woensdag 16 december 2009

"Doare leu dee gelukkig bint, hebt geen wiesheed nöadig."

De Twentse spreukenkalender hangt hier in Groningen aan de muur. Iedere twee dagen een spreuk voorop een stuk tekst achterop, alles wat maar met Twents te maken heeft. De spreuken zijn vaak open deuren, de tekst achterop vooral oud en dan pas interessant. Verder wordt af en toe tussendoor aangegeven dat er ook voor ieder ander dialect een kalender beschikbaar is, van Limburgs tot Gronings.

De kalender hing aanvankelijk bij m'n ouders, maar daar bleven de blaadjes steeds vaker onafgescheurd. "Ik wil 'm wel!" heb ik veel te snel gezegd. Hoe moest ik weten dat het niet zo geweldig was. Ik zag dat ding in het weekend hangen, en het raakte mijn afkomst-trots. Je weet wel, "alles wat Twents is, is goed", zoiets. Zoals jongeren in Amerika wiens overgrootvader half-Iers was, en nu een broek dragen maar achterop "Kiss my ass, it's Irish". Mijn kont is iets Twentser dan dat, en ik vraag je niet om er je lippen tegenaan te drukken. Maar ik nam de kalender mee omdat ik dacht dat ik iets echt Twents mee naar Groningen nam.

Het viel tegen. Na een maand stopte ik met scheuren. Ik was niet meer nieuwsgierig naar de achterkant van het huidige, of de voorkant van het volgende blaadje. Het blaadje van 17 september hing tot vanavond nog steeds aan de kalender. Ik besloot er een einde aan te maken, en scheurde één voor één de blaadjes tot aan nu eraf. Twee stapeltjes: "de moeite waard" en "laat maar". Voor me liggen de twaalf blaadjes die op het eerste terecht kwamen. Het tweede stapeltje, veel dikker, ligt bij het oud papier.

Vandaag zat in de bus de BNN-scheurkalender voor 2010. Maar hij komt niet in de kamer te hangen. Hij krijgt een kans op de wc. Als het niet deugt, gaat het in ieder geval waar het hoort te gaan: door de plee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten