En zo is er nog ergens, in een hoekje van dat web, een blog te lezen voor als je echt niet meer weet wat je met je tijd moet doen.

"Oh yeah they call me ‘The Recluse’
‘Cause I don’t go outside for nothin’, no one
Is gonna make me leave this room
Oh no they can’t tell me nothin’, no way"

zondag 7 november 2010

Kaascolumn nr. 1

“Dank jullie wel!” En dan valt er een ongemakkelijke stilte. Nou ja, stilte, ondertussen praten de aanwezigen rustig door. Soms kan je toch een kreet onderscheiden. “Hee Tom, wakker word’n! ‘k Heb dorst!”. Het gebeurt hier in de buurt vaak als er een bandje speelt, waar dan ook. De zanger of zangeres weet even niet wat hij moet zeggen, en kondigt dan toch maar het volgende nummer aan.
Het heeft niks van doen moet hoe het publiek denkt over de kwaliteiten van de band, en of er überhaupt geluisterd wordt. De kinderen in de optochten met de kermis en de jaarlijkse Sinterklaasintocht, voetbalelftallen en de pastoor in de halflege kerk: allemaal kennen ze de bescheidenheid van het lokale publiek. Een slap applausje bij de optochten, ingehouden kreten langs het voetbalveld en gemompelde gebeden: de vonken vliegen er niet vanaf.
Het mooist is het te merken op de zondagmiddag op de kermis. De grote massa aanwezig op het terrein vermaakt zich vooral door te kijken naar dorsmachines die zich in cirkels een weg door de modder ploegen. De rest, ongeveer een man of honderd, staat naar de band in de daarvoor te grote tent. In kleine groepjes bij elkaar wordt de band gadegeslagen. Één of twee biertjes in de hand, voetje op een oranje bierblad: “Gister nog laat ‘emaakt?”, “Oh, ging wa”, “Nog kopzeerte?”, “Neu, geet wa”, “Lekker wief, onie?” “Joah, mag d’r wa loop’n.” “Biertje?” “Ja, lekker man!” Als de band uitgeraasd is, soms met paaldanseressen en al, schreeuw de zanger of zangeres: “Dank-jullie-wel!” -Dat schijnt een vaste vorm te zijn voor bands: dank jullie wel, jullie allemaal, dus allemaal klappen, want ik heb je er al voor bedankt- Maar het publiek reageert vaak met een ingehouden gebrom en een paar halve pogingen tot klappen. Iemand joelt misschien een whoohoo! maar deze kreet galmt meestal eenzaam de tent uit. “Oké, het volgende nummer is onze nieuwe single…”
Het is niet dat we niet willen klappen, of juichen. Ten eerste is klappen met een beker bier in je hand een opgave: je moet het bekertje tussen je tanden klemmen en dan met je hoofd zo stil mogelijk je handen tegen elkaar slaan. Met twee bier is zelfs dat geen optie meer. Ten tweede, een overgroot deel komt naar feesten, cafés en optredens om te praten, ook al blijft dat soms bij het opmeten van het achterwerk van de zangeres. Ten derde, je steekt je kop niet boven het maaiveld uit. Applaudisseren en juichen zijn bij uitstek groepsactiviteiten, het is iets waarvoor je medestanders nodig hebt. Niet zelden is iemand tot de orde geroepen als hij begon te klappen, juichen, springen of zelfs met zijn voet op het ritme probeerde te bewegen. “Doe normaal joh! Ie bunt toch geen homo?”

PS. dit was voor de uitzending van Studio Buzzel gisteravond. Het opnemen en uitzenden gingen echter nog niet van een leien dakje. Volgende maand maar weer een poging doen

maandag 1 november 2010

Muziek: Fatal Flowers - Younger Days

Het is een van de gewaarwordingen die nagenoeg elk Nederlands kind eenmaal ondergaat: te weten komen en uitgelegd krijgen dat Sinterklaas niet bestaat. Of beter gezegd: hij is al een paar honderd jaar dood, en daarmee niet in staat alle kinderen in het land blij te maken. Na de aanvankelijke verbijstering volgde bij mij als snel een vreemd gevoel van trots: ik wist nu iets wat volwassenen hoorden te weten, en moest met hen samenzweren om de gelovigen gelovig te houden. Ik had het vermoeden dat het eerste van vele volwassen geheimen was. Ik dacht dat ik snel hierna geheim na geheim te horen zou krijgen, van sigaretten, alcohol, laat opblijven en enge films. Ik kon niet wachten. Net als de de vogel van André van Duin wist ik wat ik worden wou: ouder.

Maar het aantal geheimen die ik nog te weten kwam in de jaren erna vielen tegen, en de geheimen die ik te weten kwam werden met veel minder mysterie en ritueel gepresenteerd. Toen de eerste sigaret en het eerste biertje eigenlijk helemaal niet lekker waren, begon me al te dagen dat de werkelijkheid misschien niet geheel eer deed aan mijn verwachtingen. Hoewel ik over de teleurstelling van dat eerste biertje wel heen gekomen ben. Maar waar veel puberale baldadigheid en rebellie vandaan komt heeft denk ik veel met dit soort teleurstelling te maken. Ergens hadden we het vermoeden dat de volwassenen wat achter hielden, dat er toch meer te halen moest zijn dan dat we tot nu toe gekregen hadden. We wilden dat de volwassenen al hun volwassen geheimen met ons deelden, en wel nu!

Nu ik volgens de meeste omschrijvingen volwassen ben, ziet alles er toch anders uit. Hoewel 23 volgens de meeste maatstaven nog jong is, zie ik ook leeftijdsgenoten, waaronder ikzelf, soms terug verlangen naar 'toen we nog jonger waren'. Er zijn ook mensen die vinden dat vroeger alles klote was, en daarvan hebben vaak leraren, ouders of hele dorpen, steden of zelfs landen de schuld. Maar wensen dat je weer jong was is een voorkomender en ook mooier sentiment.

Het zinnetje "was ik maar weer..." wordt overigens afgemaakt met een hele variatie aan leeftijden en levensfases. "Zestien" is vrij populair: eigen geld, uitgaan, tabak, alcohol en gemotoriseerd vervoer gingen dat legaal tot de mogelijkheden behoren, zonder dat daar erg veel verplichtigingen en verontwoordelijkheden tegenover hoefden worden gesteld. Allerlei basisschool-leeftijden zijn ook de overweging waard, hoewel de brugklasfase minder populair lijkt. "Was ik maar weer dertien"? Ik hoor het niet vaak. Het te veel een tussenfase zijn.

Maar zelfs de periode waarvan je onmogelijk nog herinneringen van kunt hebben spreekt tot de verbeelding: het zijn van een baby. Hoewel je capaciteiten zich beperkten tot eten, slapen, poepen en huilen, is het juist deze eenvoud die mensen aan moet spreken: de verwachtingen van de omgeving minimaal. Iedere eerste lachje, woordje, stapje, kruipje, haartje, tandje, boodschap op het potje en doorgeslapen nacht werd met liefde en vreugde begroet waartoe ouders en grootouders (in ieder geval moeders) genetisch toe geprogrammeerd zijn. Wat je ook doet of bent, jij kunt het niet helpen, en dus ben je volledig gevrijwaard van ellende en negativisme. Zelfs een buurman Finkers die je lelijk vind zal zeggen dat je een 'lief kind' bent. Er zijn slechts weinig mensen met het idee van eerlijkheid van Hans Teeuwen.

Vaak komt de weemoed naar vervlogen tijden neer op jeugdige onwetendheid. Want wat het je er nu in hemelsnaam aan gehad dan? Je weet dat Sinterklaas niet bestaat. Nou, welgefeliciteerd. Het heeft je een kruiwagen vol in elkaar geflansde surprises opgeleverd, en zelf heeft het je al met al dagen aan het maken van gedichten en paarden van papier maché, en het kopen van cadeau's. Wat er werkelijk aan genoegdoening overblijft is iemand gretig jouw cadeau zien uitpakken, en bewonderen. Als je geluk hebt krijgt je de lachers, hoewel anoniem, op je hand als je gedicht wordt opgelezen. Maar soms zijn zelfs deze pleziertjes je niet gegund. Dan zie je een kindje de jutezak ondersteboven houden op zoek naar de rest van zijn cadeautjes, terwijl je het in gedachten ziet nagaan wanneer het in het afgelopen jaar zo stout is geweest dat het niet de halve Intertoys-catalogus, die toch zo duidelijk op zijn lijstje vermeld stond, in de zak terug vindt. "Ik ben heel ontevreden." Gelukkig zit de boosdoener dan al weer op de boot naar Spanje en snap je waarom deze Goedheiligman in het hoofd van Dick Maas er niet al te goed en heilig vanaf komt.

"Makes you wanna go back to those places
You used to stroll along each night
It makes you realise that these are
times long gone by"



PS. eerder genoemde opvattingen over baby's van Herman Finkers en Hans Teeuwen:

"Kijk, dat zou ik nooit doen. Als een kind echt niet mooi is, dan zou ik
niet gaan huichelen. Ja, akkoord, je kunt natuurlijk moeilijk zeggen: "Wat is
dát een lelijk kind!" Dat kan niet. Wat ik altijd doe als een kind niet zo mooi
is, dan zeg ik: "Het is een lief kind".
Onze buren, bijvoorbeeld, die kregen een ontzettend lief kind. Toen heb ik
ook heel eerlijk gezegd: "Dit is het liefste kind dat ik ooit heb gezien".
Het zit nou ook in het tehuis voor lieve kinderen."

vrijdag 29 oktober 2010

Muziek: Bruce Springsteen - Radio Nowhere

Normaal ga ik nooit. Ik ben er zelfs een beetje op tegen. Maar afgelopen zaterdag stond ik er weer. Ik was op een piratenfeest. Ik had een excuus: één der piraten was een vriend die me met lichte dwang had uitgenodigd te komen. En toen bleek dat het in het café een slome bedoening was, werden er wat mensen bij elkaar geharkt en een taxi besteld. Overigens voor een afstand van drie à vier kilometer, maar het rotweer in combinatie met een lichte allergie tegen fietsen (deze draagt zover dat er mensen zijn die bewust geen fiets in hun bezit hebben), bleek een taxi de juiste oplossing.

Het blijft een cultuur op zich, de etherpiraterij. Als echte piraten gaan ze in tegen de wet, en worden ze ook nagezeten door de overheid. Ze dragen bodywarmers, fleecevesten en ruitjesbloezen met eronder kisten of klompen. Via een groot netwerk worden zendmasten, zenders en andere apparatuur verhandeld. Op minder in het ook springende locaties worden tenten opgezet of worden schuren omgebouwd tot bierhallen en wordt er een week of weekend lang uitgezonden. Dan wordt de boel weer afgebroken en ingepakt, en gaat andere piraat op dezelfde frequentie, maar op een andere locatie verder. En zo is er bijna altijd wel een zender in de lucht. Soms wordt er een opgepakt, wordt er een zender in beslag genomen of wordt een dwangsom opgelegd. Dat gaat om grote bedragen, en dan is het even voorbij met de pret.

Piratenmuziek is een moeilijk te definiëren genre. Want eigenlijk is het geen genre. Het is een verzameling van smartlappen, schlagers, polka's, rock, pop en country. En dan het liefst in de Nederlandse of Duitse taal. Zo heb ik al eens The Beatles gehoord op een piratenzender, maar dan wel met de Duitstalige versie van "She Loves You", "Sie Liebt Dich". Jannes, Grad Dames, Dries Roelvink, Nick en Simon, en andere succesnummers op zogenaamde megapiratenfestijnen zijn echter taboe op de lokale radiostations. Nieuwe muziek is sowieso niet een goede keuze, ook omdat velen ervoor kiezen enkel ouderwetse vinylsingles te draaien. De muziek is obscuur maar vertrouwd, simpel maar oprecht, soms vals maar altijd met overtuiging. En de muziek is bijna nooit op uw legale stations te beluisteren, en dat is uiteindelijk wat het piratenmuziek maakt.

Maar de muziek waait een beetje langs me heen deze avond. Ik drink halve liters bier, rook vanillesigaartjes, praat over niets bijzonders en voor ik het weet staat de taxi weer klaar. Er zijn deze avond opvallend weinig bodywarmers, fleecevesten en ruitjesbloezen te zien, waardoor mijn Beatles-shirt niet helemaal uit de toon valt. Voor even zit ik weer aan mijn quotum voor plaatjes van de Sunstreams, Heintje en Wilma. Ik slaap wat, en een paar uur later schalt er weer vertrouwde rockmuziek uit de radio.

"This is Radio Nowhere . . . is there anybody alive out there?"

LINK naar youtube

zaterdag 23 oktober 2010

Muziek: Nada Surf - Popular

Ik ben populair. Bij de jongere jongens uit mijn dorp. "... ... wil vrienden worden" staat er in mijn mailbox, en voor ik het weet kan ik weer een twaalfjarige dorpsgenoot rekenen tot mijn vriendengroep, die inmiddels minstens een compleet jeugdelftal omvat. Ergens verdenk ik mijn jonge vrienden ervan dat ze me slechts als een nummer zien. Weer een erbij, zodat ze in de brugklas niet voor paal staan met slecht vijftig vrienden op hyves.

Heel Nederland wil zich 'profileren' op internet. Dat wil zeggen dat ze goed voor de dag willen komen, mocht iemand hem of haar googelen/googlen/googleën (de eerste optie rekent m'n spellingscontrole goed, voor uw informatie). Op facebook, hyves, myspace, twitter en de rest van het zootje wil 'heel Nederland' gezien worden met de juiste muziek, filmpjes en foto's, terwijl ze fan zijn van de juiste mensen, en vriend zijn met de juiste vrienden, en de juiste hoeveelheid vrienden en de juiste dingen zeggen en verzwijgen. Sociale internet-netwerken draaien om alles waar high schools in Amerikaanse films om draaien: zo interessant en populair overkomen als mogelijk is.

Zo lijkt het. Je kunt op internet meer zijn dan alleen jezelf, en meer van de wereld zien dan de plaats waar je woont en werkt. Je kunt iedereen laten zien wat je kwijt wilt, en degenen die geïnteresseerd zijn blijven plakken, de rest klikt door. Bij vrienden is een netwerk als hyves vooral handig om te zien of dat meisje van gisteravond nu nog even knap is als ze leek met een halve krat bier achter de kiezen om twee uur 's nachts. Valt het mee, dan biedt hyves tal van mogelijkheden om er werk van te maken. Zo niet, dan klik je door, verder, weg (rechterbovenhoek, of alt+F4).

Er is al een site waarmee je alle lidmaatschappen van alle netwerken kunt verwijderen. Je rukt jezelf van het internet, en blijft zitten met je de mensen die je werkelijk van gezicht kent. Want deze vorm van samenleven is geen leven. We degraderen onszelf tot een collectie foto's, teksten en gegevens. Niemand ziet het trekje als je nerveus wordt, niemand ziet wanneer het je echt menens is, niemand ziet wie van de tweehonderdeenendertig je beste vriend is. Je weet niet eens meer wie het allemaal zijn, en daarmee werd 'ontvrienden' het woord van het jaar 2009.

Ik snap deze bezwaren. Maar had je dit ooit gelezen als je me niet 'gevonden' had op internet? Ik hoef je vriend niet te zijn, ik hoef geen verkering en heb niet de illusie dat ik 'ontdekt' wordt en daarmee beroemd en rijk zal zijn. Ik hoop dat je dit leest, even nadenkt, of lacht, of je hoofd schudt en dan weer aan de slag gaat. Want dat weet ik al wel, mijn lezers lezen van maandag tot en met vrijdag, van negen tot vijf. Dit is als sudoku, en de strips achterin de krant. Hup, ga werken, leren, breien, afwassen. Maar het schrijven van teksten is zinloos tot het moment dat ze gelezen worden. Dus bedankt.

"I'm head of the class
I'm popular
I'm a quarter back
I'm popular
My mom says I'm a catch
I'm popular
I'm never last picked
I got a cheerleader chick"

vrijdag 15 oktober 2010

Muziek: Nick Cave & The Bad Seeds - Into My Arms

Volgens humoristen van buiten het dorp is onze woonplaats het volgende: een rotonde met een kerk ernaast. En eigenlijk kun je het ze niet kwalijk nemen: ons dorp is letterlijk ontstaan bij het bouwen van de kerk. Nu is het dorp er nog, vol met leven, maar bloedt de kerk dood.

De kerk raakt leger en leger, en kerkgangers wijzen met een beschuldigende vinger naar ons, de jeugd. Want we komen niet meer. Nu is dat een beetje een loos verwijt, want als alle katholieke dorpelingen van boven de veertig ieder weekend de kerk bezochten, had de pastoor over belangstelling niet te klagen. Maar ze hebben een punt, mensen van tussen de achttien en dertig jaar oud zijn er, denk ik, nauwelijks te vinden in de banken. Uitgaan, werk, voetbal en uitslapen worden genoemd als oorzaken. Maar daar gaan ze voorbij aan misschien wel ons grootste bezwaar om de het huis van god met een bezoek te vereren: we geloven niet meer in de beste man. Of we geloven in ieder geval niet dat hij wat voor ons kan doen. Of iets voor ons zou doen, als we naar de kerk zouden gaan.

We hebben op de basisschool geleerd over Jezus en zijn apostelen, kwamen samen in de 'hal' voor advent, kerst en (palm)pasen. Bereidden in ons in groep 4 voor op de eerste heilige communie en deden in groep 7 en 8 samen ons vormsel. Vanaf groep 5 kon je je opgeven voor het kinderkoor, en vanaf groep 7 kon je je aanmelden als misdienaar. Vandaar uit kon je nog promoveren naar acoliet. We hebben dus wel degelijk de basis. Maar ergens is het dan toch mis gegaan.

Niet alle ouders waren even fanatiek, dus misschien zat de sleet er al in de generaties voor ons. Enkelen ging elke week, anderen alleen met bijzondere gelegenheden, en sommigen niet. Daarbij komt dat we, eerst op de basisschool en later op de middelbare school, leerden over Darwin en de evolutietheorie. En we weten genoeg over slagen en falen, leven, ziek zijn en dood gaan om te denken: bidden doet het hem niet. Het komt erop neer dat de meesten god niet nodig (denken te) hebben.

Wat overblijft is een vorm van respect. Laat ze maar gaan, als ze willen, maar wij doen niet mee. We zullen niet op de kerk kalken "God bestaat niet", maar we gaan er niet meer naar binnen. De meeste kinderen worden nog gedoopt, en nog steeds bereidt de school eerste communies en vormsels voor. Het is de vraag hoelang deze rituelen nog in stand blijven. Want ironisch genoeg is de kerk het volst bij avondwakes en begrafenissen. De kerk wordt in de jeugdige volksmond alleen nog gebruikt om de plaats van het café aan te geven: tegenover de kerk (tok). En daar wordt er regelmatig geopperd: misschien kunnen we er straks nog een discotheek van maken.

"I don't believe in an interventionist god
But I know, darling, that you do
But if I did I would kneel down and ask him
Not to intervene when it came to you
Oh, not to touch a hair on your head
Leave you as you are
If he felt he had to direct you
Then direct you into my arms

Into my arms, o lord
Into my arms, o lord
Into my arms, o lord
Into my arms"



Oorspronkelijke video

woensdag 6 oktober 2010

Muziek: Theo Maassen - Mengvoeders United

Langzaam houdt de zomer op. De tijd van tentfeesten en terrassen is over. Thuis gaat de houtkachel weer aan. Je schrikt als het donker is geworden zonder dat je het door had. TV-stations weten dat, en beginnen met de goede (of enkel dure) programma's als het buiten weer donker is 's avonds. En met het uitzenden van oude films, want geen seizoen is zo goed voor nostalgie als de herfst. Als je ziet dat alles minder wordt.

3FM zond een week lang platen uit de jaren 90 uit, en dan niet de tijdloze platen: house, happy hardcore, grunge, boybands, girlbands en meer toen bedachte genres die nu uit de tijd zijn geraakt. Veronica speurde een kleine jaren-negentig-revival en zond drie zondagavonden achter elkaar Flodder-films uit. Hoewel de eerste film stamt uit 1986 en ik nog geboren moest worden toen Kees sprak: "Buurman, wat doet u nu?", is Flodder 'van ons', de mensen geboren in de jaren tachtig. Afgelopen zondagavond was Flodder 3 aan de beurt. Flodder 3, we zagen het ooit op een woensdagmiddag, op het feestje voor Willems tiende verjaardag.

De beamer aan, het scherm naar beneden, tafel en stoelen in bioscoop stand: het café was er klaar voor. Als smoes konden we aanvoeren dat alles al zo stond vanwege de Samenvattingen, voor het geval dat. Maar we willen allemaal kijken, getuige het geschreeuw naar de barman dat het geluid weer aan moet na afloop van de reclame. En we weten alles nog: de roze wagen op de landingsbaan, Kees (de jongen) in douche van de tennisdames, de weddenschap met twee glazen bier en een jenever. Maar dat maakt niet uit, Flodder draait nooit, maar dan ook nooit om het verhaal.

Flodder draait om rijkelui. Nou ja, niet echt, maar lees. De Flodders zelf zijn te gemaakt om werkelijk een beschrijving te zijn van een bevolkingsgroep. Hun buren daarentegen, de bovenklasse, zijn wel een groep die echt bestaat, en die echt leven in wijken als Zonnedael. Veilig van de buitenwereld, in hun eigen wereldje met eigen hockeyclub, tennisclub en twee gemeenschappelijke eigenschappen: een fikse bankrekening en (een schijn van) beschaafdheid. De film laat ze botsen met de Flodders, die juist precies doen wat ze willen. En zo komen de primitieve instincten van de elitairen naar boven. Want Flodder is primitief: geweld, bier, junkfood, extreem kattekwaad, seks en de borsten van Tatjana Simic. Die borsten, ze zijn voor velen de eerste blote televisieborsten, en maakten van Tatjana hét sekssymbool, óns sekssymbool. "Buurman, wat doet u nu?" Buurman, wij zagen wat u deed, en we snapten het wel een beetje, wat u deed.

Ook wij raken in de roes van nostalgie, en 2 BROTHERS ON THE 4TH FLOOR knalt na afloop uit de boxen. Tot drie keer toe. Als daar de gein eraf is, en er langzaamaan rustiger muziek wordt gedraaid, schakelen we over op andere nostalgie: Theo Maassen als de slome vriend van Henk van de Tillaart. Ook al zo'n kraker van vroeger, waarvan velen wel een zinnetje kennen. We brullen nog een paar keer hard "HENKIE PENKIE, SPERMA TANKIE!" en gaan dan naar huis. Maandag was het weer gewoon 2010.

"Wat ben je toch een geweldig iemand, Henk. De beste dat ben jij. Vriendelijk, hulpvaardig, sympathiek. Niks dan lof, Henk, niks dan lof. Hiep, hiep, hiep, hiep, hiep, hiep, hoera, Henk! Chapeau! Chapeau! Chapeau!"



PS. Oké, dus het is geen muziek. Maar wel de moeite waard. Naast de (grove) grappen kun je de treurige ondertoon horen van iemand die op een gegeven moment zijn beste vriend niet meer in het spoor kon blijven. Voor wie muziek wil:

woensdag 29 september 2010

Muziek: Daniël Lohues- Denk aal An Joe

Slapen, hoe moet dat? Ik heb werkelijk geen idee. Hoe doe je het? Je gaat liggen, sluit je ogen. En dan komt de slaap, als je maar een beetje moe bent, er geen bouwlamp op je harses schijnt en je je ogen maar dichtdoet. Je valt in slaap. Er voltrekt zich een patroon van lichte, diepe en REM-slaap, en na een uur of acht wordt je weer wakker. Je denkapparaat volledig gereset en uptodate.

