zaterdag 30 maart 2013

Muziek: Herman Finkers - Café Bijart

"Ie mot deur 'n bal hen stoot'n, anders wet he neet woar he hen mot." Wie niet biljart (en geschreven Twents lezen kan), zal deze uitspraak niet begrijpen. Ten eerste wordt er gesteld dat het mogelijk is dwars door een bal te stoten, en nee, dat kan inderdaad niet. Ten tweede doet de uitspraak vermoeden dat de bal een verstand heeft dat uitgelegd moet worden waar hij wel, of niet, naar toe moet. Wederom onwaar, biljartballen waren vroeger van ivoor, en tegenwoordig zijn ze opgebouwd uit een veelvoud aan lagen kunststof (hier is een How It's Made over gemaakt, geloof ik). Biljartballen zijn levenloze dingen. Perfect ronde, glimmende levenloze ballen.

Toch is de tip waar ik dit stuk mee begon een gulden regel van Cruyffiaanse proporties binnen de lokale biljartsport (je gaat het pas zien als je het snapt). Wat de technische consequentie is van het 'door de bal stoten' is, zal ik hier achterwege laten, maar het is een essentieel begrip bij het biljarten. Er zijn nog tal van deze wijsheden en termen binnen het biljarten, en ook de bijbehorende flauwe, droge grapjes. Misschien straks daar nog eentje van.

Het spel is erg simpel, alleen niet altijd makkelijk. Er zijn drie ballen De bal waarmee je stoot moet de andere twee raken. Lukt dat, dan heb je een punt, en mag je nog een keer. Lukt het niet, dan moet je op je volgende beurt wachten. Daar, ik heb zojuist biljarten uitgelegd. Maar nu komt het: biljarten speel je altijd tegen jezelf, ongeacht wie er verder nog meedoet. Je maakt een plan om je punt te maken, en alleen jij kunt, met je ene stoot, bepalen of dat plan goed ten uitvoer gebracht wordt. Je hoofd maakt het plan, je vingers voeren het uit. Hoe beter de harses, hoe makkelijker de vingers het hebben. Hoe beter de vingers, hoe minder groot de harses hoeven te zweten.

Als het niet lukt, dan is al snel heel makkelijk om te besluiten dat de ballen bewust niet doen wat jij wil. Ze begrijpen je niet, ze zitten je dwars, ze gaan je in de weg liggen. Het wil helpen om je stoot nadruk te geven, om de boodschap duidelijk over te brengen. Om, als het ware, door de bal te stoten. Je moet door de bal stoten, anders weet hij niet waar hij naartoe moet.

Een andere biljartterm is trekken. Trekken is het dusdanig veel effect aan een bal meegeven dat hij na aanraking van de band (de tafelrand) of een andere band veel meer van zijn baan afwijkt dan zonder je dat had gedaan (stukje natuurkunde: hoek van inval = hoek van terugkaatsing). De perfecte trekbal, waarbij de bal door het effect zich haast onderweg nog lijkt te bedenken dat hij nog een stukje verder moet afwijken (maar niet te ver!) om bij zijn eindbestemming aan te komen, is niet makkelijk. Alles het lukt, dan ben je even heel tevreden met jezelf. En dan hoor je achter je: "zo, i-j bunt ook nog wa vr-jgezel, dat kan 'k wa zeen!" En je bent weer terug op aarde.

"Café Biljart, klein stukje groen voor het eenzame hart"



PS. Deze koffer door Herman Finkers van Toon Hermans won het nog maar net van Jerry Lee Lewis met z'n "Great Balls of Fire". Maar het jachtige rock-n-roll van Lewis past niet zo erg bij biljart. Hermans' lied over hoe twee oude mannen samen hun eenzaamheid ontvluchten door samen te biljarten, is dan veel mooier.

Ja, biljart wordt veel gespeeld door, eh, ouderen. Het eist, behalve een vaste hand en het vermogen over een tafel te kunnen buigen, niet veel van je lichaam. Waardoor je het nog uitstekend kunt spelen als je voetbalcarrière al jaren is afgelopen. Maar het is tevens, vind ik, de beste cafésport. Waar darten onvergeeflijk is als je geen goede controle hebt over je vingers, kaarten een zekere leepheid vereist, en de gokkast het fijnst speelt als je naïef soort vertrouwen in je eigen geluk hebt, kun je bij het biljarten je gebrekkige motoriek compenseren met de gedegenheid van je plan, is iedere misser aan jezelf te wijten en is de voldoening groot als een de ballen rollen volgens jouw verfijnde plan. Dus vergeef me het stoffige onderwerp, maar ik houd van biljart.

vrijdag 22 maart 2013

Muziek: The Replacements - Kiss Me On The Bus

In de bus is het vaak een opvallende tegenstelling: veel mensen bij elkaar die allemaal hun best doen zich alleen maar met zichzelf te bemoeien. Ik kan het zelf ook goed: gewapend met boek en muziek verzeker ik mezelf ervan dat niemand geneigd is me nog eens te vertellen dat het koud is vandaag. Toch is dat zonde, soms spreek je nog eens iemand, of hoor je dat iemand zich verbaasd over het aantal 'tractorwinkels' langs de route. Er kan zomaar een chauffeur zijn die je gezicht herkent, omdat je tien jaar geleden met zijn zoon enkele werkstukken in elkaar hebt gedraaid.

Chauffeurs zijn veelal een beetje chagrijnig, en daar hebben ze recht op. Dag in, dag uit lopen er mensen langs hen heen. En soms komt de goeiemorgen/goeiemiddag niet eens boven het bliepje van de kaartjes-scanner uit. Dan zijn het van de kleine pleziertjes waarvan je het moet hebben. Zo zijn er chauffeurs die sommige bochten net iets harden nemen dan strikt noodzakelijk, waardoor de mensen schommelen in hun stoel. Misschien rijden ze net een stukje weg als iemand spurt om de bus nog te halen, om dan alsnog te stoppen om de dankbaarheid te incasseren die er misschien niet was geweest maar in ieder geval minder groot was geweest als hij hem direct had laten instappen. Soms moet je het lot een handje helpen, terwille van je eigen plezier.

Deze week was er een vrolijke chauffeur de sleur doorbrak. Net toen we aankwamen bij het station hoorde hij "the eye of the tiger" op z'n radio. Hij draaide het op vol volume. De gitaarklanken, voor altijd geassocieerd met Sylvester Stallone in boxhandschoenen, knalden door de bus. Door de intercom verwelkomde hij ons op station Hengelo, en wenste hij ons vrolijk gestemd en met exotisch accent een fijne avond en heel veel plezier, mochten we deze avond nog uit gaan (het was woensdag, maar goed). Een man, die opgeschrokken leek uit zijn busreis-isolement, ging stilstaan in het gang pad voor hij uitcheckte en de bus verliet. Hierdoor blokkeerde hij het gangpad, de mensen na hem, door de hectiek inmiddels allemaal zonder boek, mobiel of muziek, moesten wachten. Hij bracht zijn hand naar de mond, en sprak zo hard hij kon: "U ook, chauffeur! En bedankt!"

"On the bus, that's where we're ridin'
On the bus, O.K., don't say hi, then
Your tongue, your transfer,
your hand, your answer

On the bus, everyone's lookin' forward
On the bus, I am lookin' forward
And everything ain't O.K.
I might die before Monday
They're all watchin' us

Kiss me on the bus
Kiss me on the bus
If you knew how I felt now
You wouldn't act so adult now
Hurry, hurry, here comes my stop"



PS. Het was kiezen tussen deze of The Who's "Magic Bus" (ook heel mooi, daar niet van) of het blèrige "Hé Buschauffeur (de hele bus moet pissen)". Aangezien The Who nog wel eens voorbij komt op uw lokale classic rock-zender, zijn het de Replacements geworden. Kussen in bussen is meestal voorbehouden aan de bussen in het uitgaansverkeer. Het 'pislied' zal ik voor behouden aan de carnavalvierders.

Oh, er is ook nog "Bus Stop" van the Hollies. Had ik die al niet een keer gehad? Maar die gaat over een romance die ontstaat bij een bushalte dankzij een gedeelde paraplu ("One day my name and hers are going to be the same"). Schattig hè? Dat ze dat nog niet hebben verfilmt tot een romkom waar RTL8 en NET5 nog jaren plezier van hebben. En waarvoor de 'love-Seats' in de bioscoop bij tot hun recht komen. Want als we met een groep naar de film gaan, betekenen deze knuffelbanken meestal gewoon de we een 'halve-liter-houder' tekort komen. Waarmee we ver genoeg van bussen en buschauffeurs zijn afgedwaald om deze blog tot een einde te brengen. Keals en vrouwleu, good goan, en deelt uw paraplu als het regent, u weet nooit wat er nog van komt.

donderdag 14 maart 2013

Muziek: Arctic Monkeys - This House Is A Circus

Van alle organen is het hart het meest bezongen. Niet per se omdat het als bloedpomp onmisbaar is om in leven te blijven. Maar omdat we het kunnen voelen. Het klopt. En het klopt harder als het spannend wordt. Dit kunnen we zelf niet of nauwelijks sturen. Daarom hebben we het in gedachten onlosmakelijk verbonden met ons gevoel en instinct. Dat het hart slechts een motor is die doe wat ons zenuwstelsel het opdraagt, maakt daarbij niets uit. We voelen met ons hart, denken we. Denken doen we met onze hersenen. Dat dan weer wel. Liefde is gevoel, en aangezien de meeste liedjes liefdesliedjes zijn, staat het hart op nummer één.

De hersenen zouden, zou je denken, dan op de tweede plaats komen. Maar ik denk dat onze denktank het verliest van onze kijkers. De ogen. Nu worden ogen niet eens bezongen om hun hoofdtaak (kijken, nogal wiedes), maar om hoe ze eruit zien. Ogen worden, behalve het registreren van beelden, allerlei eigenschappen toegedicht: oog zijn mooi, ogen lachen, ogen treuren, ogen liegen, ogen spreken, ogen beloven, ogen verzuipen je, ogen doorboren, ogen spiesen, ogen zijn een spiegel voor de zon. We denken in ogen te zien wat er in het hart omgaat.

Daar zit wat in. Ogen zijn de middelpunten van ons gezicht, en een groot deel van de spieren in ons gezicht zijn bedoeld om uitdrukkingen te geven aan hoe we ons voelen (blij, verdrietig, boos, verbaasd etc.). We hebben een zekere mate van controle over deze spieren, waardoor we kunnen 'liegen': lachen om grappen die we niet grappig vinden, nors kijken als we iets grappig vinden wat we niet grappig mogen vinden, lachen naar iemand die we liever helemaal niet aankijken. Maar we hebben geen volledige controle, want we lachen soms als een boer met kiespijn. En het schijnt dat er altijd een fractie van een seconde (enkele honderdsten van een seconde) is waarin we niet kunnen voorkomen dat ons gezicht laat zien wat we werkelijk voelen. Als je deze mini-uitdrukkingen kunt spotten, heb je daar veel gemak van bij het pokeren, om maar iets te noemen. "You can't hide your lying eyes" zongen The Eagles. Hebben ze toch een beetje gelijk gehad.

Jules Verne (je kent 'm wel, de man van 80 dagen om de wereld, kapitein Nemo en vele anderen) heeft nog een wijsheid de wereld in geholpen over ogen. Volgens hem zou je op het netvlies van een overledene kunnen zien wat hij voor het laatst gezien heeft. Zo worden in een van zijn verhalen twee moordenaars geïdentificeerd. Zijn verhaal is gebaseerd op de wetenschap uit die tijd (ca. 1900). Men vermoedde dat netvlies werkte als film in een fotocamera, dat zich steeds ververste. Bij het overlijden zou dit verversingsproces stoppen, waardoor de laatste 'opname' op het netvlies achterbleef . Het schijnt dat Scotland Yard heeft geprobeerd Jack the Ripper te identificeren met behulp van foto's van de netvliezen van zijn slachtoffer. Zonder succes.

"And we're forever unfulfilled
Can't think why
Like a search for murder clues
In dead man's eyes"



PS. Ja, dat was lang geleden. Ik zou beterschap willen beloven, maar dat doe ik niet.

Met behulp van zogenaamde optogrammen (foto's van netvliezen van overledenen), zou 1925 in Duitsland wel moordenaar zijn veroordeeld. De waarheid van deze bewering wordt echter in twijfel getrokken. Bovendien heeft de dader zelf zijn acht moorden bekend. De man heette Angerstein (what's in a name?). Arctics Monkeys trekken hun conclusies, het vinden van aanwijzingen in de ogen van moordslachtoffers is onmogelijk.

Op het concept van micro-expressies (de korte, niet te onderdrukken gezichtsuitdrukkingen) is een hele TV-series gebaseerd, "Lie to Me". Micro-expressies moet je niet verwarren met de van het poker bekende 'tell', waarbij een zekere verandering in doen en laten iets zegt over wat voor hand een speler heeft.

Inmiddels is al wel mogelijk op basis van met fMRI gemeten hersenactiviteit een film die een proefpersoon kijkt in zekere mate te reconstrueren. Dit niet in HD kwaliteit, en de persoon in kwestie moet levend de fMRI ondergaan. Dus bij CSI hebben ze hier nog niets aan.

Voor de wijsneuzen: gedachten (in het Engels 'mind') zijn geen orgaan, dus heb ik niet als dusdanig benaderd wanneer ik beweerde dat de hersenen niet de op-één-na-meest bezongen organen waren.

Voor meer info, google maar raak.