zondag 21 juli 2013

Muziek: The Zombies - Time of the Season

"Ie bunt d'r een van Brinkhoes, dat kan'k zo wa zeen." Kinderpostzegels, kermisloten, foekepotterij, donateurskaarten... Er zijn tal van gelegenheden waarop een school of een vereniging je de buurt instuurt, en wanneer ik dat moest doen, kwam ik aan deuren waar ik nog nooit geweest was. Maar ze kenden me wel, de boeren, de huisvrouwen, de gepensioneerden die je op een woensdagmiddag kon aantreffen achter al die deuren. Ze kenden me niet echt, maar wel de snoet de onmiskenbaar veel leek op dat van mijn vader toen hij op dezelfde leeftijd was. En misschien op dat van zijn vader, al kan ik daar minder stellig over zijn.

Maar de lokale studie van stambomen en genetica gaat verder. Bij elke naam, of platte naam (boerderijnaam) hoort een stel kenmerken op basis van wat je ouders, grootouders, ooms en tantes, oudooms en oudtantes hebben uitgespookt. Krenterig, rijk, trots, onbenullig, vals, slim, sterke kerels, simpele zielen, grote boeren, kleine boeren, prutjeboeren... al in de wieg zijn je eigenschappen en kenmerken toegedicht aan de hand van de namen op je geboortekaartje. Stamboomkennis is bij deze vorm van genetica wel van essentieel belang: wie getrouwd is met wie, wie de moeder was, of iemand uit een eerste of tweede nest (huwelijk) komt... of, zoals je dan vaak hoort "en doar weer een breur van."

Zo komt het dat, wanneer ze jou niet kennen, ze je niet vragen wié je bent, maar: "Woar bu'j van?" Hoe heet je vader, je moeder dan, en dan uit welke tak van de familie, welke boerderij... En dit allemaal om te bepalen wat voor persoon je bent. Want of je nu geworden bent wie je bent door je bloed of door je opvoeding (nature vs. nurture), doet, of deed, er tenminste niet zoveel toe, aangezien de leveranciers van de genen in nagenoeg alle gevallen dezelfde mensen die de opvoeding of het gebrek daaraan verzorgen (dorpelijke sociale controle en katholicisme houden het aantal echtscheidingen en buitenechtelijke kinderen laag, voor zover dat laatste nagegaan kan worden). Een gesimplificeerde versie van deze manier van denken is om ieder dorp een set van kenmerken mee te geven. Het ene dorp wil altijd knokken, het andere voelt zich beter dan de rest, nog een ander dorp lomp, stug en onbenullig en in dat ene dorp... daar hebben ze alleen maar mooie dochters. Dat zal dan wel aan het water liggen.

"What's your name?
(what's your name?)
Who's your daddy?
(who's your daddy?)
(He rich...)
Is he rich like me?
Has he taken
(has he taken)
any time
(any time)
(to show)
to show you what you need to live?"



PS. Deze sixties hit onderging enkele jaren geleden onder de lokale jongerengroep een hernieuwde stijging in populariteit. Hoewel het een heerlijk riedeltje is over de periode in het jaar wanneer de hormonen in grote getallen door de bloedbaan van menigeen gieren, dankte het zijn comeback enkel aan het zinnetje "Who's your daddy?". Het was een bonus dat het koortje die zin nog eens fijn nazong, wat het een heerlijke meezinger maakte. Minpunt was dat je voor dat ene moment steeds het hele liedje van drie en een halve minuut moest afluisteren. "Who's your daddy?" komt als uitdrukking regelmatig terug in straattaal om een zekere dominantie aan te geven, waardoor het in een zekere soort films ook regelmatig terugkomt.

Een top vijf pakkende one-liners in songteksten (geenszins volledig, perfect of bindend. Inzendingen met eigen top 5's zijn altijd, hoezeer tegen de verwachtingen in dan ook, welkom.):
1. "Hey you, good-looking female, c'm here.." (Thin Lizzy - The Boys Are Back in Town)
2. "The roof, the roof, the roof is on fire. We don't need no water, let the modderfokker burn. Burn, modderfokker, burn!" (Bloodhound Gang- Fire Water Burn)
3. "It kicks like a sleep twich" (Editors - Papillon)
4. "Where do we go now?" (Guns 'n' Roses - Sweet Child o' Mine)
5. "Hey, ho, let's go!" (The Ramones - Blitzkrieg Bop)