Zo zou het moeten gaan, moeten zijn. Maar als ik ga liggen, begint het denken. Denken doe je het meest als je niets te doen hebt, en dat is nou net wat je óók moet doen als je slapen wilt. Alcohol wil weleens helpen, tegen dat denken, net als nachten overslaan. Maar je leest en hoort weleens dat dat ongezond is. Ik denk als ik slapen moet. En als het denken me niet bevalt, ga ik wat anders doen. Maar dat is ook niet echt slaapbevorderend.

M'n probleem is niet echt het slapen. Het zijn de startproblemen. En de motivatie. Wie wil er nog slapen als je net nog die film kijken kunt, het boek kunt lezen, er nog fijn een kunt drinken of eindelijk eens een beetje opschiet met leren of schrijven of wat dan ook? In de ochtend werkt het niet echt. Dan kan ik niet genoeg van m'n bed krijgen. 's Ochtends nog even fijn de krant lezen voor vertrek? Een uitgebreid ontbijt? Scheren? Nah. Mezelf eruit hijsen en weg. Zwijgend.

Ideaal is dat niet. Half-ingepakte tassen, lege magen en onverzorgde voorkomens zijn het gevolg. Wakker worden is evenals het slapen gaan geen knop die ik om kan zetten. Ik moet dat spul hebben dat ze bij The A-Team gebruiken om B.A. Baracus het vliegtuig in te krijgen. Één pilletje in zijn tweeliterpak melk, een paar slokken, en honderd kilo Afro-Amerikaans spier- en vetweefsel valt om. Omgerekend heb ik vast aan een halve genoeg. In een glas water, slik, klik, licht uit. Slaap lekker.

"De wind is gaon liggen
Dat gao ik dalijk ok maar doen
Volgens mij bel jij toch nie meer zo laat
Eerst nog eben kieken, eerst nog eben wachten
Wie wet, gebeurd er nog wel wat"



PS. Lohues is een Drent. Het Drentse aal (=steeds) niet verwarrend met het Nederlandse (=paling en andere lange nepvissen) of het Twentse (=mest). Joe betekent jou, of jij. Dat je niet denkt dat Lohues droomt van een besnorde Amerikaan.

vrijdag 24 september 2010

Muziek: Britney Spears - ...Baby One More Time

Er was eens dat ik dacht dat meppende vrouwen gaaf waren. Je weet wel, als in de film: een man zegt iets lomps, doet iets lomps of biecht op dat hij iets lomps gedaan heeft. En dan: PETS! Bitchslap, heet dat in het Amerikaans (letterlijk vertaald: tevenmep. Spellingcontrole herkent het niet). In de film zijn de mannen altijd ouderwets opgevoed (mannen slaan vrouwen niet) en kijken berouwvol naar de vrouwen, terwijl ze verontwaardigd over hun gekwetste wang wrijven. Als een hondje dat streng is toegesproken. Zo gaat dat. In de film.

'In het echte leven' is alles net iets anders. Want ik was er bij, eens. Situatie: de terugweg van Dancing Bruins, zondag op maandagnacht (vraag me niet naar een datum, of een jaartal zelfs), in een oude lijnbus die door het taxibedrijf alleen nog van stal gehaald wordt als ze zeker weten dat ze dronken, luidruchtige en onbenullige mensen moeten worden opgehaald na een avond uit. Strontscheppen doe je ook niet in je beste pak. En inderdaad, er waren dronken, luidruchtige, onbenullige mensen aanwezig. We moesten de taxi delen, zoals zo vaak, met andere dorpen. Er ontstaat een vreemd conflict tussen een aantal jongens uit 'mijn' dorp, en een paar meisjes.

Het was al een heftige rit. Een van onze dorpgenoten had het, voor onduidelijke redenen, voorzien op een jongen die stilletjes in een stoel verderop zat. Scheldend sprong hij steeds op, en drukten we hem terug in zijn stoel, met steeds meer moeite. En toen gebeurde het. In het gangpad, bij de deur, haalde een meisje tot drie keer over fel uit op de wang van de jongen. Klap één hoorde ik slechts, maar zo'n geluid doet je hoofd omdraaien. Nummer twee en drie kon ik ook zien. Ze waren raak. De jongen reageerde alleen niet als een berispt hondje. Hij was laaiend. En zo kwam het dat we twee mannen achter in de bus steeds terug in hun stoel moesten douwen. Ze werden doller en doller, terwijl het gescheld en getier maar doorging (in het geval van het bitchslap-conflict over en weer, het was geen meisje dat de hoofdrol krijgt in de film). Een stang brak los van het plafond doordat deze als hefboom werd gebruikt. Draadjes die ooit stopknoppen in contact brachten met de chauffeur hielden de boel nog enigszins op hun plaats.

Met tussenpozen keek de chauffeur onzeker in de spiegel naar het tafereel, maar hij is wijzer dan zich te mengen in het gebeuren. Bij dorp nummer één stapten de meisjes en de stille jongen uit, en zo was de rust weder gekeerd. Ondertussen had ik nog steeds geen benul waar alles nu in hemelsnaam over ging, maar hé, ik was ook naar Bruins geweest.

Later die week kreeg ik dan toch, in verschillende versies, uitgelegd waarover het hele gedoe nou ging. Het mepmeisje had rond staan vragen of er nog een jongen was die met haar vriendin wilde zoenen. Ze vond er één, en haar vriendin zocht met de vrijwilliger een bankje achterin de bus op. Maar deze 'versiertruc' stuitte op nogal wat commentaar, en de vergelijking met het oudste beroep ter wereld (en niet dat van jager of verzamelaar) was aanleiding om eens flink uit te halen. Geen sjiek verhaal al met al. Zul je niet snel in een film zien. Een week later bracht de bitchslap-bus ons naar een andere uitgaanslocatie. Nog steeds hielden draadjes de stang op zijn plaats...

"Hit me, baby, one more time"

LINK naar jong dansend schoolmeisje Britney. 90s request komt eraan op 3FM, dus ik kom er mee weg.
En als bonus, covers van dit topnummer in allerlei kleuren en smaken:
Bowling for Soup


The Veronicas


Travis (de beste)

woensdag 15 september 2010

Muziek: AC/DC - You Shook Me All Night Long

Ik kijk, en ik denk velen met mij. Ze lopen maar rond, met kleren waarmee ze een gaten in een bankrekeningen hebben geschoten. Met make-up, en de haren mooi. Vrouwen. Ik weet het, eigenlijk moet ik op zoek naar innerlijke schoonheid, intelligentie, sympathie, en dat soort dingen. Maar je kunt nooit iedere vrouw die je ziet ook leren kennen, dus als je het toch bij kijken moet laten... doe dan die mooie maar. Of ze een goede maaltijd op tafel kunnen zetten boeit dan niet zo veel. Bovendien, het je ooit horen zeggen: "Kijk dan! Die Fiat Panda, die rijdt me een partij zuinig. En dan dat handige dashboardkastje. Joh, als ik daar eens in mocht rijden..."

Er zijn mensen die werkelijk alles met een auto kunnen vergelijken. En ook hier gaat de vergelijking wel verder op. Er zijn auto's van klassieke schoonheid, die als oldtimer nog steeds fonkelen, evenals de pronkende eigenaar. Dit is meestal alleen weggelegd voor de rijken, of de mensen die er al hun geld in hebben gestopt, en krom moeten liggen om met mooi weer te kunnen toeren met hun deftige wagen, ver boven hun stand. Er zijn auto's die in eerste instantie blinken en flink te keer gaan, maar al binnen een paar jaar kuren vertonen, waarna ze zo goed als waardeloos zijn, rijp voor de sloop. En er zijn de auto's die met verstand aangeschaft zijn, en die jarenlang trouw de baas van hot naar her brengen. Weinig jaloerse blikken, maar wel een goed huwelijk. Waarschijnlijk is er voor elk type vrouw een 'passende' wagen te vinden, en bij elke auto valt in te beelden wat voor een vrouw ze zou zijn geweest. Misschien geldt dat ook voor boten, ik heb begrepen dat ze altijd vrouwennamen hebben.

Maar voor ik vijanden maak, laat ik zeggen dat ik geen groot autoliefhebber ben. Dus de vrouw-auto-vergelijking is in z'n geheel niet praktisch: ik zit in gedachten bij elke vrouw die ik ken een autotype te zoeken. Wat blijkt? Ik ken niet genoeg automerken, en modellen en types en dat soort zaken. Bovendien is op de kartbaan gebleken dat ik geen bijzonder goed coureur ben. Geen snelle wagens of dames voor mij. Bij een auto kijk ik vooral naar de radio. En dat is innerlijk, toch? Daarnaast vind ik ruimte erg belangrijk. Jawel, ik zoek er een met inhoud.


"She was a fast machine,
She kept her motor clean,
She was the fastest damn woman that I ever seen"



PS. Heerlijke clip. Fout natuurlijk, dat wel. En dames, excuses voor de ongeëmancipeerde tekst. Ik kom nog eens met een zeer vrouwvriendelijk stukje. Echt waar.

dinsdag 7 september 2010

Muziek: I Am Kloot - Proof

Er zijn er die zonder kunnen. Die kunnen het zelf. Of ze kunnen niet meer stoppen als ze eenmaal begonnen zijn. Anderen vinden iedere vorm van inname een bedreiging voor de veiligheid en stabiliteit en gezondheid in de wereld. Of ze vrezen voor een slecht effect op de darmflora.

De oudste harddrug ter wereld is niet onomstreden. Het (overmatig) gebruik ervan leidt tot meer ongelukken in het verkeer en op de werkvloer, schaadt de gezondheid en werkt als katalysator in menige uit de hand gelopen ruzie. Alcohol heeft ook een hand gehad in menige impulsieve actie, die al dan niet positief heeft uitgepakt. Om Herman Finkers te citeren (en dat doe ik, want op Finkers-quotes kun je groot gaan): "Ja, oké weliswaar sterven er jaarlijks duizend mensen aan de gevolgen van alcohol, maar van de andere kant komen er ook weer tweeduizend mensen bij als gevolg van alcohol".

Daarnaast levert alcohol de beste verhalen op. Luister maar naar de verhalen in de kroeg, bij bruiloften en op reünies. En ze worden sterker en sterker, want wie weet er nu nog precies wat er gebeurde en hoeveel drank daarvoor nodig was? Dus je vertelt wat goed voelt, en niemand stelt er Kamervragen over, of vraagt naar de betrouwbaarheid van je bronnen.

Maar het succes van alcohol kan worden verklaard door het effect wat het heeft tussen de oren. Overpeinzingen, twijfels, zorgen, pijntjes en angsten verdwijnen of vervagen voor even. Alcohol is het oplosmiddel voor problemen, het spoelt ze uit de bovenkamer en dan stroomt alles voor een tijdje soepeltjes door je lijf. Helaas is de problematiek de volgende ochtend weer even hard aangekoekt in je hersenpan, als het solvent uit je systeem verdwenen is. Op de lange termijn lost alcohol niets op. Wat je overhoudt is een droge mond en flarden van de vorige avond die de sterke verhalen van morgen zijn.

"Hey, could you stand another drink
I'm better when I don't think"

maandag 23 augustus 2010

Muziek: John Grant - I Wanna Go To Marz

Aan het einde van de regenboog staat een pot met goud. Verschillende boeren in de Hoeve zijn zonder het te weten even steenrijk geweest. Laatst nog verdween er een regenboog achter de bomen bij het trainingsveld, voorbij de voormalige gemeentewerf. Niks over in de krant gelezen.

Wat het idee achter de legende van de pot met goud is weet ik niet. Maar ik vermoed dat de strekking ervan toch is dat sommige dingen gewoon niet bestaan, niet gebeuren. Het Paradijs, Bounty, Walhalla, Zweden, Tibet, Hawaï en de Hemel, de plaatsen waar alles koek en ei is. Waar je je zonder einde tegoed kunt doen aan zalig voedsel, drank die je wel de roes geeft maar niet de hoofdpijn (en 72 maagden). De zon schijnt, en je overleden lievelingsoma zit in de leunstoel sokken te breien. Het is zo fijn om je voor te stellen dat het er aan het eind van de rit er iets is dat alles de moeite waard maakt. Eigenwijs doorlopen naar het einde van een baan door druppeltjes water gebroken zonlicht. Als je je ogen tot spleetjes knijpt kun je de vonkeling van het goud al zien.

Het gaat om alles krijgen wat je wilt. Je moet het proberen, maar nooit zul je alles, echt alles krijgen. Je moet kiezen, links of rechtsom het bos, door of over de beek. En soms heb je net helemaal naar Zweden gereden om erachter te komen dat daar niét alle vrouwen helblond haar en een Cup D hebben. Tegenslagen, omwegen, teleurstellingen, je komt het allemaal tegen. En hoe weet je hoe je moet gaan? Meestal is er geen regenboog.

"I wanna go to Marz
Where green rivers flow
And your sweet sixteen is waiting for you after the show
I wanna go to Marz
We'll meet the Gold Dust Twins tonight
You'll get your heart's desire, I will meet you under the lights"



PS. De Gold Dust Twins zijn twee negertjes die op de verpakking van een Amerikaans merk waspoeder stonden. Ze staan voor verbroedering en dergelijke, naar het schijnt. Zoiets als die twee jongetjes van Duo Penotti in die ene tuinbroek.

zaterdag 14 augustus 2010

Muziek: Boh Foi Toch - Loat Mi-j Goan

Over poëzie. En over poëzie en muziek. Bij gedichten stellen we ons, behalve met Sinterklaas, een stalen gezichten en onbegrijpelijke dubbelzinnigheid en mystiek voor. Mannen met wilde haren en een bril, die hyverventilerend met onvaste stem hun onnavolgbare zinnen de ruimte in schreeuwen.

Voor gedichten gelden allang geen regels meer. Moet het rijmen? Nee. Moet het ritmisch zijn? Ook niet. Die vormen zijn er wel. Maar ieder gedicht moet één ding hebben: woorden die de luisteraar er minstens twee keer over laat nadenken.

Een verwijzing, een dubbele bodem, een heel levensinzicht, een heel land verwoordt in die ene zin. En soms een simpel woordgrapje, soms verpakt in wat moeilijkere woorden. Iets anders dan rechttoe rechtaan. En soms op muziek. Wat het ook is, moeilijk, ingewikkeld, simpel en of banaal, het kan mooi zijn.

"Ik ben geen prins en kreupel is mijn paard"

En nog eentje van Finkers dan, omwille van het onderwerp:
"Poëzie, zo moeilijk nie
op alles rijmt wel iets
behalve dan, op waterfiets
op waterfiets rijmt niets"
(let erop hoe waterfiets niet echt rijmt op iets, maar wel op niets)

dinsdag 10 augustus 2010

Muziek: The Replacements - Beer For Breakfast

Als je iemand spreek, en je hebt "hallo" (of hee, hi, hoi, joooow) dan vraagt je vaak of alles goed is. Je zult 90 procent van de tijd een bevestigend antwoord krijgen. En anders iets over een verkoudheid of een kwestie van overmatig drankgebruik de dag ervoor. Je wilt de emotionele diepten die achter een eventuele slechte gemoedstoestand van de gesprekspartner ook niet weten. Wat je weten wilt, maar niet vraagt in plaats van "Alles goed?", is wat je echt wilt weten. Of je bidden mag als je niet in god geloofd (en of dan het überhaupt zin heeft), en of de persoon in kwestie wel eens bier als ontbijt heeft gehad.

Gesprekken lopen vaak vrij saai, voorspelbaar. Nadat er van beide kant is bevestigd dat het "prima" gaat, wordt er vaak geïnformeerd naar de belevenissen van of de plannen voor van het afgelopen of aankomend weekend. Hoe het gaat met die en die, en of je hem de groeten wilt doen. Je hebt het nog even over het weer en neemt dan maar eens weer afscheid ("xx", "Doei", "Toedels", "Aju" of "Doe kalm an, hè"). Soms vraag je je af waarom we überhaupt dit soort gesprekken nog voeren.

Doorbreek het laffe, simpele en voorspelbare en zeg eens wat anders. Vraag of iemand ooit overwogen heeft een klooster te betrekken, biecht je heimelijke verliefdheid op voor de kleine zeemeermin in die Disneytekenfilm (of de prinses uit Shrek). Stel voor je samen bokspringend te begeven naar de dichtsbijzijnde shoarmatent. Beschrijf je meeste beschamende of bizarre droom ooit. Spreek of om pizza's te gaan bakken in de vorm van het eiland Sicilië (met een plak salami op de plek waar Palermo zou liggen). Doe dat, en hoop dat je gesprekspartner je niet ogenblikkelijk de rug toekeert. En misschien dat het een gesprek er een wordt om je te herinneren.

"All I wanna do is drink beer for breakfast"

PS. Geen YouTube-clip. Wel een link. Geen idee of de rest van de tekst een boodschap heeft, maar deze openingszin heeft meerwaarde.

dinsdag 3 augustus 2010

Muziek: Fratsen - In Ons Dorp

Altijd, (nee, niet altijd, maar vaak, dus altijd is hier een geval van 'bij wijze van spreken') als iemand hoort dat je uit een 'klein kerkdorp in de gemeente Haaksbergen' woont, vragen mensen of er wel iets te doen is. Wat ze eigenlijk vragen is: "Wat doe je nog hier?", maar dat klinkt wat onfatsoenlijk, dus vaak wordt nog vervangen door zoal. "Wat doe je zoal hier?", daarmee kom je met wat geluk nog geïnteresseerd over. Dus zoiets vroeg de presentatrice ook aan een jonge inwoonster van mijn kleine kerkdorp. En zijn antwoordde met de gevleugelde woorden (eigenlijk met het gevleugelde woord): "Wuknie." (Als in "dat weet ik niet", voor de duidelijkheid)

Regionale zender RTV Oost bezoekt deze zomer allerlei plaatsen binnen de provinciegrenzen (die van Overijssel) om haar kijkers een beeld te geven van de plek van bestemming. En vorige week was De Hoeve aan de beurt. Het eerder genoemde kleine kerkdorp in de gemeente Haaksbergen. Vooral die kleinheid (of is het kleinte?) werd, terloops, benadrukt. Hoe je vanaf de rotonde (ja, de enige) het begin en het einde van het dorp kan zien. Ze lieten het nog een paar keer vaker vallen. Onoverkomelijk kwam ook de kerk in beeld. Maar gelukkig waren er koikarpers, race-combines, zendpiraten, een crossmotor, een diepvrieshuis, een schildersatelier en een handvol vertegenwoordigers van verenigingen om daarvoor te compenseren. En enkel de naam van het dorp bleek ook een item waar. (Isidorus van Madrid, beschermheilige van de boeren, is onze naamgever. Niet te verwarren met Isidorus van Sevilla, beschermheilige van het internet)

Maar om die meevallers toch nog teniet te doen, gooide TV Oost er een paar blunders tegenaan. Ze gingen koffie drinken in rivaliserend Hengevelde (dat daar een Sarah langs de straat stond is daar geen excuus voor) en werd de schietbaan in Haaksbergen bezocht (waar ze enkele dagen daarvoor al geweest waren). Om de eer nog een beetje te redden, stonden er wat mensen een vrachtwagen uit te laden na een weekend Truckstar Festival. 30 jongeren die op pad gaan met een barbecue, een zwembad, bankstellen en veel bier om 3 jongens te ondersteunen die graag vrachtwagens kijken, dat kan lastig als klein en ingeslapen worden uitgelegd.

"In ons dorp... zijn wij gelukkig!"



PS. ik weet dat ik dit nummer al eerder heb gebruikt, maar toch, My Hometown van The Boss en Racoon met My Town vielen af. Verder een verklarende woordenlijst:

Race-combines (combine-race): graandorsmachines die zijn omgebouwd om er mee te crossen. In het leven geroepen toen crossen met enkel auto's te eentonig werd om publiek op zomerfeesten te vermaken. Waarom cross vervangen werd door race weet ik niet. Link
Diepvrieshuisje: een huisje met daarin een grote diepvries met lades voor mensen die zelf geen diepvries hadden. Net zoals er wasserettes zijn voor mensen zonder wasmachine of waspoeder. Het huisje in de Hoeve is enkel nog in gebruik uit nostalgische overwegingen.

En een link naar de tv-oost uitzending, aanschouw en oordeel.

dinsdag 27 juli 2010

Muziek: ZZ Top - Cheap Sunglasses

Zonnebrillen. Ze zijn er officieel om bij al te zonnig weer zonder toegeknepen ogen gewoon in het rond te kunnen kijken. Dat kijken, daar draait het om, niet zozeer om de zon. Dat is enkel het excuus om ze te dragen, deze spiegelende, donkere kijkers. Vertrouw nooit mensen die voor mei al een zonnebril dragen. Tenzij ze een hond of stok bij zich hebben. Dan is het gewoon discriminerend om ze te wantrouwen.

Naast de zon is er zomers een legio aan redenen om een zonnebril te dragen. En meeste redenen hangen samen aan één hoordreden: je ogen bedekken. Er zijn rooddoorlopen ogen om te bedekken, en blauwe ogen, maar meestal bedekken we kijkende ogen. Let erop, je ziet het meest die grote zonnebrillen, de pilotenbrillen, het liefst met spiegeleffect. Bordjes met "ZONNEBRILLEN 10 EURO" zijn inmiddels niet weg te denken uit festivalweiden en toeristische straten.

Je dekmantel op en je kunt kijken waar je wilt. Kijkt je naar die mooie ogen of...? Ze zullen het nooit weten. Onbeschaamd staren naar billen, borsten, tatoeages, piercings, buiken, flaporen en foute kleding, zonnebrillen maken het mogelijk. Je stoot degene naast je aan, en die kijkt ook. Als hij erg goed is, dan kijkt hij zonder z'n hoofd te draaien, zodat zijn blikveld ogenschijnlijk in zijn geheel niet verandert. En als je geluk hebt, staat het plexiglas in ijzerdraad je nog goed ook.

Straks, als het seizoen voorbij is en het excuus voor onze undercoverglazen achter de wolken verdwijnen is, moeten onze ogen weer zonder beschutting. Open en bloot moeten ze de wereld om ons heen bij ons naar binnen brengen. Loddig, rooddoorlopen, blauw, bruin, groen, tot spleetjes, gezwollen; ze gaan van links naar recht, van boven naar beneden, niet langer verhullend waar we naar kijken. We moeten kijken, en wegkijken. We moeten onze onbedekte kijkers neerslaan, ten hemel slaan, laten draaien, en voor een ogenblik bedekken achter een knipoog. Dit alles tot we, als de zomer weer daar is, onze ogen weer kunnen bedekken onder getint plexiglas.

"...Is hit that streets a-runnin' and try to beat the masses
And go get yourself some cheap sunglasses
Oh yeah, oh yeah, oh yeah"



PS. Ik weet daar er ook zonnebrillen zijn met echt glas, al dan niet op sterkte. Zonnebrillen die zijn ontworpen door mensen met bekende namen. Donkere glazen die werkelijk al het schadelijke en vervelende licht van onze lieve zon wegfilteren. Dure zonnebrillen dus. Respect dat jullie het kijken in de zon serieus nemen. Maar daar zingt de bebaarde man nu eenmaal niet over.

dinsdag 20 juli 2010

Muziek: The Police - Be My Girl/Sally

"Ik lig as knappe kearl, nooit alleenig in bed.
`t Bunt d`r duuzenden en die wilt met mien met.
Ze beschouwen mien niet as een man, moar as een lustobject.
Die vieze bloedzuugers, die mien de rust verbrekt.
Maak da-j wegkomt en heel vlug.
Klootzak van een mug!"
(Jovink - "Muggen" van het album Tour de sjans)

De Jovinks, ze waren altijd wel goed voor een kromme en/of scheve tekst. Later in dit nummer stellen ze alcoholisme voor als remedie tegen muggen, wat in zekere zin klopt. Niet zodat de muggen een alcoholvergiftiging oplopen, zoals de Jovinks pleiten. Maar alcohol doet je wel slapen, muggengezoem of niet. Want daar gaat het om, het gezoem. Muggenbeten jeuken en vormen onregelmatigheden in gave boerenbruine armen, maar de slapeloze nachten slaande op je eigen hoofd zijn het meest ernstige gevolg van de nachtelijke bezoek van deze oude wijven op zes poten. (alleen de vrouwtjes steken, wist iemand me te vertellen. Een ander weetje waar hij trots op was: ze bijten én steken, in die volgorde. Trots is er in soorten, denk ik)

Vorige week heb ik, chagrijnig van slaapgebrek, een hor geïnstalleerd voor mijn raam. Het elektrische tennisracket naast het bed voor de gevallen die letterlijk door de mazen van het net gekomen waren, en ik was klaar voor m'n nachtrust. En wat een nacht! Niet een waar Meeuwis van zong en nog steeds zingt, maar toch. En slaapvolle nacht. Ik was zelfs vijftien minuten wakker voordat ik op de fiets stapte richting werk, in plaats van de gebruikelijke tien.

