dinsdag 31 juli 2012

Muziek: Jovink - Bandjes motten rocken, centjes motten rollen

Ik dacht dat ik niet zou gaan. Het overgrote deel van het uitgaanspubliek van ons dorp was op zaterdag al richting Lichtenvoorde getrokken, toen ik in Hengelo de vijfentwintigste verjaardag van een vriend vierde. Maar ik vond nog een enkeling die wel op zondag naar de Zwarte Cross wilde, dus gaan kon ik. De taxibus deed na ons dorp nog twee dorpen meer aan.

zondag 29 juli 2012

Muziek: The Move - I Can Hear the Grass Grow

Eerder heb ik vertelt dat we met een groepje naar Amsterdam gingen om John Fogerty te zien spelen. De oud-Creedence Clearwater Revivalzanger was in vorm, zong vooral CCR nummers. Het geluid in de spiksplinternieuwe muziekhal stond hard, hard, hard! Maar aangezien de muziek mooi, mooi, mooi was, was het geen teistering voor de oren. Na het concert gingen we per trein terug naar Amsterdam, waar we bier dronken. Veel bier. Daarna begaven we ons druppelsgewijs terug naar ons hotel. We sliepen, we dronken koffie, we reden, we aten, we reden verder en ergens in de middag waren we thuis. Daar vroegen ze: "Hoe was't?" - "Oh, slecht'n maïs doar in 't westen!"

Want over maïs kun je het altijd hebben. Als er een intergratiecursus voor ons dorp ontwikkeld zou worden, zou naast kennis over tractoren, geheime zenders en bier ook maïs tot het vakkenpakket behoren. Kunnen zeggen wie er vroeg was met maïs zaaien (al zeggen ze 'mais poten'), en wie laat. Kunnen beoordelen of het weer goed of slecht is voor de maïs. Kunnen vertellen wie er goeie maïs heeft staan, en wie z'n maïs het niet zo best doet. En uiteindelijk weten wie de maïs er al af heeft, en wie er nog moet hakselen. Maar van een intergratiecursus zal het ongetwijfeld nooit komen.

Als kinderen renden we door de rijen maïs, die ons volledig opslokten. We plukten kolven, kleine sappige in de zomer, grotere harde en droge in het najaar, vlak voor het hakselen. Het hakselen was een sensatie op zichzelf: ik denk de leraren op de basisschool al genoeg wisten als ze in het najaar 's ochtends telefoontjes kregen van ouders die zeiden dat hun zoon 'vandaag niet zo lekker in orde was'. Hakselziek, dat waren ze. De machtige hakselaar vrat zich een weg door de maïs. De stroom gehakselde maïs die van de hakselaar in de wagens achter de trekkers werd gespoten. Die trekkers die deze vracht van het land naar de maïskuil (die geen kuil is maar een bult) bracht. De trekker met 'dubbel lucht' en een schuif die de maïs in de kuil verdeelde en plat reed. Het pauzeren naast de maïskuil, met gehaktballen op brood en koffie. Het uitvouwen van het plastic zeil over de geöogste, platgereden maïs. Die kraan die het zeil bedekte met zand. Het was iets om naar uit te kijken. Het was iets om voor thuis te blijven.

Nu heeft het hakselen iets van zijn glorie verloren, in de loop der jaren. Als je het vaak genoeg ziet, dat wordt het meer een routine dan een ritueel. Het gaat ook sneller nu, met grotere hakselaars, grotere wagens en drukkere loonwerkers. Maar nog steeds vergapen kleine jongens zich aan de grote machines, en willen ze bij in de cabine, om alles nog beter te kunnen zien, en te kijken naar alle hendels en knopjes. Maar ook grote jongetjes zijn er nog voor te porren. Er zijn hakselspotters, die met camera op pad gaat het hele oogstproces vast te leggen. En er wordt altijd over maïs gepraat. Over hoe het slechter is in het westen. Hoe het wordt gebruikt voor het opwekken van groene energie. Hoe het groeit. Laatst ving ik het nog op, ergens achter mij aan de bar: "Het geet noe hard met 'n maïs. Ik kan het zeen greui'n. Ik kan het heur'n greui'n!"

"I can hear the grass grow
I can hear the grass grow
I see rainbows in the evening"



PS. Dit lied van deze Engelse sixties-band gaat niet over maïs, of over hakselen. Het gaat over een lsd-trip.

donderdag 12 juli 2012

Muziek: Creedence Clearwater Revival - Green River

Het is een cliché dat vaders en zoons elkaars favoriete muziek niet aan kunnen horen. In onze familie is dat slechts deels waar. Zeker: mijn vaders oren gaan (figuurlijk) bloeden van Rammstein, Metallica en Voicst. In de omgekeerde richting kunnen Corry Konings, Wolfgang Petry en TROS' muziekfeest op het plein mij slechts matig bekoren. Maar dan zijn er de overeenkomsten, die door een oneerlijke voorsprong van meer dan drie decennia vooralvan vader op zoon werden doorgegeven. Normaal, The Police, Boh Foi Toch en vele anderen, ik ontdekte ze doormidden van LP's, cassettebandjes en CD's die allemaal door mijn vader in huis waren gehaald. En er was een bandje met de muziek van Creedence Clearwater Revival.

Die begon met "Suzie Q" (Baby, I love you, Suzie Q). Dit nummer kon mijn ongetrainde oren de allereerste keer nog niet bekoren. Verder op het bandje, daar werd het spannender, want daar stond "Fortunate Son". Het nummer was snel, simpel en kwaad. Heerlijk. In de platenkist die ik van mijn buurvrouw mocht lenen zaten nog een paar LP's van Creedence Clearwater Revival. Creedence Clearwater Revival, de onbegrijpelijkheid van de naam was al mooi. Daarna kwam er een CD verzamelbox. En toen ook ons huis werd aangesloten op internet dat niet per minuut betaald diende te worden, stroomde de rest van het repertoire van de band mijn kamer binnen.

Inmiddels vind ik "Suzie Q" ook mooi. Het is een cover overigens, van een zanger met de naam Dale Hawkins. Maar dat boeit niet. Het nummer heeft een heerlijke loomheid over zich, met dat gitaarriedeltje en de boterverliefde tekst, totdat er weer een gitaarsolo doorheen wordt geknald. Het liedje was cool genoeg om veel veel later nog op te duiken in een Grolsch-reclame. Maar er is meer. "I Put a Spell on You", onheilspellend met de raspende, ruwe, harde stem van John Fogerty, en meer van dat machtige gitaarwerk. Er is het prachtige "Have You Ever Seen the Rain?" (er is een tijd geweest dat ik het nummer over en over draaide om dat orgeltje erbij te horen komen in het tweede couplet). Ik denk eigenlijk dat deze blog te lang wordt als ik over ieder nummer ga vertellen wat ik er zo mooi aan vind. Nog eentje om het af te maken: "It Came out of the Sky", waar de tekst (over de ophef die ontstaat over een meteoriet die inslaat naast de trekker van een jongen genaamd Jody) wordt afgewisseld met korte pittige gitaaruitbarstingen.

CCR, zoals de bandnaam wordt afgekort, bestond maar een paar jaar, en scoorde veel hits een korte tijd rondom 1970. De band stortte in elkaar zoals dat met veel grote bands gebeurd. John Fogerty, de man met de gitaar en de stem en de ideeën en teksten, ging solo verder. Hij maakt sindsdien een paar zeer fraaie platen, absoluut het luisteren waard ("Almost Saturday Night", "Rock 'n Roll Girls", "Rockin' All Over the World", "Hot Rod Heart"). Maar iemand die hem tegenwoordig live gaat zien, zal vooral uitkijken naar de CCR-platen die hij speelt. En ik ben zo iemand. Morgenavond gaan we hem zien in Amsterdam. We gaan met onze groep de gemiddelde leeftijd in die nieuwe concerthal wel een eind naar beneden halen, denk ik. "And I like it, I like it, I like it, I like it, I lalala like, here we go, ho, rocking all over the world".

"Let me remember things I love"



PS. Niks geen PS. Geniet!

dinsdag 10 juli 2012

Muziek: Julian Casablancas - 11th Dimension

Voetbal is maar een spelletje. Voetbal is niet lopen. Voetbal is als het leven zelve: pure kunst met maar bitter weinig kunstenaars. Voetbal is een spel van fouten (wie de minste fouten maakt wint). Voetbal is een simpel spel: 22 mannen rennen achter een bal aan en aan het einde winnen de Duitsers. Voetbal is een sportieve vorm van groepssex. Voetballen is trappen tegen de volmaaktheid (daarom zo populair). Voetballen is simpel (maar het moeilijkste wat er is, is simpel voetballen). Voetbal is emotie. Voetbal is oorlog.