vrijdag 5 juli 2013

Muziek: Love - Always See Your Face

Iedereen kent die gezichten. Zonder te weten hoe ze heten en wie ze verder precies zijn komen ze je bekend voor. De fietser die je regelmatig tegenkomt, en waarmee je naar verloop van tijd een verstandsverhouding hebt opgebouwd waarin je elkaar beleefd toeknikt. Jongen in de bus met zeer grote koptelefoon die altijd volledig in beslag genomen lijkt door wat er in zijn oren wordt geblazen, Meisje in de bus met immer een dik leesboek onder haar arm. De liefhebber die ook altijd naar richting het podium sluipt zodra de band begint. De voorkruiper in de winkel met altijd buitenproportioneel veel repen pure chocolade tussen zijn boodschappen. Meisje met Nirvana-sweater die het kluisje onder dat van jou had op school. De vrolijke zuiplap, die vaak op hetzelfde moment een blad bier haalt bij de zomerfeesten. "Goei'ndag! Zo, jij was er ook weer? Wat een dorst, wat een dorst. Goed te pas?" En weg is ie weer.

Zo maak je onbewust, en zonder verder enige invloed op elkaar uit te oefenen, deel uit van elkaars routine. Het kan jaren zo doorgaan totdat een van de twee de routine aanpast. Klaar met school, ander werk, verhuisd, te oud om tentfeesten af te lopen. En het valt je niet eens op. Andere gezichten nemen de plaats in. Ook die knikken je toe, kruipen voor, of groeten je als de lang verloren vriend die je nooit bent geweest.

Andersom zijn er mensen die je haast zou moeten kennen. Jarenlang heb je dezelfde wegen begaan. Dezelfde scholen, feesten, fietspaden, rotondes, kroegen of bandjes. Maar totdat je tot die ontdekking komt zijn ze je nooit opgevallen. In sommige films mogen ze hier graag op inspelen, dan zijn er twee verhalenlijnen met twee personages die elkaars weg steeds net niet kruisen. Je ziet persoon 2 in de achtergrond van persoon 1 wandelen, persoon 1 de winkel binnenkomen die persoon 2 net heeft verlaten. In het slot van de film komt de ontmoeting, en leven ze lang en gelukkig (of ze gaan elkaar te lijf in een strijd om leven en dood, het ligt eraan welk genre film je kijkt). Nu zal het in realiteit vaak niet zo'n vaart lopen. Maar apart is het wel.

Nu kan het voorkomen dat je na zo'n verlate ontmoeting denkt: "Goddank heb ik jou niet eerder ontmoet. Liever had ik je nog wat langer ontlopen." Misschien ook niet, en heb je er een vriend erbij. Of de liefde van je leven, zoals dat in de films (van het happy ending-genre) dan gaat. En misschien, is die vriend of liefde een van de gezichten die al tientallen of honderden malen door je blikveld liep. Maar ja, welke?

"And I know, I know
and I say oh, I say
that no matter where I go, no
I will always see your face"



PS. Over die films gesproken, dat zijn vaak romkoms, uiteraard. Er zijn die misdaadfilms en thrillers waar de moordenaar, bandiet of het meesterbrein al die tijd aan de hoofdpersoon voorbij ging zonder te weten dat hij het was. (Het is de butler!)

Een serie die ik een tijdlang volgde is min of meer gebaseerd op dit gegeven. How I met Your Mother, waarin de hoofdpersoon in het jaar 2030 aan zijn kinderen vertelt hoe hij hun moeder heeft ontmoet, in de jaren '00 en '10. De moeder is in de serie alleen te herkennen aan de gele paraplu.

Het liedje, het titelliedje. Een heel fijn liedje. Al gaat het vermoed ik eerder over een verloren liefde waarvan de zanger het gezicht altijd nog maar voor zich ziet. Het stond, zoals je ziet aan het clipje, op de soundtrack van de film "High Fidelity" met John Cusack en Jack Black. Verfilming van een boek van Nick Hornby. Over een muziekverslaafde platenzaakhouder die na het crashen van laatste relatie zijn top 5 van verloren liefdes afgaat om te zien waar het toch steeds aan mankeert. Ondertussen steelt Jack Black (in de film dan) de show als gruwelijk irritante platenverkoper, overal top 5's van makend.

Top 5 liedjes tegengekomen in films:
1, Nancy Sinatra - Bang Bang (Kill Bill)
2. I Am A Man Of Constant Sorrow (O Brother Where Art Thou?)
3. Dick Dale - Misirlou (Pulp Fiction)
4. The Subways - Rock & Roll Queen (Rocknrolla)
5. Blues Brothers - Peter Gunn Theme (Blues Brothers)