Heb geen medelijden met de muggen. Ze redden zich wel. Alleen hier op de boerderij hebben ze minstens vijftig "huisdieren" die ze naar hartenlust kunnen bijten (en steken). Ik heb weer wat energie, dus ik kan genieten van het zomerweer dat weer een beetje bij Nederland past. Niet boven de dertig graden, en met opzettende wind en kans op een bui. Kijk, dat klinkt bekend in de oren, als ze het weerbericht voorlezen.

"I was blue and lonely,
I couldn't sleep a wink
And I could only get unconscious
If I'd had to much to drink"



PS. Hierrrr, het nummer van Jovink, met een doedelzak intro. Wat wil je nog meer. Heb trouwens genoten van de Zwarte Cross. Maar die zon, die ramde er flink op in. Een gloeiend rode nek en een "Tante Rikie als Onze Lieve Vrouwe"-T-shirt (onderschrift: Zij gelooft in mij) aan over gehouden. Yeah!

woensdag 23 juni 2010

Muziek: Creedence Clearwater Revival - Green River

Een maïskuil is geen kuil. Volgens de overlevering was het dat ooit wel, maar nu niet meer. Nu is een maïskuil een bult. Een bult gehakselde (of versnipperde, of welk woord je er voor wilt gebruiken) maïs met daarover plastic zeil, en daarover zand om het plastic op zijn plaats te houden. In de herfst worden de bulten gemaakt, er worden pakjes uit gesneden om aan het vee te voeren, tot het in het herfst op is en het weer tijd is om te oogsten. Stukje cake (waar om zeggen Engelsen piece of cake als ze er op doelen dat iets eenvoudig is? Tell me!)

Bij ons thuis wordt de kuil die geen kuil is gemaakt op een bestrate strook grond tussen twee muurtjes, dat samen de maïssilo vormt. Het zand voor op de kuil wordt met een kraan uit de grond naast de silo uitgegraven. En zo ontstaat daar een échte kuil. Na het inkuilen (het maken van de kuil die geen kuil is, het was een reden om schoolziek thuis te blijven, en de hakselaar en al die trekkers te zien), vulde de kuil naast de kuil zich met regenwater (volg je het nog? Waarom ze nooit tot een andere term zijn gekomen. Misschien bekt maïshoop toch niet zo goed). Langzaam wordt het zand van de kuil in de silo weer in de kuil naast de silo gebracht. Soms gewoon met de schop, soms met de trekker.

Zo ontstaat er naast de silo een gebied met een kuil, hopen zand en trekkersporen. Het vergt wat creativiteit, maar met de juiste hoeveelheid regenwater, emmers, schopjes, en steentjes en wat oude PVC-buizen was dit een ideale speelplek: De Verenigde Waterwerken. M'n broertje, ik en onze vriendjes bouwden er kanaaltjes, waterzuiveringetjes, sluisjes en dammetjes. De Deltawerken in Zeeland vallen erbij in het niet, achteraf bekeken.

Natuurlijk werd alles na een woensdagmiddag zwoegen volledig aan gruzelementen geholpen door een trekker dat de volgende bak zand loosde, en waren er boze moeders die bemodderde broeken, jassen en truien moesten wassen. Maar als ik er nu langs loop, zie ik als vanzelf weer kanaaltjes ontstaan tussen de plassen en sporen. En vreemd genoeg beleef ik nog kinderlijke vreugde als het hard geregend heeft, en ik een gootje graaf zodat het regenwater sneller de sloot in loopt. Nederland leeft met water. Hebben ze toch gelijk.

"Well, take me back down where cool water flows, y'all.
Let me remember things I love"

vrijdag 11 juni 2010

Muziek: De Zingende Fresia's - Of Je Worst Lust!

Hier, bij de Plus in Grun -ja, het is welhaast ABN om Groningen in het plat aan te spreken- staat een schap. En daar liggen worsten in. Droge worsten. Geen verpakkingen eromheen, enkel twee ijzeren klemmetjes aan de uiteinden en een touwtje waaraan de worst worst hing te worden. Keurig in blauwe kratjes, en daarnaast een papiertje met daarop in hoekige letters "DROGE WORST" of "BRUNSWIJKER". En daaronder dan de prijs. Verder niks.

Geen verpakking, dus geen streepjescode. In circa 50 procent van de gevallen leidt dit tot een "waar was de code hiervoor ook weer?" van het kassameisje, terwijl ze met de worst naar de infobalie zwaait. Dan weet de hele winkel het, deze jongen eet droge worst. Als ze met condooms en viagrapillen had gezwaaid was dat maatschappelijk aanvaardbaarder geweest. Droge worst is niet hip. Worst met donkerrood vlees erin, en witte stukken vetweefsel en veel peper, zout en kruidnagel. Cholesterolbommen, zonder twijfel, met te veel zout, en vast niet het beste vlees van het varken. Maar wat zijn ze fijn.

De DROGE WORST van hierboven is van het soort van de uitgerekte U-vorm. Ze ligt nog wel eens in schuine stukken gesneden op hapjes-schalen. Maar ook los uit de hand smaken ze goed. Eerst met je tanden het ijzertje zo kort mogelijk afbijten, en steeds stukken van worst eraf rijten. Voor wie wat minder barbaars voor de dag wil komen kan het ook met mesje. Het liefst een zakmes, of zo'n schilmes uit Solingen. Worst in de linkerhand, en dan met je rechterhand steeds een stuk afsnijden. Oppassen dat je niet doorsnijdt tot in je duim. Maar zelfs dan wordt je nog aangestaard, met je droge worst en schilmes in de trein.

De BRUNSWIJKER is een ander verhaal. Dit is de rechte, ronde worst met een doorsnede van plusminus 4 centimeter. Wie deze zonder mes eet is wel een echte bikkel. Beter wordt deze toch gegeten met het eerder genoemde Solinger schilmesje en een houten snijplankje. Of, en dit is voor de liefhebbers, een filterdunne plakjes gesneden met de vooroorlogse, hand-aangedreven, snijmachine -een met trost geërfd erfstuk- bij ons (in de Hoeve) op zolder.

In het café-tegenover-de-kerk hebben ze nu ook een rek met worsten staan. Ze zijn anders, minder vlezig. Maar aan het eind van de avond moeten ze er toch aan geloven. Vroeger, toen mijn moeder op woensdagochtend nog vrij was en naar de markt ging, kocht ze voor me soms een zak met dunne droge worstjes. Na die tijd was het lange tijd een vast item op mijn lijstje voor de surprises met Sinterklaas.

Het is wat anders als verfijnde hapjes met kaviaar, maar ik sta niet alleen. Mijn held Daniël Lohues is evenzeer een groot liefhebber. Hij schreef erover in zijn column in het Dagblad van het Noorden, en schreef er een lied over: "Dreuge worst, dreuge worst, 'k zol nie weten wat ik zunder mos". En zo is het.

"Wat zegt u?
OF JE WORST LUST!"



PS. Over de Zingende Fresia's: ze zijn beter met een plens bier achter in je keel en je ze dan ziet spelen op de zomerfeesten. Mocht dit een keer voorkomen, let dan alsjeblieft op de basgitarist: John de Wolf. Wat een uitstraling!

