Ik heb besloten wat minder muziek te luisteren onderweg naar school. Ik dacht dat het misschien socialer zou zijn. Maar ik had op dag 1 meteen prijs. Geen gesprek waar ik daadwerkelijk bij betrokken was, toch heb ik me er kostelijk mee vermaakt. Het is vrijdagmiddag, en achter mij, in het busje van station Goor naar Haaksbergen, zit een stelletje. Ik kan uit hun gesprek afleiden dat hij uit Haaksbergen komt en dat ze allebei in Eindhoven studeren. Hij neemt haar voor het eerst mee naar zijn ouders, zo heb ik het idee.
We komen over het Twentekanaal. "Kijk, dit is de Ijssel." zegt de jongen. Ik heb de neiging hem te corrigeren, maar besluit het niet te doen. Waar zou ik me ook mee bemoeien? "Het stinkt hier." zegt het meisje als we Goor uit zijn. De jongen gaat verder met zijn taak als gids. "Kijk, nog acht kilometer naar Haaksbergen." leest hij van een bord voor als we Hengevelde binnenrijden. "Van hier gaan ze allemaal naar de middelbare school in Haaksbergen." "Echt? Dat hele eind, kunnen ze niet dichterbij, Enschede of zo?" Vraagt het meisje met verbazing in haar stem. De jongen zegt dat dat volgens hem niet dichterbij is. Als we Hengevelde uitrijden komen we langs een landbouwmechanisatiebedrijf. "Kijk, zulke winkels zie je in Eindhoven nu nooit." Grinnikt de jongen.
"Jeetje, ik heb nu al een hekel aan dit busje." Klaagt het meisje als de stem uit de boxen van het busje de naam van de volgende halte opleest, 'transformatorhuis'. "Eigenlijk is Haaksbergen best groot genoeg voor een treinstation." Oppert de jongen verontschuldigend. We zijn het tranformatorhuisje nu voorbij, en de robot-vrouwenstem zegt: "De volgende halte is: Centrum." "Centrum van wat?" foetert het meisje, "The fokking middle of nowhere?" "Nee," lacht de jongen, "De Hoeve, Sint Isidorushoeve. Kijk, dat is al de derde tractorwinkel die we onderweg zijn tegengekomen."
Ik vind het bijna jammer dat ik er al bijna uit moeten. We rijden de Hoeve binnen, op de parkeerplaats van het café aan de rotonde staat de tent voor zondag al klaar. "Oh, ze hebben hier een fokking après-skifeest." merkt het meisje op met een toon die je normaal weleens hoort bij tv-programma's waar Nederlanders een week logeren bij een papoea-stam ("Kijk dan, die Papoea heeft gewoon een onderbroek aan!"). De bus stopt bij mijn halte, 'centrum'. Het inderdaad ongeveer midden in het dorp. Ik bedank de chauffeur, en hij wenst me een goed weekend. Ik zeg: "Ook zo" en loopt met een ingehouden lach naar m'n fiets. Ik heb vast wel een goed weekend. Ik ga naar een fokking après-skifeest.
"That same old crowd,
that drags me down.
Another day in a boring town.
That same old crowd,
that brings me down.
A boring life in a boring town."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten