zondag 21 juli 2013

Muziek: The Zombies - Time of the Season

"Ie bunt d'r een van Brinkhoes, dat kan'k zo wa zeen." Kinderpostzegels, kermisloten, foekepotterij, donateurskaarten... Er zijn tal van gelegenheden waarop een school of een vereniging je de buurt instuurt, en wanneer ik dat moest doen, kwam ik aan deuren waar ik nog nooit geweest was. Maar ze kenden me wel, de boeren, de huisvrouwen, de gepensioneerden die je op een woensdagmiddag kon aantreffen achter al die deuren. Ze kenden me niet echt, maar wel de snoet de onmiskenbaar veel leek op dat van mijn vader toen hij op dezelfde leeftijd was. En misschien op dat van zijn vader, al kan ik daar minder stellig over zijn.

Maar de lokale studie van stambomen en genetica gaat verder. Bij elke naam, of platte naam (boerderijnaam) hoort een stel kenmerken op basis van wat je ouders, grootouders, ooms en tantes, oudooms en oudtantes hebben uitgespookt. Krenterig, rijk, trots, onbenullig, vals, slim, sterke kerels, simpele zielen, grote boeren, kleine boeren, prutjeboeren... al in de wieg zijn je eigenschappen en kenmerken toegedicht aan de hand van de namen op je geboortekaartje. Stamboomkennis is bij deze vorm van genetica wel van essentieel belang: wie getrouwd is met wie, wie de moeder was, of iemand uit een eerste of tweede nest (huwelijk) komt... of, zoals je dan vaak hoort "en doar weer een breur van."

Zo komt het dat, wanneer ze jou niet kennen, ze je niet vragen wié je bent, maar: "Woar bu'j van?" Hoe heet je vader, je moeder dan, en dan uit welke tak van de familie, welke boerderij... En dit allemaal om te bepalen wat voor persoon je bent. Want of je nu geworden bent wie je bent door je bloed of door je opvoeding (nature vs. nurture), doet, of deed, er tenminste niet zoveel toe, aangezien de leveranciers van de genen in nagenoeg alle gevallen dezelfde mensen die de opvoeding of het gebrek daaraan verzorgen (dorpelijke sociale controle en katholicisme houden het aantal echtscheidingen en buitenechtelijke kinderen laag, voor zover dat laatste nagegaan kan worden). Een gesimplificeerde versie van deze manier van denken is om ieder dorp een set van kenmerken mee te geven. Het ene dorp wil altijd knokken, het andere voelt zich beter dan de rest, nog een ander dorp lomp, stug en onbenullig en in dat ene dorp... daar hebben ze alleen maar mooie dochters. Dat zal dan wel aan het water liggen.

"What's your name?
(what's your name?)
Who's your daddy?
(who's your daddy?)
(He rich...)
Is he rich like me?
Has he taken
(has he taken)
any time
(any time)
(to show)
to show you what you need to live?"



PS. Deze sixties hit onderging enkele jaren geleden onder de lokale jongerengroep een hernieuwde stijging in populariteit. Hoewel het een heerlijk riedeltje is over de periode in het jaar wanneer de hormonen in grote getallen door de bloedbaan van menigeen gieren, dankte het zijn comeback enkel aan het zinnetje "Who's your daddy?". Het was een bonus dat het koortje die zin nog eens fijn nazong, wat het een heerlijke meezinger maakte. Minpunt was dat je voor dat ene moment steeds het hele liedje van drie en een halve minuut moest afluisteren. "Who's your daddy?" komt als uitdrukking regelmatig terug in straattaal om een zekere dominantie aan te geven, waardoor het in een zekere soort films ook regelmatig terugkomt.

Een top vijf pakkende one-liners in songteksten (geenszins volledig, perfect of bindend. Inzendingen met eigen top 5's zijn altijd, hoezeer tegen de verwachtingen in dan ook, welkom.):
1. "Hey you, good-looking female, c'm here.." (Thin Lizzy - The Boys Are Back in Town)
2. "The roof, the roof, the roof is on fire. We don't need no water, let the modderfokker burn. Burn, modderfokker, burn!" (Bloodhound Gang- Fire Water Burn)
3. "It kicks like a sleep twich" (Editors - Papillon)
4. "Where do we go now?" (Guns 'n' Roses - Sweet Child o' Mine)
5. "Hey, ho, let's go!" (The Ramones - Blitzkrieg Bop)

vrijdag 5 juli 2013

Muziek: Love - Always See Your Face

Iedereen kent die gezichten. Zonder te weten hoe ze heten en wie ze verder precies zijn komen ze je bekend voor. De fietser die je regelmatig tegenkomt, en waarmee je naar verloop van tijd een verstandsverhouding hebt opgebouwd waarin je elkaar beleefd toeknikt. Jongen in de bus met zeer grote koptelefoon die altijd volledig in beslag genomen lijkt door wat er in zijn oren wordt geblazen, Meisje in de bus met immer een dik leesboek onder haar arm. De liefhebber die ook altijd naar richting het podium sluipt zodra de band begint. De voorkruiper in de winkel met altijd buitenproportioneel veel repen pure chocolade tussen zijn boodschappen. Meisje met Nirvana-sweater die het kluisje onder dat van jou had op school. De vrolijke zuiplap, die vaak op hetzelfde moment een blad bier haalt bij de zomerfeesten. "Goei'ndag! Zo, jij was er ook weer? Wat een dorst, wat een dorst. Goed te pas?" En weg is ie weer.

Zo maak je onbewust, en zonder verder enige invloed op elkaar uit te oefenen, deel uit van elkaars routine. Het kan jaren zo doorgaan totdat een van de twee de routine aanpast. Klaar met school, ander werk, verhuisd, te oud om tentfeesten af te lopen. En het valt je niet eens op. Andere gezichten nemen de plaats in. Ook die knikken je toe, kruipen voor, of groeten je als de lang verloren vriend die je nooit bent geweest.