En dan nog wat links:

Het Droge worst nummer van Lohues: Skik - Dreuge Worst

De Groningse droge worsten-site, tevens de leverancier van de droge worsten en brunswijkers in mijn supermarkt (kom ik net achter): Droge Worst uut Grunnen
Je kunt hier ook de hierboven beschreven worsten bestellen. O, vreugde! Oordeel zelf.

woensdag 9 juni 2010

Muziek: Skik - Protestsong

Eigenlijk zou ik hier, nu, een punt moeten maken over de verkiezingen. Bepleiten waarom je op Jan moet stemmen, en niet op Henk, of Ali, of Ingrid. Beklagen dat er mensen zijn die stemmen op een specifieke kandidaten vanwege hun blauwe ogen of strakke kont. Mijn mening vellen over ons kiesstelsel. Maar dat doe ik niet. Ik ben verkiezingsmoe, En daarbij, wie hier voor het eerst deze week een stuk tekst leest over de verkiezingen, moet ernstig betwijfelen of hij in staat is een weloverwogen stem uit te brengen. Want ik kan geen peiling, debat-analyse of standpuntenlijst meer zien.

Zo, dus, een mop dan maar? Ik hoorde er zaterdag één over het verschil tussen een anale en orale thermometer. Die was erg slecht en flauw en banaal, en daarom perfect voor "de slechte mop van Tom Vrielink" op Studio Buzzel. Zaterdag kwam de clou meteen, maar ik wacht nu even tot het eind van m'n verhaal. Want eens heb ik iemand een dergelijke mop horen uitsmeren over een half uur. Nooit gedacht zo lang lol te beleven aan een mop die verteld kan worden in twee zinnen. Waarschijnlijk had hij het zelf niet door, maar briljant bouwde hij spanning op. Met minstens een krat bier in het lijf onderbrak hij z'n verhaal om, onder meer, naar ieder stel borsten te kijken als een hond naar een stuk worst, te zeuren naar het telefoonnummer van de desbetreffende boezem door een briefje in de daar bijhorende handen te duwen. Als afsluiter stuurde hij een vunzig sms'je naar nummer 0612345678. Want goddank hoorde er ook nog een stel hersens bij deze melkklieren.

Desondanks ging hij dan weer door met het vertellen van de mop die twee zinnen had kunnen duren. Ondertussen groeide zijn publiek. Nu was dit geen mop waarbij het erg was dat je het begin had gemist. Je kon snel genoeg op de hoogte worden gebracht. Inmiddels was de man toe aan de clou. En het werd wat stiller. De clou kwam, en maakte een eind aan een vermakelijk half uur. En zoals gezegd, de mop was slecht. Maar hij had er het beste van gemaakt. Anti-climax is een stijlmiddel gebruikt in film, toneel, literatuur en cabaret. En in moppen dus.

En, o ja, het is de smaak.

"dit is gien protestsong
ik vind alles wel te gek
mij heur je echt niet zeuren
't giet eigenlijk best wel best
ok al heb ik gien verkering meer
stao'k rood bij de NMB
de wereld is een rotzooitje
maar met mij giet 't wel o.k."

Klik HIER voor muziek

PS. Snap je 'm?

Zie de site van Buzzel voor meer van deze moppen. En luister eens, op zo'n eerste zaterdag van de maand.

zondag 30 mei 2010

Muziek: Be Your Own PET - Bicycle Bicycle, You Are My Bicycle

Ik fiets door de woonwijk om bij de squashbaan te kunnen komen. Op het fietspad speelt een groep kinderen met een soort skateboards. Maar dan twee losse panelen, die verbonden zijn door een scharnierend ijzer. Onder ieder paneel zit een enkel zwenkwieltje. Één! Ongebruikte apparaatjes liggen daarom troosteloos op de zijkant, maar enkele kinderen zwieren er vrolijk mee in de rondte. Geen bewegingen om balans te zoeken, maar bijna routinematig slalommen ze om de streepjes op het fietspad.

Eventjes later zie ik verder op mijn route twee jongens met zulke zelfde apparaten. Maar ze zwieren en slalommen niet, ze zijn aan het beginnen. Uit stilstand. Wat mij een onmogelijkheid lijkt, maar ze zullen wel denken, als je valt gaat het in ieder geval niet zo hard.

Ikzelf heb nooit fatsoenlijk leren schaatsen, of skeeleren, of wat ook. Balans is niet helemaal mijn kwaliteit. Stelten, skateboards, en alles wat daarvan afgeleid is, ze zijn niet aan mij besteed. Ik heb wel leren fietsen, maar een Nederlander die niet kan fietsen is een halve (Nederlander, voor de duidelijkheid). Het ging gepaard met enkele fraaie duiken in de sloot, maar ik kan het. Daarnaast heb ik een rijbewijs en heb ik ooit een viervoeter leren besturen. Dat laatste was link genoeg, getuige enkele bezoeken aan huisarts en ziekenhuis. Ik ben mobiel genoeg, denk ik.

"We're on two wheels, baby!"



PS. Het nummer is iets van een satire op motorbendes. Geloof ik. Maar lekkere muziek. Deze band ligt alweer aan duigen. Snelle bands leven kort. "Fuck shit up!"
Kan iemand me trouwens zeggen hoe dit 'apparaat' echt heet? Het kwam echt over als het nieuwe zomerspeeltje, zoals er toen ook die 'eenwielers met zijwieltjes" er waren. Echte schoolpleintrends.

PSS. Heb het al, google doet goed. Het is een wave skateboard. Dat je het weet.

vrijdag 28 mei 2010

Muziek: Tim Knol - When I Am King

Als jonge jongen waren mijn dromen simpel en overzichtelijk. Nou ja, simpel, maar in ieder geval overzichtelijk. In mijn dromen werden we kampioen, en dan nog eens, en nog eens. Uiteindelijk zouden we doorpromoveren naar de eredivisie, en dan eensgezind alle vette contracten van Real Madrid en Juventus weigeren. In andere dromen ging ik wel naar het buitenland, naar Sunderland, want die ploeg kende ik van een computerspel. In latere dromen redde ik meisjes uit de armen van enge mensen of uit heftige stormen. Het zijn die succesverhalen die ze bedoelen als ze het hebben over "als in een jongensboek".

Mijn dromen werden in de loop der jaren steeds onsamenhangender. Ik weet nog dat ik in bed lag met griep. Lang was ik wakker, zwetend onder de dekens, en dan weer rillend erbovenop. Toen ik uiteindelijk sliep, droomde ik dat ik op een schip in storm lag te slapen. Ik werd zeeziek, voelde hoe m'n bed heen en weer schoof en draaide door de deining van het schip. Ik had vlak daarvoor Anderland van Paul Biegel gelezen, over Sint Brandaan die als eerste naar Amerika zou zijn gevaren in de Middeleeuwen. Vandaar dat schip in de storm waarschijnlijk. Ik werd zo mogelijk nog zieker wakker. M'n bed stond tot m'n verbazing nog steeds op dezelfde plaats. Later werd ik wakker met flarden van dromen in m'n hoofd die mensen, plaatsen en gebeurtenissen bij elkaar brachten die ik niet meer plaatsen kon.

Je droomt alleen tijdens de remslaap, en dan bewegen je ogen snel heen en weer. Je hersenen herstellen dan en verwerken informatie, en de dromen zijn onderdeel van dat proces. Ik kreeg bij levensbeschouwing een stencil over dromen en hoe je ze kunt verklaren. Freud kwam er in voor, en Jung. En meer namen die ik niet meer onthouden heb. Er zaten ook stukken bij over paranormale dromen, met voorspellende kwaliteiten. Maar ik droom niet meer zo veel, en als ik droom, ben ik hem bij het wakker worden op slag vergeten. Mijn bed draait en schuift alleen nog als ik beschonken thuis kom. En dan kan ik nog een uitspraak uit een oud verhaal herinneren: "De volgende keer als ie voorbij komt, spring ik er in!"

"Day after day... he's in his fantasy world
Yes he's got dreams, he's hanging on to them

Oh, bless the day... when I am king
Already, got my plan

Oh lonely boy... needs to be working on it
time slips away, you're living in the future

Oh, bless the day... when I am king
Already, got my plan"