woensdag 14 december 2011

Muziek: Sufjan Stevens - Casimir Pulaski Day

De essentie van vloeken en schelden is het shock-effect. Je wilt dat iedereen weet dat het je nu menens is (verdomme!). Je zegt iets waar doorgaans een taboe op heerst, zoals geslachtsdelen, of uitwerpselen. Persoonlijker wordt het als je afkomst of godsdienst bijhaalt. En dan is er nog iets dat mogelijk heel persoonlijk kan zijn: ziektes en aandoeningen.

Daar heerst een zekere hypocrisie: enkele asociale Brabantse filmhelden maken er een sport van Jan en alleman het syndroom van Down aan te meten, en hun film wordt goed bezocht. Ik herinner me de serie Oppassen!, waar buurman/huisvriend Harry als stopwoord het woordje "tering" gebruikte. Tering is oud-Hollands voor TBC, tuberculose. Nog niets aan de hand, net als kolere (cholera), tyfus en de pest. Het komt niet veel (meer) voor in Nederland, dus is het niet zo erg, zo lijkt het.

Bij het woord kanker reageren veel mensen echter veel heftiger. Ze vinden dat daar niet mee te spotten valt. En ik geef ze geen ongelijk. Iedereen kent wel iemand die lijdt of geleden heeft aan een vorm van deze aandoening. Je gunt het niemand, dus je zou het niet moeten roepen. Maar het lijkt me dat je niet ook niemand Down, TBC, cholera, tyfus of de pest gunt. Heb het dan over stront. Daar kan geen mens om heen.

"The things I brought you when I found out
You had cancer of the bone"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten