vrijdag 26 april 2013

Muziek: The Black Keys - When The Lights Go Out

Het was gisteravond na half twaalf, maar nog steeds fijn weer. Ik fietste de route die ik mijn leven veruit het meest gefietst heb, die tussen het dorp en ons huis. Alles was stil en rustig, nergens een teken van leven. Doordat de lucht helder was en de maan vol, kon ik ondanks het tijdstip alles nog goed zien. Ik kwam terug van de training, had daarna nog de tweede helft van het Europees voetbal half bekeken en nog een paar biertjes gedronken. En terwijl ik zo'n beetje halverwege was, kreeg ik een machtig gevoel. Ik was de enige in de weide omtrek, de enige die alles zag zoals het er nu bij lag, alles was even van mij. Even was ik prettig alleen.

Het donker was van andere orde met oud en nieuw, alweer een paar jaar terug. Na het vuurwerk en de nieuwjaarsborrel bij de buren wilden m'n broer en ik nog even naar de kroeg om het nieuwe jaar te vieren. Maar de dampen van het vuurwerk hadden zich gemengd met de de mist die op oudjaarsdag al als een deken over alles heen had gelegen. Het licht van onze koplampen haalden het wegdek niet. Te voet gingen we verder, de rand van de weg volgend met onze voeten. Zo schoven we langzaam maar zeker richting café.  We kwamen bij een van de spaarzame lantaarns op de route. Het licht, dat normaal een groot deel van het wegdek eronder bescheen, hing nu als een grote bleke vuurvlieg boven ons. "O, zijn we hier!" We kwamen over, uiteindelijk. Toen we laten naar huis gingen waren de dampen opgetrokken en leek het onvoorstelbaar dat je ooit zo weinig van alles had kunnen zien.

Maar wat echt donker is leerde ik afgelopen weekend in mergelgroeve van Sibbe, Zuid-Limburg. Tijden een fietstocht door de mijn hield de gids onze groep stil bij een zijtak. De mountainbikes gingen aan de kant, de lichten gingen uit. En het was donker. En niet het soort donker waar de ogen aan wennen kunnen. Ik deed m'n ogen dicht en weer open, maar het maakte geen enkel verschil. Zonder enige bron van licht is er niks te zien. Het aardedonker was indrukwekkend. Ergens klonk het enigszins nerveus: "Ja, nu mag het ligt ook wel weer aan hoor."

"You know what the sun's all about
When the lights go out"



PS. Een ander voorbeeld van het ervaring van donker zijn stroomuitvallen. Kleine ongemakken die je wijzen op de vanzelfsprekendheid die elektrisch licht is geworden zoals tandenpoetsen terwijl een kandelaar balanceert op de rand van de wastafel. Mikken tijdens het plassen met een kaars in een hand (oppassen voor lekkend kaarsvet!)

The Black Keys zijn een bluesrockduo uit Ohio, USA. Bekend van o.a. "Tighten Up" (met dat gefluit erin), "Lonely Boy" (met de clip met het dansende kleine zwarte mannetje in een kantoor) en "Little Black Submarines" (met de overgang van rustig akoestisch gemijmer naar vol gas hardrock die doet denken aan "Stairway to Heaven"). Maar voor deze doorbraak waren ze al een tijdje bezig, een beetje rauwer, zoals deze plaat uit 2004. De albumcover die het filmpje toont is van debuutalbum The Big Come Up uit 2002, maar dit nummer staat op Rubber Factory (album nummer 3) uit 2004.

vrijdag 19 april 2013

Muziek: R.E.M. - Radio Free Europe

De trap omhoog, de straat op, tussen de oude gebouwen door waarvan we de afgelopen dagen ons niet echt hebben afgevraagd waar ze voor dienden, wat het doel was. Op daken van gebouwen staan schijnwerpers die hogere, belangrijkere, mooiere gebouwen laten stralen in de nacht. Aan de overkant van de Moldau schittert de Burcht in het kunstlicht. Het is rustig op straat. De Tsjechen zijn naar bed, ze moeten morgen werken. De toeristen zijn naar bed, ze moeten morgen weer vroeg de Karelsbrug op, de paleizen bezoeken, de rondleidingen nemen, alle attracties bekijken die hun reisgidsen hebben aanbevolen. Enkele zwervers hebben een plek gevonden onder pilaren. Schoonmakers maken de straat proper met industriële bezems en stofzuigers. Praag zal er morgen weer brandschoon uitzien. Nog een brug over, en dan zijn we bij ons hotel.

We komen van een rockcafé, gevestigd in een kelder in de oude stad. De serveerster die ons al twee 'ochtenden' onze omeletten had gebracht op het terras voor de deur van ons hotel, had het ons aanbevolen. In het café zijn vooral Tsjechische studenten, en een groepje Engelse mannen die vrijgezellenfeest. De aanstaande bruidegom is verkleed als peuter, met een grote luier om, een fopspeen en zo'n soort muts dat geen enkele moeder haar kind tegenwoordig nog laat dragen. Een van de mannen wijst naar m'n shirt. "That a Chzech club?" "No, Twente, from Holland." "Oh, yeah, fuckin' McClaren's club. He sucked for England." "Oh, well...". De Britten bestellen nog meer bier, cocktails en shots. What happens in Praag...

In een paar dagen hebben we nachtclubs bezochten, op een boot gedobberd, van terras naar terras gewandeld en een treinreis gemaakt naar Mlada Boleslav (dat bij Skoda hoort zoals Wolfsburg bij Volkswagen) om daar Twente te zien voetballen. We hebben gediscussieerd over waar de slotscène van xXx zich precies op de Moldau afspeelde. We zijn bedonderd door een stel taxichauffeurs. In het Hard Rock Café ontdekten we een swastika-patroon in het hekwerk van de balkons. In onze hotelkamer, dat zich op de bovenste verdieping bevond van een gebouw in de schaduw van de St. Nicolaaskerk, zit ik als we zijn aangekomen in het raamkozijn, met mijn voeten de dakgoot. Beneden worden bij een kiosk de ochtendkranten al bezorgd. Op de parkeerplaats staan de auto's waar we morgen weer, dwars door Duitsland, naar huis toe zullen rijden. Ik aanschouw nog één keer Praag bij nacht.

"Beside defying media too fast
Instead of pushing palaces to fall
Put that, put that, put that before all
That this isn't fortunate at all"



PS. Dit is over ons bezoek aan Praag en Mlada Boleslav afgelopen zomer. Twente moest voetballen in Boleslav, maar die stad bleek bij nadere beschouwing weinig entertainment te bieden. We aten er wel uitstekend bij een Italiaans restaurant en vermaakten ons prima in het stadion, bestaande uit losse tribunes aan drie zijden van het veld. Achter een van doelen stond geen tribune, maar een flatgebouw, waarvandaan je enkele mensen kon zien staan die vanaf het balkon de wedstrijd bekeken. We hadden eerst de verkeerde ingang, en stonden al tussen de Tsjechische fans, toen een paar mensen van Twente ons het terrein weer afhielpen en ons bij de ingang voor uitsupporters weer afzetten. Waar we werden gefouilleerd en bewaakt werden door streng kijkende securitymensen. Een absurde situatie. Twente won met 2-0, maar het hoogtepunt van de wedstrijd was eigenlijk een wedstrijdje supportersgezang tussen het Twentse en Tsjechische publiek dat welhaast tien minuten duurde. ("Jalalalallalalallalallalaaa, jalalala, jalalala, jalalalala, Twente/Boleslav!" Hoogstaand vermaak)

Praag was mooi, als vermeden we de meest toeristische attracties, je krijgt jeuk van de drukte en de souvenirwinkeltjes met Made in Asia-troep. Ik zou nog wel weer een zo'n manier een stad willen bezoeken. Berlijn was ik nog nooit geweest, Boedapest schijnt ook mooi te zijn. We zullen zien.

Oh, en over de muziek. Ik kon op m'n iPod zo snel geen liedje met een directe verwijzing naar Praag vinden (ja, er is wel Bløf met "Liefs uit Londen": "...vandaag uit Praag een kattenbel, want er is zoveel te doen..." maar dat is Bløf. Overigens wel een van de weinige Bløf-nummers waarbij je direct weet waar het in godsnaam over gaat). Radio Free Europe was oorspronkelijk gevestigd in München en opgericht om tijdens de koude oorlog Oost-Europa te bestoken met informatie die door de overheden daar gecensureerd werd. Tegenwoordig is het hoofdkantoor van het station gevestigd in Praag. Het bestaat nog om ongecensureerd nieuws uit te zenden in landen waar geen persvrijheid is.

R.E.M. had met dit lied zijn eerste single. Je zou denken dat een lied met deze titel een of ander statement zou zijn voor dan wel tegen het radiostation zou zijn, maar volgens de zanger is de tekst volledige onzin. Mooi nr. dat wel. En een video waarin Michael Stipe nog een weelderige bos krullen heeft.  Als de video van "Losing my Religion" bekijkt, wordt het al minder, bij "Shiny Happy People" en "Everybody Hurts" draagt hij al een hoofddeksel, bij "Supernatural Superserious" is ie kaal. Zo gaat dat.

woensdag 17 april 2013

Muziek: The Beatles - Drive My Car

Ik reed toch? Iemand was een weekendje weg, en ik kon daarom op zijn kaart naar Twente. Ik mag vaker mee, als er een kaart vrijkomt, en nu was het mijn beurt om het transport te bieden. Ik reed. Niks mis, mee, hoort er bij, je moet er toch komen. Ik pikte mijn 3 passagiers op, en daar ging die dan. Parkeren in de buurt van het stadion is een uitdaging op zichzelf, maar in de oprit naar een maïsveld, op de rand van een modderpoel, was nog een plek. Hoe ik er vandaan moest komen was nog een groot raadsel, maar: "Dat zien we dan wel weer." Een waarheid als een koe. (Waar dat spreekwoord vandaan komt? Vroeger, op de basisschool, stond er in de kast een spreekwoordenboek. Waar is dat ding nu?)

De wedstrijd op zich was waardeloos. FC Twente bevond zich middenin de vormcrisis die de trainer enkele weken later zijn baan zou kostten. Het vak met de 'harde kern' was de eerste 10 minuten verboden terrein, om zo de onvrede van deze supportersgroep kenbaar te maken. Wij konden onze plaatsen gewoon betreden. Maar we waren toeschouwer van een wedstrijd die het aanschouwen nauwelijks waard was. Veelzeggend was dat we opschrokken uit een gesprek toen Twente daadwerkelijk zijn eerste kans kreeg. Toen vlak voor de tijd de tegenstander, geheel onderaan in het klassement, door een afstandsschot gelijk maakte, waren er velen boos, maar bijna niemand was verbaasd.

Ondanks het matige spel wordt het een lange avond. De wedstrijd was vroeg, en de avond ligt nog voor ons. Eerst lossen we ons parkeerprobleem om door het supporterscafé als laatste te verlaten, waardoor ik de auto op de verharde weg kan krijgen zonder me te wagen aan de dreigende modder. We maken onderweg naar huis nog een stop, zo'n beetje Halfweg. De wedstrijd, het supporterscafé, het andere café, het werd allemaal draaglijk gehouden met bier, een effect dat mijn cola slechts met moeite kan nabootsen. De avond is dan nog altijd jong, en we stappen weer in. We gaan door.

Door naar nog een café, waar een bandje optreedt. In de auto kan ik merken dat het verschil in alcoholpromillage al flink is opgelopen. Als de radio The Beatles laat horen, vinden grijpgrage handen de volumeknop en de claxon. "Baby, you can drive my car!!! Tuut, tuut, tuut! Beep, beep, beep!! Yeah!" Aangekomen bij Crazy Daisy, en zeer goede AC/DC-coverband, blijkt de kloof uiteindelijk onoverbrugbaar. Als "Whole Lotta Rosie" wordt gespeeld, tuimelen mijn drie passagiers over elkaar om met hun luchtgitaar de nep-Angus bij te staan bij zijn solo's. Ik zou wel mee willen doen, maar ik zou niet weten hoe. Een bekende, wel met bier maar nog lang niet op het peil van de luchtgitaristen, herkent de situatie onmiddellijk: "Ha! Jij bent de bob!"

"Baby, you can drive my car
Yes, I'm gonna be a star
Baby, you can drive my car
And maybe I'll love you

Beep, beep'm beep beep, yeah!"