Ja, voetbal is me wat, en zie hierboven een aantal uitspraken die dat beamen. Voetbal is mijn grootste hobby, in ieder geval: de optelsom van voetbal spelen, kijken, erover lezen en erover praten overstijgt welke andere vrijetijdsbesteding dan ook. Vooral erover praten kan je welhaast eindeloos doen. In het café en in de kantine, op het werk, thuis aan tafel. En daar mag ik dan soms ook graag aan meedoen. Op internet wordt het ook veel gedaan: er zijn forums, en zijn talloze voetbalnieuwssites waar je dan weer kunt reageren op dat voetbalnieuws. Internet werkt ontremmend: er zijn mensen die onder de anonimiteit van een bijnaam als Tukkerfan34 of AjaxHooligan54 de meest beledigende, domme en ongefundeerde dingen typen. Met typfouten en al. Dus daar meng ik me niet in.

Maar vorige week vond ik op internet een bijdrage van een Arsenal-fan die allerminst anoniem was. Hij was boos op Robin van Persie, en dat liet hij weten door de camera. Eerst zit hij nog in relatieve kalmte hoofdschuddend zijn verontwaardiging te uiten ("I'm not happy"). Hij loopt het interview door waarin Van Persie aangeeft dat hij zijn contract niet zal verlengen omdat hij niet verwacht met Arsenal prijzen te kunnen winnen. Maar na een minuut al vlamt zijn woede op. Hij probeert Robin te overtuigen van zijn ongelijk, schreeuwend in de camera. Daarbij heeft hij zeer opmerkelijke argumenten ("Podolski is a good player, mate! We've signed Podolski. He can score goals, huh? He's German, he knows what to do"). Uiteindelijk groeit zijn woede uit tot waanzinnige razernij. Het leidt tot een opmerkelijk climax: hij verkoopt Van Persie op zijn computerspel. En nog eens. "Bang, bang, bang! You're gone, mate!"

"Where cities come together, to hate eachother in the name of sport"



PS. Klik hier om de woedende fan aan het werk te zien.
O, ja. Julian Casablancas is tevens de zanger van de Strokes.

zondag 1 juli 2012

Muziek: The Tallest Man On Earth - King of Spain

"Als ik hem was..." Dat hoor je best vaak. Het wordt vaak gezegd, en te makkelijk. Ga in een vol café voetbal kijken, en je hoort niet anders. Mensen met het bier nog in de hand, ze zijn in anderhalf uur tijd trainer, spits, nummer 10, voorstopper en doelman. En ze zouden het allemaal beter hebben gedaan dan de mensen die ze daar op het scherm zich in het zweet hebben zien werken. Als ze hen maar waren geweest, en als ze de balbeheersing, de traptechniek, de reflexen, de snelheid, de conditie en het overzicht er ook even bij hadden gekregen.

Dat mensen graag, in ieder geval voor even, in de huid van een ander kruipen is al langer bekend. Voor de voetballiefhebbers zijn er daarom computerspelletjes zoals FIFA en Football Manager, waar je precies krijgt waar ik het net over had. Je moet alleen nog op een paar toetsen te drukken om te doen wat je had gedaan als je hem was geweest. Ik vraag me af hoeveel mensen met FIFA de WK-finale tussen Nederland en Spanje hebben nagespeeld. Om te bevestigen wat ze al dachten toen ze de wedstrijd op televisie zagen: als zij Robben waren geweest, hadden ze niet gefaald, oog in oog met Casillas. Op de computer drukten ze op een paar knoppen, en met een wippertje verschalkt de digitale Robben de digitale Spaanse doelman. Zie je wel, zo moeilijk was het niet, Arjen.

En de markt gaat veel verder dan voetbal. Je kunt alles zijn met je computer, van dwerg tot gitaargod, van gangster tot een loodgieter die een prinses redt de klauwen van een misdadige schildpad. En iedereen, of bijna iedereen weet dat het nep is, en dat de realiteit terugkeert als je de computer uitzet. De kunst is om iemand te zijn waarvan ze zeggen, 'als ik hem was'. Of nee, dat is het ook niet. De kunst is om steeds meer te worden wat je het liefst wilt zijn.

"Well, if you can reinvent my name,
Well, if you can redirect my day,
I wanna be the king of Spain"



PS. Een snelle zoektocht op YouTube leert dat er inderdaad mensen zijn die de WK finale overgespeeld hebben. Ik heb het filmpje niet helemaal afgekeken, maar het wordt 2-0 voor Nederland. Zie maar dat het kan.