Andersom zijn er mensen die je haast zou moeten kennen. Jarenlang heb je dezelfde wegen begaan. Dezelfde scholen, feesten, fietspaden, rotondes, kroegen of bandjes. Maar totdat je tot die ontdekking komt zijn ze je nooit opgevallen. In sommige films mogen ze hier graag op inspelen, dan zijn er twee verhalenlijnen met twee personages die elkaars weg steeds net niet kruisen. Je ziet persoon 2 in de achtergrond van persoon 1 wandelen, persoon 1 de winkel binnenkomen die persoon 2 net heeft verlaten. In het slot van de film komt de ontmoeting, en leven ze lang en gelukkig (of ze gaan elkaar te lijf in een strijd om leven en dood, het ligt eraan welk genre film je kijkt). Nu zal het in realiteit vaak niet zo'n vaart lopen. Maar apart is het wel.

Nu kan het voorkomen dat je na zo'n verlate ontmoeting denkt: "Goddank heb ik jou niet eerder ontmoet. Liever had ik je nog wat langer ontlopen." Misschien ook niet, en heb je er een vriend erbij. Of de liefde van je leven, zoals dat in de films (van het happy ending-genre) dan gaat. En misschien, is die vriend of liefde een van de gezichten die al tientallen of honderden malen door je blikveld liep. Maar ja, welke?

"And I know, I know
and I say oh, I say
that no matter where I go, no
I will always see your face"



PS. Over die films gesproken, dat zijn vaak romkoms, uiteraard. Er zijn die misdaadfilms en thrillers waar de moordenaar, bandiet of het meesterbrein al die tijd aan de hoofdpersoon voorbij ging zonder te weten dat hij het was. (Het is de butler!)

Een serie die ik een tijdlang volgde is min of meer gebaseerd op dit gegeven. How I met Your Mother, waarin de hoofdpersoon in het jaar 2030 aan zijn kinderen vertelt hoe hij hun moeder heeft ontmoet, in de jaren '00 en '10. De moeder is in de serie alleen te herkennen aan de gele paraplu.

Het liedje, het titelliedje. Een heel fijn liedje. Al gaat het vermoed ik eerder over een verloren liefde waarvan de zanger het gezicht altijd nog maar voor zich ziet. Het stond, zoals je ziet aan het clipje, op de soundtrack van de film "High Fidelity" met John Cusack en Jack Black. Verfilming van een boek van Nick Hornby. Over een muziekverslaafde platenzaakhouder die na het crashen van laatste relatie zijn top 5 van verloren liefdes afgaat om te zien waar het toch steeds aan mankeert. Ondertussen steelt Jack Black (in de film dan) de show als gruwelijk irritante platenverkoper, overal top 5's van makend.

Top 5 liedjes tegengekomen in films:
1, Nancy Sinatra - Bang Bang (Kill Bill)
2. I Am A Man Of Constant Sorrow (O Brother Where Art Thou?)
3. Dick Dale - Misirlou (Pulp Fiction)
4. The Subways - Rock & Roll Queen (Rocknrolla)
5. Blues Brothers - Peter Gunn Theme (Blues Brothers)

maandag 24 juni 2013

Muziek: Voicst - Shut Up and Dance

Niet zomaar handjes. Nee. Fokking handjes wil de beste man zien, allemaal, als we vanavond helemaal naar de klote willen gaan. Met hem, zo schappelijk is hij dan ook wel weer. Maar ik heb dan allang besloten dat ik deze avond niet kapot zal gaan, en al helemaal niet met hem. Hij, de man met pet, op het podium. Hij zingt niet, hij rapt niet. Hij doet me nog het meest denken aan de 'proppers' in die vakantie op Kreta, je aan je mouw de kroeg insleurend om je daar mierzoete shotjes door de strot te duwen. Opdringerig en niet te negeren. Hij moet het publiek opjutten, hun aandacht afleiden van het gesprek en de drank, en ze laten opgaan in de muziek. Hij instrueert ons: handjes, fokking handjes omhoog! Springen, allemaal, losgaan! Energie! Energie! En nu allemaal die middelvinger! O, ja, zeker wel, want: haat is liefde, liefde is haat vanavond. Zelfs filosofische hoogten worden bereikt vanavond.

De tent gaat los... er zijn er die de man (wat is zijn beroep, MC? Presentator? Entertainer?) uit de hand vreten, als de Haflinger die bij ons in de stal staat, desnoods met de hele hand erbij. Maar ik, en enkele van mijn kompanen staat er wat verloren tussen. En het is niet de muziek, niet helemaal. Het feest, in m'n geheugen heette het vroeger gewoon 'de eerste zaterdag van kermis Hengevelde', gaat nu door het leven als "AmbiDance". Dance-muziek die stuitert, ragt en beukt. De rockmuziek die ik zelf het liefst op een feest zou zien doet hetzelfde. Op dat dansen na dan. Het grootste deel van de tent danst dan wel niet, een groot deel ziet er wel uit alsof ze genieten van de muziek, en ook nog in dansen zouden kunnen uitbarsten, mocht het daartoe nog komen. Ik denk niet dat ik die indruk wek.

Het is als de man die achter je staat bij een voetbalwedstrijd, kort langs je oor de grensrechter duidelijk maakt dat hij z'n vlag beter rectaal kan gebruiken. Of die beller in de bios. Los van de kwaliteit van de film, wedstrijd of muziek, de avond is bij voorbaat verloren. Ik vraag me af waarom de DJ de man geen versterker in de nek wil gooien, maar blijkbaar voort de man zijn functie naar behoren uit, hij is er immers voor ingehuurd. Ik heb allang gezien dat de beste man mij niet meer over gaat halen, maar misschien dat hij de rest wel kan overtuigen. Terwijl ik naar m'n fiets loop, vergaan alle geluiden langzaam naarmate de afstand groter wordt. Als ik Hengevelde uit fiets, zijn alleen de bassen nog over, en het duo schijnwerpers dat de hemel boven het dorp beschijnt.

"With your shallow words you're missing all that's happening"

Geen fatsoenlijke youtube-clip. Klikt hier voor Spotify

PS. Vandaag geen PS.

zaterdag 18 mei 2013

Muziek: Bökkers - De Neuze

De lokale kermis is te bereiken op dan wel de fiets, dan wel de benenwagen (dit is geen benaming voor de auto van de Flintstones, maar een uit het Twents afkomstige term voor lopen). Maar in alle andere gevallen kom je in het weekend nauwelijks ergens zonder medewerking van het lokale taxibedrijf. Bewust onbeschonken een auto vol met bewust beschonken vrienden besturen is hier in de buurt nooit echt aangeslagen. Een fietstocht die het kwartier overstijgt wordt, weer of geen weer, als te zware belasting ervaren. Dan blijft er, tenzij je een familielid hebt met een overschot aan tijd, benzine en goede wil, maar een vervoersmiddel over, en dat is de taxi.

Tussen de taxichauffeurs en het lokale uitgaanspubliek bestaat een zekere haat-liefdeverhouding. "I can't live with or without you" zong Bono als eens, wat maar weer eens bewijst dat het probleem van alle tijden en nationaliteiten is. Theoretisch is de overeenkomst tussen vervoeraanbieder en kermisklant even simpel als wederzijds winstgevend: een volle touringcar 10 à 20 kilometer verderop brengen en weer op halen voor een tientje per persoon lijkt een goede deal, terwijl de klant zich voor datzelfde tientje zich geen zorgen hoeft te over alcoholpromillages, gestolen fietsen, zoekgeraakte jassen en naderend slecht weer.

Maar zoals met alles ligt het in de praktijk alles stukken complexer. De klant is koning, en de klant is vooral op de terugweg nogal wat veeleisender. De klant, hij heeft de hele avond lekker geen moment gedacht aan alcoholpromillages, en is in alle bedrijvigheid de tijd ook uit het oog verloren. Ging de taxi terug nou om 3 uur of 4 uur of allebei? Eenmaal in de taxi moeten de zojuist aangeschafte patatjes mayo en gebakken vissen uiteraard ook mee. Als de taxi dan rijdt, ontstaat vaak de discussie over de te volgen route: welk dorp wordt eerst aangedaan? Worden we aan huis gebracht? Mag er geen piraat op? Terwijl de chauffeur zich bezig houdt met de zelfverklaarde TomToms en DJ's zetten enkelen in het gangpad het feest nog even voort, terwijl achterin iemand al slapend zijn eindbestemming voorbij rijdt en in een ander hoekje wordt er nog een kotszakje van inhoud voorzien (op voorwaarde dat een dergelijk product zo snel gevonden kan worden. Het zakje bedoel ik dan, de potentiële inhoud is altijd voorhanden). Bij hoge uitzondering wordt er nog een brandblusser geleegd of krijgt een spraakzaam persoon de microfoon in handen, om de terugrit van commentaar te voorzien. Gezellig, sowieso, maar wie er op let kan in de achteruitkijkspiegel de nerveuze blik van de chauffeur zien.

Nu zijn het bedrijf en haar chauffeurs ook niet zonder fouten. Zo duurt wachten vaak lang. Vooral winterdag, als je staat te wachten op je bus die er al een kwartier had moeten zijn, zoals de chauffeur al op de heenweg had medegedeeld door de microfoon. Je jas zit veilig onder de snelbinder bij het café, aan de andere kant van de rit. Terug naar binnen kan niet, de kleerkast in security-bloesje herinnert je er vriendelijk aan dat heeft feest toch echt op zijn einde is. Als de taxi er dan eindelijk is, is sfeer vaak net zo koel als de lucht daarbuiten. Geen polonaises in het gangpad, geen nu-al-overdreven navertellingen van de avond die nog maar pas voorbij is, geen ontluikende kalverliefde op de achterbank. Iedereen wil naar huis. Tegen de mopperaars dreigt soms zo'n chauffeur dan nog: "Je mag er hier ook uit", terwijl hij al afremt tussen wit uitgeslagen weilanden en akkers. "Dat dacht ik al", hij rijdt door, heeft niet eens stil gestaan. Als je dan bij je huis of je fiets bent afgezet, gebruik je de laatste warmende effecten van de drank en hormonen in je bloed om je bed te bereiken. De beste eindbestemming denkbaar.

"Met de jongens hen stappen en de taxi d'r op an
Het was niks as zoepen en, oeh, het gung d'r van
het wer later en later en de kastelein vreug
goat jullie nog op hoes an want het is hier zowat gebeurd?
-Oh, wie bunt met de Neuze dus nog lange niet vot
want hij hef twee lekke banden en de accu kapot

Bun met de Neuze! Hij 's weer te late!"



PS. Het titelnummer gaat over een lokaal beroemde/beruchte taxichauffeur uit het Sallandse waar Hendrik Jan Bökkers vandaan komt. Gitarist van Jovink bij het laatste album dat ze uitbrachten, al een fikse tijd geleden. Laatste keer dat ik hem zag deed hij een puike show met z'n Normaal-coverband, met veel oude nummers, van de eerste periode dat Ferdi Jolij nog gitarist was (voor wie dit iets zeggen mocht, dan wel interesseren). Tegenwoordig dus kapitein van een bandje dat zijn achternaam draagt, met veel rocknummers over zoep'n brekk'n en angoan (ik kan er niet veel meer van maken). Muziek voor zweterige kermistenten. Het laatste album heet: Morrattamotta. Snappie?

Dat incident met de brandblusser was ikzelf geen getuige van, nog had ik er een ander aandeel in. Het is een van die verhalen die blijft hangen, en er zal wel iets van aan zijn aangezien er in geen enkele taxibus nog zo'n blusser te vinden is. Dat iemand de microfoon ter hand nam heb ik wel zo nu en dan meegemaakt, al was dat zelden heugenswaardig, want vaak heeft zo iemand weinig bij te dragen behalve zijn of haar door dronkenschap geïnduceerde schreeuwerigheid. De achterbank-ontmoetingen (de één gewoon zitten, de ander achterstevoren met de knieën op de zitting, of soms gewoon naast elkaar), ze beginnen zo vaak met "Waar kom jij vandaan dan?", "Zo, ik ga hier eens zitten" en andere overduidelijkheden die alleen toch aantonen dat alcohol soms dingen stukken eenvoudiger maakt. Overigens zal alcohol ook een rol spelen in het feit dat die kleine taxi-affaires/romances eindigen als één van de twee uit moet stappen. Proost dan maar.

vrijdag 26 april 2013

Muziek: The Black Keys - When The Lights Go Out

Het was gisteravond na half twaalf, maar nog steeds fijn weer. Ik fietste de route die ik mijn leven veruit het meest gefietst heb, die tussen het dorp en ons huis. Alles was stil en rustig, nergens een teken van leven. Doordat de lucht helder was en de maan vol, kon ik ondanks het tijdstip alles nog goed zien. Ik kwam terug van de training, had daarna nog de tweede helft van het Europees voetbal half bekeken en nog een paar biertjes gedronken. En terwijl ik zo'n beetje halverwege was, kreeg ik een machtig gevoel. Ik was de enige in de weide omtrek, de enige die alles zag zoals het er nu bij lag, alles was even van mij. Even was ik prettig alleen.

Het donker was van andere orde met oud en nieuw, alweer een paar jaar terug. Na het vuurwerk en de nieuwjaarsborrel bij de buren wilden m'n broer en ik nog even naar de kroeg om het nieuwe jaar te vieren. Maar de dampen van het vuurwerk hadden zich gemengd met de de mist die op oudjaarsdag al als een deken over alles heen had gelegen. Het licht van onze koplampen haalden het wegdek niet. Te voet gingen we verder, de rand van de weg volgend met onze voeten. Zo schoven we langzaam maar zeker richting café.  We kwamen bij een van de spaarzame lantaarns op de route. Het licht, dat normaal een groot deel van het wegdek eronder bescheen, hing nu als een grote bleke vuurvlieg boven ons. "O, zijn we hier!" We kwamen over, uiteindelijk. Toen we laten naar huis gingen waren de dampen opgetrokken en leek het onvoorstelbaar dat je ooit zo weinig van alles had kunnen zien.

Maar wat echt donker is leerde ik afgelopen weekend in mergelgroeve van Sibbe, Zuid-Limburg. Tijden een fietstocht door de mijn hield de gids onze groep stil bij een zijtak. De mountainbikes gingen aan de kant, de lichten gingen uit. En het was donker. En niet het soort donker waar de ogen aan wennen kunnen. Ik deed m'n ogen dicht en weer open, maar het maakte geen enkel verschil. Zonder enige bron van licht is er niks te zien. Het aardedonker was indrukwekkend. Ergens klonk het enigszins nerveus: "Ja, nu mag het ligt ook wel weer aan hoor."

"You know what the sun's all about
When the lights go out"



PS. Een ander voorbeeld van het ervaring van donker zijn stroomuitvallen. Kleine ongemakken die je wijzen op de vanzelfsprekendheid die elektrisch licht is geworden zoals tandenpoetsen terwijl een kandelaar balanceert op de rand van de wastafel. Mikken tijdens het plassen met een kaars in een hand (oppassen voor lekkend kaarsvet!)

The Black Keys zijn een bluesrockduo uit Ohio, USA. Bekend van o.a. "Tighten Up" (met dat gefluit erin), "Lonely Boy" (met de clip met het dansende kleine zwarte mannetje in een kantoor) en "Little Black Submarines" (met de overgang van rustig akoestisch gemijmer naar vol gas hardrock die doet denken aan "Stairway to Heaven"). Maar voor deze doorbraak waren ze al een tijdje bezig, een beetje rauwer, zoals deze plaat uit 2004. De albumcover die het filmpje toont is van debuutalbum The Big Come Up uit 2002, maar dit nummer staat op Rubber Factory (album nummer 3) uit 2004.

vrijdag 19 april 2013

Muziek: R.E.M. - Radio Free Europe

De trap omhoog, de straat op, tussen de oude gebouwen door waarvan we de afgelopen dagen ons niet echt hebben afgevraagd waar ze voor dienden, wat het doel was. Op daken van gebouwen staan schijnwerpers die hogere, belangrijkere, mooiere gebouwen laten stralen in de nacht. Aan de overkant van de Moldau schittert de Burcht in het kunstlicht. Het is rustig op straat. De Tsjechen zijn naar bed, ze moeten morgen werken. De toeristen zijn naar bed, ze moeten morgen weer vroeg de Karelsbrug op, de paleizen bezoeken, de rondleidingen nemen, alle attracties bekijken die hun reisgidsen hebben aanbevolen. Enkele zwervers hebben een plek gevonden onder pilaren. Schoonmakers maken de straat proper met industriële bezems en stofzuigers. Praag zal er morgen weer brandschoon uitzien. Nog een brug over, en dan zijn we bij ons hotel.

We komen van een rockcafé, gevestigd in een kelder in de oude stad. De serveerster die ons al twee 'ochtenden' onze omeletten had gebracht op het terras voor de deur van ons hotel, had het ons aanbevolen. In het café zijn vooral Tsjechische studenten, en een groepje Engelse mannen die vrijgezellenfeest. De aanstaande bruidegom is verkleed als peuter, met een grote luier om, een fopspeen en zo'n soort muts dat geen enkele moeder haar kind tegenwoordig nog laat dragen. Een van de mannen wijst naar m'n shirt. "That a Chzech club?" "No, Twente, from Holland." "Oh, yeah, fuckin' McClaren's club. He sucked for England." "Oh, well...". De Britten bestellen nog meer bier, cocktails en shots. What happens in Praag...

In een paar dagen hebben we nachtclubs bezochten, op een boot gedobberd, van terras naar terras gewandeld en een treinreis gemaakt naar Mlada Boleslav (dat bij Skoda hoort zoals Wolfsburg bij Volkswagen) om daar Twente te zien voetballen. We hebben gediscussieerd over waar de slotscène van xXx zich precies op de Moldau afspeelde. We zijn bedonderd door een stel taxichauffeurs. In het Hard Rock Café ontdekten we een swastika-patroon in het hekwerk van de balkons. In onze hotelkamer, dat zich op de bovenste verdieping bevond van een gebouw in de schaduw van de St. Nicolaaskerk, zit ik als we zijn aangekomen in het raamkozijn, met mijn voeten de dakgoot. Beneden worden bij een kiosk de ochtendkranten al bezorgd. Op de parkeerplaats staan de auto's waar we morgen weer, dwars door Duitsland, naar huis toe zullen rijden. Ik aanschouw nog één keer Praag bij nacht.

"Beside defying media too fast
Instead of pushing palaces to fall
Put that, put that, put that before all
That this isn't fortunate at all"



PS. Dit is over ons bezoek aan Praag en Mlada Boleslav afgelopen zomer. Twente moest voetballen in Boleslav, maar die stad bleek bij nadere beschouwing weinig entertainment te bieden. We aten er wel uitstekend bij een Italiaans restaurant en vermaakten ons prima in het stadion, bestaande uit losse tribunes aan drie zijden van het veld. Achter een van doelen stond geen tribune, maar een flatgebouw, waarvandaan je enkele mensen kon zien staan die vanaf het balkon de wedstrijd bekeken. We hadden eerst de verkeerde ingang, en stonden al tussen de Tsjechische fans, toen een paar mensen van Twente ons het terrein weer afhielpen en ons bij de ingang voor uitsupporters weer afzetten. Waar we werden gefouilleerd en bewaakt werden door streng kijkende securitymensen. Een absurde situatie. Twente won met 2-0, maar het hoogtepunt van de wedstrijd was eigenlijk een wedstrijdje supportersgezang tussen het Twentse en Tsjechische publiek dat welhaast tien minuten duurde. ("Jalalalallalalallalallalaaa, jalalala, jalalala, jalalalala, Twente/Boleslav!" Hoogstaand vermaak)

Praag was mooi, als vermeden we de meest toeristische attracties, je krijgt jeuk van de drukte en de souvenirwinkeltjes met Made in Asia-troep. Ik zou nog wel weer een zo'n manier een stad willen bezoeken. Berlijn was ik nog nooit geweest, Boedapest schijnt ook mooi te zijn. We zullen zien.

Oh, en over de muziek. Ik kon op m'n iPod zo snel geen liedje met een directe verwijzing naar Praag vinden (ja, er is wel Bløf met "Liefs uit Londen": "...vandaag uit Praag een kattenbel, want er is zoveel te doen..." maar dat is Bløf. Overigens wel een van de weinige Bløf-nummers waarbij je direct weet waar het in godsnaam over gaat). Radio Free Europe was oorspronkelijk gevestigd in München en opgericht om tijdens de koude oorlog Oost-Europa te bestoken met informatie die door de overheden daar gecensureerd werd. Tegenwoordig is het hoofdkantoor van het station gevestigd in Praag. Het bestaat nog om ongecensureerd nieuws uit te zenden in landen waar geen persvrijheid is.

R.E.M. had met dit lied zijn eerste single. Je zou denken dat een lied met deze titel een of ander statement zou zijn voor dan wel tegen het radiostation zou zijn, maar volgens de zanger is de tekst volledige onzin. Mooi nr. dat wel. En een video waarin Michael Stipe nog een weelderige bos krullen heeft.  Als de video van "Losing my Religion" bekijkt, wordt het al minder, bij "Shiny Happy People" en "Everybody Hurts" draagt hij al een hoofddeksel, bij "Supernatural Superserious" is ie kaal. Zo gaat dat.

woensdag 17 april 2013

Muziek: The Beatles - Drive My Car

Ik reed toch? Iemand was een weekendje weg, en ik kon daarom op zijn kaart naar Twente. Ik mag vaker mee, als er een kaart vrijkomt, en nu was het mijn beurt om het transport te bieden. Ik reed. Niks mis, mee, hoort er bij, je moet er toch komen. Ik pikte mijn 3 passagiers op, en daar ging die dan. Parkeren in de buurt van het stadion is een uitdaging op zichzelf, maar in de oprit naar een maïsveld, op de rand van een modderpoel, was nog een plek. Hoe ik er vandaan moest komen was nog een groot raadsel, maar: "Dat zien we dan wel weer." Een waarheid als een koe. (Waar dat spreekwoord vandaan komt? Vroeger, op de basisschool, stond er in de kast een spreekwoordenboek. Waar is dat ding nu?)

De wedstrijd op zich was waardeloos. FC Twente bevond zich middenin de vormcrisis die de trainer enkele weken later zijn baan zou kostten. Het vak met de 'harde kern' was de eerste 10 minuten verboden terrein, om zo de onvrede van deze supportersgroep kenbaar te maken. Wij konden onze plaatsen gewoon betreden. Maar we waren toeschouwer van een wedstrijd die het aanschouwen nauwelijks waard was. Veelzeggend was dat we opschrokken uit een gesprek toen Twente daadwerkelijk zijn eerste kans kreeg. Toen vlak voor de tijd de tegenstander, geheel onderaan in het klassement, door een afstandsschot gelijk maakte, waren er velen boos, maar bijna niemand was verbaasd.

Ondanks het matige spel wordt het een lange avond. De wedstrijd was vroeg, en de avond ligt nog voor ons. Eerst lossen we ons parkeerprobleem om door het supporterscafé als laatste te verlaten, waardoor ik de auto op de verharde weg kan krijgen zonder me te wagen aan de dreigende modder. We maken onderweg naar huis nog een stop, zo'n beetje Halfweg. De wedstrijd, het supporterscafé, het andere café, het werd allemaal draaglijk gehouden met bier, een effect dat mijn cola slechts met moeite kan nabootsen. De avond is dan nog altijd jong, en we stappen weer in. We gaan door.

Door naar nog een café, waar een bandje optreedt. In de auto kan ik merken dat het verschil in alcoholpromillage al flink is opgelopen. Als de radio The Beatles laat horen, vinden grijpgrage handen de volumeknop en de claxon. "Baby, you can drive my car!!! Tuut, tuut, tuut! Beep, beep, beep!! Yeah!" Aangekomen bij Crazy Daisy, en zeer goede AC/DC-coverband, blijkt de kloof uiteindelijk onoverbrugbaar. Als "Whole Lotta Rosie" wordt gespeeld, tuimelen mijn drie passagiers over elkaar om met hun luchtgitaar de nep-Angus bij te staan bij zijn solo's. Ik zou wel mee willen doen, maar ik zou niet weten hoe. Een bekende, wel met bier maar nog lang niet op het peil van de luchtgitaristen, herkent de situatie onmiddellijk: "Ha! Jij bent de bob!"

"Baby, you can drive my car
Yes, I'm gonna be a star
Baby, you can drive my car
And maybe I'll love you

Beep, beep'm beep beep, yeah!"


zaterdag 30 maart 2013

Muziek: Herman Finkers - Café Bijart

"Ie mot deur 'n bal hen stoot'n, anders wet he neet woar he hen mot." Wie niet biljart (en geschreven Twents lezen kan), zal deze uitspraak niet begrijpen. Ten eerste wordt er gesteld dat het mogelijk is dwars door een bal te stoten, en nee, dat kan inderdaad niet. Ten tweede doet de uitspraak vermoeden dat de bal een verstand heeft dat uitgelegd moet worden waar hij wel, of niet, naar toe moet. Wederom onwaar, biljartballen waren vroeger van ivoor, en tegenwoordig zijn ze opgebouwd uit een veelvoud aan lagen kunststof (hier is een How It's Made over gemaakt, geloof ik). Biljartballen zijn levenloze dingen. Perfect ronde, glimmende levenloze ballen.

Toch is de tip waar ik dit stuk mee begon een gulden regel van Cruyffiaanse proporties binnen de lokale biljartsport (je gaat het pas zien als je het snapt). Wat de technische consequentie is van het 'door de bal stoten' is, zal ik hier achterwege laten, maar het is een essentieel begrip bij het biljarten. Er zijn nog tal van deze wijsheden en termen binnen het biljarten, en ook de bijbehorende flauwe, droge grapjes. Misschien straks daar nog eentje van.

Het spel is erg simpel, alleen niet altijd makkelijk. Er zijn drie ballen De bal waarmee je stoot moet de andere twee raken. Lukt dat, dan heb je een punt, en mag je nog een keer. Lukt het niet, dan moet je op je volgende beurt wachten. Daar, ik heb zojuist biljarten uitgelegd. Maar nu komt het: biljarten speel je altijd tegen jezelf, ongeacht wie er verder nog meedoet. Je maakt een plan om je punt te maken, en alleen jij kunt, met je ene stoot, bepalen of dat plan goed ten uitvoer gebracht wordt. Je hoofd maakt het plan, je vingers voeren het uit. Hoe beter de harses, hoe makkelijker de vingers het hebben. Hoe beter de vingers, hoe minder groot de harses hoeven te zweten.

Als het niet lukt, dan is al snel heel makkelijk om te besluiten dat de ballen bewust niet doen wat jij wil. Ze begrijpen je niet, ze zitten je dwars, ze gaan je in de weg liggen. Het wil helpen om je stoot nadruk te geven, om de boodschap duidelijk over te brengen. Om, als het ware, door de bal te stoten. Je moet door de bal stoten, anders weet hij niet waar hij naartoe moet.

Een andere biljartterm is trekken. Trekken is het dusdanig veel effect aan een bal meegeven dat hij na aanraking van de band (de tafelrand) of een andere band veel meer van zijn baan afwijkt dan zonder je dat had gedaan (stukje natuurkunde: hoek van inval = hoek van terugkaatsing). De perfecte trekbal, waarbij de bal door het effect zich haast onderweg nog lijkt te bedenken dat hij nog een stukje verder moet afwijken (maar niet te ver!) om bij zijn eindbestemming aan te komen, is niet makkelijk. Alles het lukt, dan ben je even heel tevreden met jezelf. En dan hoor je achter je: "zo, i-j bunt ook nog wa vr-jgezel, dat kan 'k wa zeen!" En je bent weer terug op aarde.

"Café Biljart, klein stukje groen voor het eenzame hart"



PS. Deze koffer door Herman Finkers van Toon Hermans won het nog maar net van Jerry Lee Lewis met z'n "Great Balls of Fire". Maar het jachtige rock-n-roll van Lewis past niet zo erg bij biljart. Hermans' lied over hoe twee oude mannen samen hun eenzaamheid ontvluchten door samen te biljarten, is dan veel mooier.

Ja, biljart wordt veel gespeeld door, eh, ouderen. Het eist, behalve een vaste hand en het vermogen over een tafel te kunnen buigen, niet veel van je lichaam. Waardoor je het nog uitstekend kunt spelen als je voetbalcarrière al jaren is afgelopen. Maar het is tevens, vind ik, de beste cafésport. Waar darten onvergeeflijk is als je geen goede controle hebt over je vingers, kaarten een zekere leepheid vereist, en de gokkast het fijnst speelt als je naïef soort vertrouwen in je eigen geluk hebt, kun je bij het biljarten je gebrekkige motoriek compenseren met de gedegenheid van je plan, is iedere misser aan jezelf te wijten en is de voldoening groot als een de ballen rollen volgens jouw verfijnde plan. Dus vergeef me het stoffige onderwerp, maar ik houd van biljart.

vrijdag 22 maart 2013

Muziek: The Replacements - Kiss Me On The Bus

In de bus is het vaak een opvallende tegenstelling: veel mensen bij elkaar die allemaal hun best doen zich alleen maar met zichzelf te bemoeien. Ik kan het zelf ook goed: gewapend met boek en muziek verzeker ik mezelf ervan dat niemand geneigd is me nog eens te vertellen dat het koud is vandaag. Toch is dat zonde, soms spreek je nog eens iemand, of hoor je dat iemand zich verbaasd over het aantal 'tractorwinkels' langs de route. Er kan zomaar een chauffeur zijn die je gezicht herkent, omdat je tien jaar geleden met zijn zoon enkele werkstukken in elkaar hebt gedraaid.

Chauffeurs zijn veelal een beetje chagrijnig, en daar hebben ze recht op. Dag in, dag uit lopen er mensen langs hen heen. En soms komt de goeiemorgen/goeiemiddag niet eens boven het bliepje van de kaartjes-scanner uit. Dan zijn het van de kleine pleziertjes waarvan je het moet hebben. Zo zijn er chauffeurs die sommige bochten net iets harden nemen dan strikt noodzakelijk, waardoor de mensen schommelen in hun stoel. Misschien rijden ze net een stukje weg als iemand spurt om de bus nog te halen, om dan alsnog te stoppen om de dankbaarheid te incasseren die er misschien niet was geweest maar in ieder geval minder groot was geweest als hij hem direct had laten instappen. Soms moet je het lot een handje helpen, terwille van je eigen plezier.

Deze week was er een vrolijke chauffeur de sleur doorbrak. Net toen we aankwamen bij het station hoorde hij "the eye of the tiger" op z'n radio. Hij draaide het op vol volume. De gitaarklanken, voor altijd geassocieerd met Sylvester Stallone in boxhandschoenen, knalden door de bus. Door de intercom verwelkomde hij ons op station Hengelo, en wenste hij ons vrolijk gestemd en met exotisch accent een fijne avond en heel veel plezier, mochten we deze avond nog uit gaan (het was woensdag, maar goed). Een man, die opgeschrokken leek uit zijn busreis-isolement, ging stilstaan in het gang pad voor hij uitcheckte en de bus verliet. Hierdoor blokkeerde hij het gangpad, de mensen na hem, door de hectiek inmiddels allemaal zonder boek, mobiel of muziek, moesten wachten. Hij bracht zijn hand naar de mond, en sprak zo hard hij kon: "U ook, chauffeur! En bedankt!"

"On the bus, that's where we're ridin'
On the bus, O.K., don't say hi, then
Your tongue, your transfer,
your hand, your answer

On the bus, everyone's lookin' forward
On the bus, I am lookin' forward
And everything ain't O.K.
I might die before Monday
They're all watchin' us

Kiss me on the bus
Kiss me on the bus
If you knew how I felt now
You wouldn't act so adult now
Hurry, hurry, here comes my stop"



PS. Het was kiezen tussen deze of The Who's "Magic Bus" (ook heel mooi, daar niet van) of het blèrige "Hé Buschauffeur (de hele bus moet pissen)". Aangezien The Who nog wel eens voorbij komt op uw lokale classic rock-zender, zijn het de Replacements geworden. Kussen in bussen is meestal voorbehouden aan de bussen in het uitgaansverkeer. Het 'pislied' zal ik voor behouden aan de carnavalvierders.

Oh, er is ook nog "Bus Stop" van the Hollies. Had ik die al niet een keer gehad? Maar die gaat over een romance die ontstaat bij een bushalte dankzij een gedeelde paraplu ("One day my name and hers are going to be the same"). Schattig hè? Dat ze dat nog niet hebben verfilmt tot een romkom waar RTL8 en NET5 nog jaren plezier van hebben. En waarvoor de 'love-Seats' in de bioscoop bij tot hun recht komen. Want als we met een groep naar de film gaan, betekenen deze knuffelbanken meestal gewoon de we een 'halve-liter-houder' tekort komen. Waarmee we ver genoeg van bussen en buschauffeurs zijn afgedwaald om deze blog tot een einde te brengen. Keals en vrouwleu, good goan, en deelt uw paraplu als het regent, u weet nooit wat er nog van komt.

donderdag 14 maart 2013

Muziek: Arctic Monkeys - This House Is A Circus

Van alle organen is het hart het meest bezongen. Niet per se omdat het als bloedpomp onmisbaar is om in leven te blijven. Maar omdat we het kunnen voelen. Het klopt. En het klopt harder als het spannend wordt. Dit kunnen we zelf niet of nauwelijks sturen. Daarom hebben we het in gedachten onlosmakelijk verbonden met ons gevoel en instinct. Dat het hart slechts een motor is die doe wat ons zenuwstelsel het opdraagt, maakt daarbij niets uit. We voelen met ons hart, denken we. Denken doen we met onze hersenen. Dat dan weer wel. Liefde is gevoel, en aangezien de meeste liedjes liefdesliedjes zijn, staat het hart op nummer één.

De hersenen zouden, zou je denken, dan op de tweede plaats komen. Maar ik denk dat onze denktank het verliest van onze kijkers. De ogen. Nu worden ogen niet eens bezongen om hun hoofdtaak (kijken, nogal wiedes), maar om hoe ze eruit zien. Ogen worden, behalve het registreren van beelden, allerlei eigenschappen toegedicht: oog zijn mooi, ogen lachen, ogen treuren, ogen liegen, ogen spreken, ogen beloven, ogen verzuipen je, ogen doorboren, ogen spiesen, ogen zijn een spiegel voor de zon. We denken in ogen te zien wat er in het hart omgaat.

Daar zit wat in. Ogen zijn de middelpunten van ons gezicht, en een groot deel van de spieren in ons gezicht zijn bedoeld om uitdrukkingen te geven aan hoe we ons voelen (blij, verdrietig, boos, verbaasd etc.). We hebben een zekere mate van controle over deze spieren, waardoor we kunnen 'liegen': lachen om grappen die we niet grappig vinden, nors kijken als we iets grappig vinden wat we niet grappig mogen vinden, lachen naar iemand die we liever helemaal niet aankijken. Maar we hebben geen volledige controle, want we lachen soms als een boer met kiespijn. En het schijnt dat er altijd een fractie van een seconde (enkele honderdsten van een seconde) is waarin we niet kunnen voorkomen dat ons gezicht laat zien wat we werkelijk voelen. Als je deze mini-uitdrukkingen kunt spotten, heb je daar veel gemak van bij het pokeren, om maar iets te noemen. "You can't hide your lying eyes" zongen The Eagles. Hebben ze toch een beetje gelijk gehad.

Jules Verne (je kent 'm wel, de man van 80 dagen om de wereld, kapitein Nemo en vele anderen) heeft nog een wijsheid de wereld in geholpen over ogen. Volgens hem zou je op het netvlies van een overledene kunnen zien wat hij voor het laatst gezien heeft. Zo worden in een van zijn verhalen twee moordenaars geïdentificeerd. Zijn verhaal is gebaseerd op de wetenschap uit die tijd (ca. 1900). Men vermoedde dat netvlies werkte als film in een fotocamera, dat zich steeds ververste. Bij het overlijden zou dit verversingsproces stoppen, waardoor de laatste 'opname' op het netvlies achterbleef . Het schijnt dat Scotland Yard heeft geprobeerd Jack the Ripper te identificeren met behulp van foto's van de netvliezen van zijn slachtoffer. Zonder succes.

"And we're forever unfulfilled
Can't think why
Like a search for murder clues
In dead man's eyes"



PS. Ja, dat was lang geleden. Ik zou beterschap willen beloven, maar dat doe ik niet.

Met behulp van zogenaamde optogrammen (foto's van netvliezen van overledenen), zou 1925 in Duitsland wel moordenaar zijn veroordeeld. De waarheid van deze bewering wordt echter in twijfel getrokken. Bovendien heeft de dader zelf zijn acht moorden bekend. De man heette Angerstein (what's in a name?). Arctics Monkeys trekken hun conclusies, het vinden van aanwijzingen in de ogen van moordslachtoffers is onmogelijk.

Op het concept van micro-expressies (de korte, niet te onderdrukken gezichtsuitdrukkingen) is een hele TV-series gebaseerd, "Lie to Me". Micro-expressies moet je niet verwarren met de van het poker bekende 'tell', waarbij een zekere verandering in doen en laten iets zegt over wat voor hand een speler heeft.

Inmiddels is al wel mogelijk op basis van met fMRI gemeten hersenactiviteit een film die een proefpersoon kijkt in zekere mate te reconstrueren. Dit niet in HD kwaliteit, en de persoon in kwestie moet levend de fMRI ondergaan. Dus bij CSI hebben ze hier nog niets aan.

Voor de wijsneuzen: gedachten (in het Engels 'mind') zijn geen orgaan, dus heb ik niet als dusdanig benaderd wanneer ik beweerde dat de hersenen niet de op-één-na-meest bezongen organen waren.

Voor meer info, google maar raak.

zaterdag 5 januari 2013

Muziek: The Men - Open Your Heart

Veel vertellers willen verhalen vertellen over de gewone mensen. "Het had jou of mij ook kunnen gebeuren." Jantje ging naar de slager, Pietje wordt ineens ontdekt als voetbaltalent, Janneke wordt verliefd, Marietje van om de hoek steelt het hart van een heuse sprookjesprins. De hoofdpersoon is zogenaamd zo lekker gewoon gebleven, trapt in een paar valkuilen, maar komt er uiteindelijk gewoon weer bovenop, omdat het zo'n lekker gewoon braaf en eerlijk mens is. Saai, niet dan?

De filmsterren, de boekpersonages, de striphelden enzovoort die we echt onthouden, dat waren bijzondere mensen. Mafketels (hele slimme, knappe, bloedmooie mafketels, dat misschien dan wel), dat zijn het. "Apart'n!" Neemt een James Bond. Ten eerste geen lid van een veelvoorkomende beroepsgroep. Maar hij is ook niet de geheim agent die even stiekem de wereld red en dan om 6 uur 's avonds met z'n familie aan tafel zit om het vlees te snijden. Nee, in real-life zou hij Poetin het liefst van z'n sokken rijden met z'n Aston Martin terwijl Sylvie Meis (ook stiekem geheim agente, had je niet verwacht van onze saaie AIVD, hè?) nog ligt uit te hijgen van wat stevig 'undercover'-werk. Aan het einde van de dag de toren van Pisa het laatste zetje geven met een zeppelin en James kan nippend aan geschudde-maar-pas-op-niet-geroerde martini terugkijken op een geslaagde werkdag. 

De Flodders waren anders, Mr. Bean, Willy Wonka, Gatsby, Swiebertje, Prins Bernard, Frida, Jean d'Arc, Robin Hood, The New Kids, Inspector Clouseau, Inspector Gadget, Elmo, Austin Powers, Harry Potter, Lady Gaga, Freddy Mercury, Kelly, Balotelli, Mary Poppins, Captain Jack Sparrow (als je erover nadenkt, eigenlijk elke figuur gespeeld door Johnny Depp)... allemaal heel 'anders', en als je ze morgen tegen zou komen bij de kassa, misschien ook niet helemaal goed snik. De wil, de drang, de opgave, wat het ook wezen mag. Anders zijn maakt uniek, maar ook apart, en daar is durf voor nodig. Er zijn waarschijnlijk honderden films en boeken over geheim agenten die heldhaftig maar professioneel en anoniem hun werk doen, en die zijn soms ook heel spannend en sensationeel. Maar de  meest bekende fictieve geheim agent is degene het allemaal (zeer gelikt, stijlvol, sexy en over-the-top) anders doet. James. Nep, tuurlijk. De moraal van het verhaal (of de verhalen, bekijk het zoals het u past): het lef hebben om anders te zijn loont. Of het valt in ieder geval op.

"Do what you want, be who you want to be"


PS. Ik heb de laatste Bond-film inmiddels een aan maandje geleden gezien, ik vond het teleurstellend. Dat zal aan het door sentiment onverbeterbare beeld van de oude Bond-films liggen dat ik heb. Een beetje zoals je lievelingssnoep van toen in een een nieuw jasje wordt gestoken: teleurstelling gegarandeerd.

De muziek is van een rockband uit New York. Andere nummers van hen ken ik niet. Deze klinkt zo wel fijn, vind ik. Al verwacht je in het begint een soort hardere cover van "Ever Fallen In Love" van The Buzzcocks (klassieker, ook op Guitar Hero geweest, moet je kennen, klik anders). Alles tuimelt daarna zo over elkaar heen dat ze het live kats niet kunnen evenaren, dat kun je ook wel op youtube vinden.

Het idee over het anders-zijn onderwerp kwam van twee alderbastends oude films die ik de afgelopen dagen zag: "You can't take it with you" (1938) en "Harvey" (1950). Vooral die laatste is heerlijk, over een man (rijk genoeg om niet te hoeven werken, da's zijn geluk dan wel weer) door het leven wandelt met een 1,92 m lang  wit pratend konijn genaamd Harvey. Alleen de man kan hem zien. Mocht je ook eens een dag ziek zijn en volledig de slaap uit hebben. Let wel, het is geen James Bond.

En het spijt me van de Sylvie Meis verwijzing. Echt, maar het was eruit voor ik aan een andere bekende schone kon denken. Dan weet je dat het wereldnieuws is, of je het daar nou mee eens bent of niet. Blijkt trouwens wel dat het geheim agentschap toch moeilijk te combineren valt met een cover als voetbalvrouw. (Wel een goede cover, ze heeft in de kortigheid Amsterdam, Hamburg, Madrid en Londen al gehad)