“Dank jullie wel!” En dan valt er een ongemakkelijke stilte. Nou ja, stilte, ondertussen praten de aanwezigen rustig door. Soms kan je toch een kreet onderscheiden. “Hee Tom, wakker word’n! ‘k Heb dorst!”. Het gebeurt hier in de buurt vaak als er een bandje speelt, waar dan ook. De zanger of zangeres weet even niet wat hij moet zeggen, en kondigt dan toch maar het volgende nummer aan.
Het heeft niks van doen moet hoe het publiek denkt over de kwaliteiten van de band, en of er überhaupt geluisterd wordt. De kinderen in de optochten met de kermis en de jaarlijkse Sinterklaasintocht, voetbalelftallen en de pastoor in de halflege kerk: allemaal kennen ze de bescheidenheid van het lokale publiek. Een slap applausje bij de optochten, ingehouden kreten langs het voetbalveld en gemompelde gebeden: de vonken vliegen er niet vanaf.
Het mooist is het te merken op de zondagmiddag op de kermis. De grote massa aanwezig op het terrein vermaakt zich vooral door te kijken naar dorsmachines die zich in cirkels een weg door de modder ploegen. De rest, ongeveer een man of honderd, staat naar de band in de daarvoor te grote tent. In kleine groepjes bij elkaar wordt de band gadegeslagen. Één of twee biertjes in de hand, voetje op een oranje bierblad: “Gister nog laat ‘emaakt?”, “Oh, ging wa”, “Nog kopzeerte?”, “Neu, geet wa”, “Lekker wief, onie?” “Joah, mag d’r wa loop’n.” “Biertje?” “Ja, lekker man!” Als de band uitgeraasd is, soms met paaldanseressen en al, schreeuw de zanger of zangeres: “Dank-jullie-wel!” -Dat schijnt een vaste vorm te zijn voor bands: dank jullie wel, jullie allemaal, dus allemaal klappen, want ik heb je er al voor bedankt- Maar het publiek reageert vaak met een ingehouden gebrom en een paar halve pogingen tot klappen. Iemand joelt misschien een whoohoo! maar deze kreet galmt meestal eenzaam de tent uit. “Oké, het volgende nummer is onze nieuwe single…”
Het is niet dat we niet willen klappen, of juichen. Ten eerste is klappen met een beker bier in je hand een opgave: je moet het bekertje tussen je tanden klemmen en dan met je hoofd zo stil mogelijk je handen tegen elkaar slaan. Met twee bier is zelfs dat geen optie meer. Ten tweede, een overgroot deel komt naar feesten, cafés en optredens om te praten, ook al blijft dat soms bij het opmeten van het achterwerk van de zangeres. Ten derde, je steekt je kop niet boven het maaiveld uit. Applaudisseren en juichen zijn bij uitstek groepsactiviteiten, het is iets waarvoor je medestanders nodig hebt. Niet zelden is iemand tot de orde geroepen als hij begon te klappen, juichen, springen of zelfs met zijn voet op het ritme probeerde te bewegen. “Doe normaal joh! Ie bunt toch geen homo?”
PS. dit was voor de uitzending van Studio Buzzel gisteravond. Het opnemen en uitzenden gingen echter nog niet van een leien dakje. Volgende maand maar weer een poging doen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten