Bam! En dan klonk er gerinkel van gebroken glas in de melkput. In mijn basisschooltijd deed thuis de garagedeur dienst als doel voor als ik thuis voetbalde. Daarnaast zat het raam van de melkstal. Voor een goede afmaker zou dat geen probleem zijn, maar ik mistte nogal eens. Vandaar het gerinkel. Ook de regenpijp, aan de andere kant van het 'doel', moest het regelmatig ontgelden.
Zo kwam het dat ik enkele woensdagmiddagen per jaar doorbracht als glazenzetter. Het bij elkaar vegen van de scherven, het weghalen van het restant van de ruit uit en het het opmeten van het kozijn. De maten doorgeven aan de winkel, met die fiets de ruit ophalen bij de winkel. En dan knoeiend met kit het gapende gat weer van glas voorzien. Op een gegeven moment leek het mijn vader verstandig preventieve maatregelen te nemen tegen het lokale voetbalvandalisme. Glas werd plexiglas, en voor de ramen die het meeste risico liepen werd een houten bord opgehangen om het glas te beschermen tegen onzuiver geraakte ballen.
Het mooist aan thuis voetballen was onze hond. Ze was onze Edgar Davids. Klein, gedreven en giftig: het type speler dat het de tegenstander het voetballen onmogelijk maakt. Ze stortte haar hele lijf op de bal, en als ze deze veroverd had duwde ze het voor zich uit, net zolang tot ze strandde onder een auto of tegen een muur. Hierna ging ze als een woeste met haar gebit tekeer tegen de ballen, haar kaak net te klein om tot een fatsoenlijke beet te kunnen komen. Ze was goed, erg goed. Zo goed dat we ook hiertegen maatregelen namen. De 'bijtbal' was geboren. De bijtwas was een soort fopspeen: een tennisbal of een lekke voetbal die zij in haar bek nam als wij wilden voetbal. Ze rende nog steeds even enthousiast mee met de werkelijk voetbal, maar ze bleef er van af. Ze had immers al een bal.
De laatste keer dat ik hier op het erf heb gevoetbald is een eeuwigheid geleden. De hond ligt oud en versleten in haar mand, en brengt steeds meer van haar tijd slapend door. De ballen liggen week, lek en hard geworden stof te vangen in de schuur. Inmiddels zit in alle kozijnen weer gewoon glas. Alleen de regenpijp en de bijbehorende dakgoot vertonen enkele littekenen van andere tijden: de pijp staat iets scheef en heeft een gat door een incident met de luchtbuks, en het uiteinde van de goot wordt door middel van siliconenkit bijeen gehouden. Aan de muur van de schuur hangt nog een thermometer. M'n zusje vroeg laatst waarom er geen glas meer inzat. Het antwoord lag voor de hand: ik had het eruit geschoten.
"You got no time for the messenger,
got no regard for the thing that you don’t understand,
you got no fear of the underdog,
that’s why you will not survive!"
PS. Volgens mij heeft dit nummer niets met voetbal en weinig met honden te maken. Maar Spoon maakt fijne muziek. Punt
Mooi! Bij ons op het erf zat voor de helft van de ramen van dat stevige gaas, ook nadat er al wat incidentjes met allerlei soorten ballen waren gebeurd. Maar ik besef nu steeds meer hoeveel geluk ik als kind wel niet had met zo veel ruimte om het huis!
BeantwoordenVerwijderenDat besefte ik ook later pas. Ik zat toendertijd alleen maar te mopperen dat ik vaak niemand had om mee te voetballen.
BeantwoordenVerwijderen