"Ie mot deur 'n bal hen stoot'n, anders wet he neet woar he hen mot." Wie niet biljart (en geschreven Twents lezen kan), zal deze uitspraak niet begrijpen. Ten eerste wordt er gesteld dat het mogelijk is dwars door een bal te stoten, en nee, dat kan inderdaad niet. Ten tweede doet de uitspraak vermoeden dat de bal een verstand heeft dat uitgelegd moet worden waar hij wel, of niet, naar toe moet. Wederom onwaar, biljartballen waren vroeger van ivoor, en tegenwoordig zijn ze opgebouwd uit een veelvoud aan lagen kunststof (hier is een How It's Made over gemaakt, geloof ik). Biljartballen zijn levenloze dingen. Perfect ronde, glimmende levenloze ballen.
Toch is de tip waar ik dit stuk mee begon een gulden regel van Cruyffiaanse proporties binnen de lokale biljartsport (je gaat het pas zien als je het snapt). Wat de technische consequentie is van het 'door de bal stoten' is, zal ik hier achterwege laten, maar het is een essentieel begrip bij het biljarten. Er zijn nog tal van deze wijsheden en termen binnen het biljarten, en ook de bijbehorende flauwe, droge grapjes. Misschien straks daar nog eentje van.
Het spel is erg simpel, alleen niet altijd makkelijk. Er zijn drie ballen De bal waarmee je stoot moet de andere twee raken. Lukt dat, dan heb je een punt, en mag je nog een keer. Lukt het niet, dan moet je op je volgende beurt wachten. Daar, ik heb zojuist biljarten uitgelegd. Maar nu komt het: biljarten speel je altijd tegen jezelf, ongeacht wie er verder nog meedoet. Je maakt een plan om je punt te maken, en alleen jij kunt, met je ene stoot, bepalen of dat plan goed ten uitvoer gebracht wordt. Je hoofd maakt het plan, je vingers voeren het uit. Hoe beter de harses, hoe makkelijker de vingers het hebben. Hoe beter de vingers, hoe minder groot de harses hoeven te zweten.
Als het niet lukt, dan is al snel heel makkelijk om te besluiten dat de ballen bewust niet doen wat jij wil. Ze begrijpen je niet, ze zitten je dwars, ze gaan je in de weg liggen. Het wil helpen om je stoot nadruk te geven, om de boodschap duidelijk over te brengen. Om, als het ware, door de bal te stoten. Je moet door de bal stoten, anders weet hij niet waar hij naartoe moet.
Een andere biljartterm is trekken. Trekken is het dusdanig veel effect aan een bal meegeven dat hij na aanraking van de band (de tafelrand) of een andere band veel meer van zijn baan afwijkt dan zonder je dat had gedaan (stukje natuurkunde: hoek van inval = hoek van terugkaatsing). De perfecte trekbal, waarbij de bal door het effect zich haast onderweg nog lijkt te bedenken dat hij nog een stukje verder moet afwijken (maar niet te ver!) om bij zijn eindbestemming aan te komen, is niet makkelijk. Alles het lukt, dan ben je even heel tevreden met jezelf. En dan hoor je achter je: "zo, i-j bunt ook nog wa vr-jgezel, dat kan 'k wa zeen!" En je bent weer terug op aarde.
"Café Biljart, klein stukje groen voor het eenzame hart"
PS. Deze koffer door Herman Finkers van Toon Hermans won het nog maar net van Jerry Lee Lewis met z'n "Great Balls of Fire". Maar het jachtige rock-n-roll van Lewis past niet zo erg bij biljart. Hermans' lied over hoe twee oude mannen samen hun eenzaamheid ontvluchten door samen te biljarten, is dan veel mooier.
Ja, biljart wordt veel gespeeld door, eh, ouderen. Het eist, behalve een vaste hand en het vermogen over een tafel te kunnen buigen, niet veel van je lichaam. Waardoor je het nog uitstekend kunt spelen als je voetbalcarrière al jaren is afgelopen. Maar het is tevens, vind ik, de beste cafésport. Waar darten onvergeeflijk is als je geen goede controle hebt over je vingers, kaarten een zekere leepheid vereist, en de gokkast het fijnst speelt als je naïef soort vertrouwen in je eigen geluk hebt, kun je bij het biljarten je gebrekkige motoriek compenseren met de gedegenheid van je plan, is iedere misser aan jezelf te wijten en is de voldoening groot als een de ballen rollen volgens jouw verfijnde plan. Dus vergeef me het stoffige onderwerp, maar ik houd van biljart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten